les 19: Reynearde de vos + intertekstualiteit Flashcards

(71 cards)

1
Q

waarop is van den vos Reynearde op gebaseerd

A

op de Franse Roman de Renart (1190)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

schrijver Van de vos Reynaerde

A

Willem die Madocke maecte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer kwamen de dierenfabels met vos in de hoofdrol voor het eerst voor

A

in de Griekse literatuur bij Aesopus (620-560 v. Chr)

en bij de Romeinen Phaedrus (1ste E n. Chr)

in het middelnederlands = Esopet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe maakt de schrijven van Van de vos Reynaerde zich bekend

A

volgens de eerste regel heet hij Willem en dat hij al eerder een boek geschreven heeft (Madocke)

in laatste 9 regels zegt
‘bi Willeme’ adhv een acrostichon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

definitie epiek

A

een bericht over een handeling in de vorm van een monoloog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe noemt de dierhoek van de dramatiek, lyriek, en epiek

A

de driehoek van Peterson

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer is Van de vos Reynaerde ongeveer geschreven

A

ca. 1250

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de verschillende topoi

A
  • inspanning
  • causa scribendi
  • bronvermelding
  • het gebed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

toepassing topoi proloog op Van de vos Reynaerde

A

Inspanning: ‘hij bleef ervoor wakker’ (“wat hem vaak zijn nachtrust koste”)

reden: ‘dat bij ons dus ongeschreven bleef’

bron: ‘zoeken in Franse boeken’

gebed: ‘Moge God ons zijn bijstand geven’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een vita

A

het levensverhaal van een heilige <-> humor want Reynaerde was geen heilige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeeld acrostichon

A

Leven zacht en fijn
Over bergen, en door zee
Regen valt, zon schijnt
Elke dag opnieuw

=> LORE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is Madoc

A

verloren werk, geschreven in het Middelnederlands. waarschijnlijk een satire over middelverhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de reden dat dierenverhalen geschreven worden

A

het zijn vaak satire
maar als je met andere ridderverhalen spot, kan je sanctie krijgen opdat je spot met de adel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wie is de haan => klacht + verdediging

A
  • Canteclaer
  • R. heeft 11 kippen opgegeten waaronder Coppe die juist haar eerste ei ging leggen
  • <-> wou ze leren vliegen naar de hemel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

van waar komt Canteclear + spiegelbeeld maatschappij

A
  • komt van heldere zanger
  • alternatieveling, milieu-activist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe noemt de wolf, klacht + verdediging

A
  • Issengrim
  • R. dief en moordenaar,
    die van zijn vrouw moet
    blijven.
  • geurineert op kind = blind
  • > < wederzijdse liefde is geen straf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

van waar komt de naam Issengrim + wie in maatschappij

A

sang + grim = bloeddorst

een racist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hoe noemt de wolvin + klacht + verdediging

A
  • hersinde
  • R. heeft haar aangerand
    >< wederzijdse liefde is geen straf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

van waar komt de naam hersinde + maatschappelijk figuur

A
  • het zint haar wel
  • kokette verleidster
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoe noemt de hond en klacht + verdediging

A
  • Courtois
  • R. heeft zijn worst opgegeten
    >< had worst zelf gestolen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

van waar komt de naam courtois + maatschappelijk figuur

A
  • hoffelijk
  • decadente, verfranste, bourgeois
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe heet de haas en klacht + verdediging

A
  • Cuwaert
  • R. heeft aan zijn hoofd
    getrokken en bedreigd ‘ik krijgt je nog wel’
    >< geen verdediging gekent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

van waar komt de naam Cuwaert + maatschappelijk fuguur

A

coward -> lafaard

angsthaas, bang en laf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

hoe noemt de vossin klacht + verdediging

A
  • Hermelijn
  • R. is een sloddervos, verder geen klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wie is hermelijn in de maatschappij
naive kuisvrouw
26
wie is de leeuw in het verhaal klacht + verdediging
- koning Nobel - N. overloopt futiele klachten (bv. klimaat/treinstakingen)
27
wie is Nobel in de maatschappij
goedgelovig, maar egoïstische koning
28
het noemt de das, rol
- Grimbeert - advocaat van R., steekt misdaden R. op slecht jeugd, noemt het een misverstand en eist vrijspraak
29
van waar komt de nam Grimbeert + maatschappelijk figuur
- hoffelijk - advocaat die met 'middelen' wil winnen => leugenaar
30
wat zijn woordspelingen die gebruikt worden in het verhaal
- stresskip - kieken zonder kop - met zijn gevos - sloddervos
31
dubbelzinnigheden in verhaal
- alle hoeken van de kamer laten zien => zowel vrijen, als letterlijk alle hoeken van de kamer laten zien om bv. te kuisen
32
op welke dag speelt het verhaal van Reynaerde de vos zich af
het was hofdag van koning Nobel. Alle dieren komen naar hem voor raad - Het was Pinksteren
33
voor wat dient een hofdag
- dieren kunnen raad vragen - feodale orde bevestigen - erkenning en trouw zweren aan koning
34
wat is de manque aan het begin van het verhaal
hij ontbreekt
35
hoe begon het verhaal
- hofdag - klachten over R. - manque, R is er niet - oproep om te vergaderen
36
wat komt er uit de vergadering met de raadsleden van koning nobel
ze moeten R. 3 maal dagvaardigen => naar hof brengen, voor ze de doodstraf kunnen uitvoeren
37
hoe ging de eerste daging
Bruin de beer gaat R. halen voor de eerste daging. maar R. heeft een list en zegt dat er in een gespleten boom honing zit. Beer gaat met zijn kop erin. R. zorgt ervoor dat boom dicht valt en b. vast zit. De dorpelingen vinden bruin. Wordt mishandeld/ afgeranseld door dorpelingen (oa pastoor)
38
welke menselijke trekken en zwakten vertoont Bruun
- hij is van de HOGE ADEL - raar want hij is DOM, GULZIG en HEBBERIG => onhoofs!!!
39
hoe worden de dorpelingen afgeschilderd
- gewelddadig - boos - meedogenloos - lelijk en roddelziek - ze genieten van de pijn, - bloeddorstig
40
geef concrete voorbeelden van hoe dorpelingen worden afgeschilderd
- Lottram Langvoet - Ludolf met den krommen vingeren - Ludmoer (lute = domme vrouw) - Vrouwe Vuulmaerte (smerige dienstmeid, stinkwijf) - Abelquac (mooiprater) - Bave (kwijl) - Huigen (bedrogen echtgenoot, hoorndrager) - Ogerne (O, graag) - Julocke (Jou lok ik)
41
wat is er vreemd aan de pastoor in het verhaal
hij is schijnheilig (= een hypocriet) - getrouwd + deelt afgelaten uit
42
op welke manier is Reynaert een getrainde manipulator
'Mate es tallen spele goet' = ironie R. kent zwakke plekken van tegenstander en speelt erop in
43
hoe verliep de 2de daging
tibeert de kater moet R. gaan halen om hem voor de 2de keer te dagvaardingen. R. zet hem in de val. Zegt dat er veel muizen in het kippenhok zitten. aan ingang hangt een strop T. wordt opgehangen. Pastoor wordt wakker, komt naakt kijken. Pastoor steekt oog uit van kater met een echt kruis. Daarna bijt de kat de pastoor in zijn kruis en ontsnapt
44
hoe verschilt de hoofsheid van een koning in de ridderromen en is de dierenpos
Ridderroman: koning = WIJS en RECHTVAARDIG Dieren: koning nobel = HEBZUCHTIG, geen mate, hij hunkert naar rijkdom
45
hoe verschilt de hoofsheid van de adel in de ridderromen en is de dierenpos
ridderroman: adel is ZELFBEHEERST, MATE en moed (HOOFS) dieren: Bruun, Tibeert etc zijn hebzuchtig (honger voor honing/muizen) => GEEN MATE
46
hoe verschilt de hoofsheid van de clerus in de ridderromen en is de dierenpos
ridderroman: celibatair/kerkelijk leven dieren: pastoor is gehuwd, corrupt, hypocriet en agressief
47
hoe verschilt de hoofsheid het gewone volk in de ridderromen en is de dierenpos
ridderroman: erg afwezig, onbelangrijk, boerenkinkels, platvloers dieren: kritiek op gevestigde waarden. tonen hoe mens/maatschappij écht zijn. => hoofse maatschappij is een IDEAAL en ILLUSIE
48
wie wordt er gespaard in de dierenpos
de burgerij Is Willem een van hen?
49
bespreek de cirkelstructuur in het verhaal
- ordo: hofdag bij koning Nobel - Manque: R. niet op feest - Queeste: dagingen T, B - geen mate: gulzig, onhoofs - andere werelden: Malpertus (burcht R.) en dorp - herstelling ordo: niet volledig hersteld = schijnvrede, maar R. is nog altijd vrij
50
bespreek de 3de daging
Grimbeert de das gaat naar R., hij neemt als leek de biecht af, omdat das weet dat R. ter dood veroordeeld zal zijn. R. manipuleert en speelt in op zwakheden G door berouw te tonen.
51
kenmerken van Grimbeert
hij is nieuwsgierig en sensatiebelust. hij neemt biecht af om alle sappige details te horen
52
wat houdt de list van Reinaert in
hij misleidt de koning en koningin met een schat (=> speelt in op domheid en hebzucht
53
kenmerken van Reinaert bij de list
hij is slim en sluw, vecht met verstand hij is wreed, hij vraagt om schoenen (van de poten wolf) en een pelgrimtas (vacht bruun beer)
54
wat houdt het slot van het verhaal in
- 'soort van' ordo - Firapeel (luipaard) zorgt voor peis en vree, maar heeft eig niks gedaan. er heerst schijnordo want ze willen nog wraak, maar R. is weg. => overeenkomst, wolven/beren mogen nu jagen op vossen/rammen (schaapachtige)
55
wie is Firapeel
het luipaard => politiek pragmatische fixer 'macht streeft geen waarheid, maar zelfbehoud na'
56
wat is een belangrijk kenmerk van het dierenverhaal
het antropomorfisme
57
wat houdt het antropomorfisme in
dieren spreken en handelen op menselijke wijze => gebruikt om toestanden te bekritiseren of te bespotten
58
waar vind je antropomorfisme ook terug
in fabels
59
hoe kwam het fabelgenre in Griekenland terrecht
via Perzië
60
wie was de bekendste fabeldichter in Griekenland
Aesopus
61
bekende fabel 'boeken'
Esopet => 67 dierenfabels, in het Middelnederlands, satirische strekking Fables van Jean de la Fontaine (1621-1695) => 243 fabels in dichtvorm
62
wat zijn de kenmerken van een satire
een vorm van kritiek op mensen, ideeën of maatschappelijke situaties, die op een grappige, overdreven of spottende manier wordt gebracht.
63
waarom is Van den vos Reynaerde en satire
bekritiseerd iedereen: - Nobel = geldzuchtig - Isengrim = gewetenloze roofridder - Bruun = profiterend lid landadel - Tybeert/Courtois intrigerende hovelingen - Belijn = zielig en dom - priester = profiteur - dorpelingen = primitief
64
wat is een parodie
spottende nabootsing van een bestaand werk, persoon, genre of stijl, meestal met humor als doel.
65
waarom is Reynaerde de vos een parodie
het is een spottende nabootsing van in de middeleeuwen zeer populaire RIDDERVERHALEN
66
welke elementen van de parodie vind je terug in het verhaal
- schijnvrede op het eind - Queeste mislukt - geen hoofse ridders - geen mate
67
wat is intertekstualiteit
een tekst is niet alleen een dialoog tussen auteur en lezer, maar ook tussen de tekst zelf en andere teksten. => Geen enkele tekst leeft in een vacuüm
68
Waarom is het bewust zijn van intertekstualiteit belangrijk
- doet je meer genieten van je favoriete tekst, film, . - warm gevoel - idee v. verbondenheid - slim want we weten waarover het gaat
69
is intertekstualiteit van alle tijden?
JA:
70
verschillende vormen van intertekstualiteit + grenzen?
- het ken vele vormen en gedaanten aannemen - grenzen niet altijd duidelijk - parodie - eerbetoon - plagiaat - citaat
71
betekenis Multiple discovery
het feit dat verschillende mensen onafhankelijk op dezelfde ideeën komen bv. cabaretiers