Stuive Hoofdstuk 6

Question 1

RACI-Model

Answer 1

In dit model worden taken en verantwoordelijkheden inzichtelijk gemaakt.

Responsible,
Accountable,
Consulted,
Informed.

Question 2

Makigami

Answer 2

Een methode om processen en samenhang te analyseren en visualiseren wordt toegepast in kantoren, zorginstellingen en laboratoria.

Question 3

Current State Map

Answer 3

Bevat alle processtappen, knelpunten en documenten en systemen van het huidige proces.

Question 4

Future State Map

Answer 4

Nieuwe map waar vanuit de klantwaarde en de verminderende doorlooptijd nagedacht is over de organisatiedoelstellingen.

Question 5

Norm

Answer 5

Een norm geeft een manager een idee waarop hij moet sturen.

Question 6

Corrigerende of Curatieve aansturing (Merchant)

Answer 6

Een bedrijf kan achteraf constateren dat ze haar doelen niet heeft gehaald en zal dan voor de volgende ronde bijsturen. Dat noemen we corrigerende of curatieve aansturing.

Question 7

Preventieve aansturing

Answer 7

Wanneer het bedrijf vooraf probeert de fouten en het niet halen van doelen te voorkomen.

Question 8

Resultaten aansturing

Answer 8

Betreft een terugkoppelend aansturingsproces. De resultaten die gerealiseerd zijn door individuen of groepen worden vergeleken met de productiedoelstelling.

Question 9

Activiteiten aansturing

Answer 9

Het aansturingsproces waarbij gestuurd wordt op het bevorderen van positieve acties. Bijvoorbeeld door regels op te stellen voor werknemers. De werknemers moeten duidelijk weten dat ze verantwoordelijk gehouden worden voor hun prestaties en daar ook op afgerekend worden.

Question 10

Personeelsaansturing

Answer 10

Bij deze vorm van aansturing wil de bedrijfsleiding bevorderen dat werknemers de gewenste houding aannemen en daarmee het gewenste gedrag vertonen. De bedoeling ervan is om enerzijds het verhogen van de sociale controle en anderzijds het verhogen van de zelfcontrole door individuen.

Question 11

Voorwaarden voor een effectieve besturing

Answer 11

Het besturend orgaan:

1. kent de doelstellingen van het ecosysteem.
2. beschikt over een model van het bestuurde systeem.
3. heeft voldoende informatie over de omgeving en de toestand van het systeem.
4. heeft voldoende stuurmaatregelen.
5. heeft voldoende informatieve verwerkende capaciteit.

Question 12

Sociotechniek

Answer 12

Maakt het bestuurde systeem eenvoudiger, bijvoorbeeld door processen of onderdelen op te splitsen.

Question 13

Coördinatie

Answer 13

Is het bepalen van hoe je het werk goed op elkaar laat afstemmen. Afdelingen moeten van elkaar weten waar ze mee bezig zijn.

Question 14

Coördinatiemechanisme

Answer 14

De manier waarop je in een bedrijf de taak uitvoering van de medewerkers op elkaar afstemt.

Question 15

Management bij objectives

Answer 15

Doel is om de organisatorische prestaties te verbeteren door zich te richten op doelen en onderliggende doelstellingen in de gehele organisatie.

Dus het richten op doelen en onderliggende doelstellingen.

Question 16

Balanced scorecard

Answer 16

Hierop worden de financiële en andere belangrijke prestatiemaatstaven samengebracht en inzichtelijk gemaakt.

Question 17

Koppeling

Answer 17

Betekend dat bepaalde onderdelen of deelprocessen elkaar van informatie voorzien.

Question 18

Audits

Answer 18

Controles in een organisatie.

Question 19

Certificaat

Answer 19

Meeste externe audits leiden tot certificatie. Een certificaat is een garantie dat een bepaald product of proces aan bepaalde garanties voldoet.

Question 20

Management review

Answer 20

Een verslag dat in veel bedrijven jaarlijks wordt opgesteld en vaak een belangrijk onderdeel is van een kwaliteitsmanagement systeem. (Jaarverslag)