LE17: Ruimtelijk gebruik van de ondergrond in Nederland Flashcards

1
Q

Wat verstaan we als de ondergrond?

A

De ondergrond is het deel van de aarde vanaf het oppervlak (maaiveld) tot circa 10 kilometer diepte. D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom migreert aardolie en aardgas zich niet hoger naar het oppervlak?

A

De verplaatsing stopt als niet-doorlatende lagen worden bereikt. Deze lagen noemen we ook wel impermeabele lagen (Engels: seals = afsluitingen). Veel voorkomende seals zijn klei-en zoutafzettingen. Aardolie en aardgas hopen zich in gesteenten direct onder deze seals op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem een voorbeeld van een oil en een gastrap. Hoe is deze opgebouwd?

A

Een voorbeeld is een trap bij een anticlinaal. Aardolie/aardgas stijgen op naar het hoogste punt aan de ‘binnenzijde’ van de anticlinaal, waar ze worden ‘gevangen’. De anticlinaal zelf vormt hierbij de seal. Een trap is ook mogelijk als een verticale breuk aan de bovenzijde wordt bedekt door een ondoorlatende laag. Aardolie en -gas stijgen op tot het hoogste punt van de breuk en worden gevangen onder die laag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke nieuwe techniek werdt toegepast in 2011 om de aardolie velden weer te openen nadat de winning van olie in 1996 niet rendabel meer bleek en was gestaakt.

A

Nadat ongeveer 25% van de aardolie was opgepompt, bleek het restant economisch niet meer winbaar. De winning werd daarom in 1996 gesloten. Door het toepassen van een nieuwe techniek waarbij de olie door injecteren van stoom minder stroperig wordt, kon de winning weer rendabel worden gemaakt. In 2011 is het veld weer in productie genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly