LES 24: over kunststromingen + paul van Ostaijen Flashcards

(63 cards)

1
Q

hoe gaan kunststromingen over naar andere kunststromingen

A

kunststroming A => reactie => kunststroming B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef de verschillende kunststromingen van eerst aar laatst met tijdperken

A

1) Barok-rococo (17de-18de eeuw)
2) neoclassicisme (eind 18de-19de eeuw)
3) romantiek (1800-1850)
4) realisme (1850-1880)
5) impressionisme (1880-1914)
6) expressionisme (1918-1940)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kenmerken barok-rococo

A
  • kunst vooral gemaakt voor adel of Kerk
  • eigen inbreng beperkt tot (vaak overvloedige) vormgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voorbeelden van Barok-Rococo

A
  • schilderij Ldewijk XIV door Charles Le Brun (Barok)
  • Innsbruck (Rococo)
  • De kruisafneming - P.P. Rubens (Barok)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kenmerken neoclassicisme

A
  • onafhankelijke kunstenaars steeg + nieuwe rijke kopers (burgerij):
    Ze willen zich onderscheiden van de adel
  • inspiratie uit de Klassieke Oudheid
  • reactie op drukke barok: heldere symmetrische en evenwichtige
    structuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zorgde bijvoorbeeld voor een heropleving van de KO (neoclassicisme)

A

Er was meer interesse/ heropleving van de KO: werd heel populair door bv. Pompeï –> heel stadje van KO bewaard gebleven. Schept mooi beeld van hoe de Romeinen leefde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorbeelden neoclassicisme

A
  • De eed van de Horatiërs - Jaques Louis David
  • Witte huis
  • De vestaalse maagd Tuccia - Joseph Benoît Suvée
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

op wat was de romantiek een reactie + ontsnappen uit

A

op het afstandelijke, rationele van het neoclassicisme en de verlichting

+ ontsnappen uit lelijke werkelijkheid van de industriële revolutie, mechanisatie (= escapisme), verstedelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke namen kwamen er terug in de Romantiek

A
  • Gebroeders Grimm
  • Jane Austen - Pride and Prejudice
  • Victor Hugo
  • Charlotte Brontë - Jane Eyre
  • Guido Gezelle
  • Multatuli - Max Havelaar
  • Piet Paaltjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

betekenis Weltschmerz

A

de romanticus voelt zich niet thuis, tegen over de burgerlijke, vastgeroeste maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarin vluchten ze met de romantiek

A
  • het (nationale) verleden
  • ongerepte natuur
  • droom/verbeelding (bv. sprookjes - Grimm)
  • geloof/ mystieke (bv. geesten)
  • het exotische
  • drugs, de dood
  • horror, mysterieuze, angstaanjagende
  • onbereikbare liefde/idealen
  • Sehnsucht (verlangen)
  • humor/ ironie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Naam Piet Paaltjens

A
  • pseudoniem voor François Haverschmidt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke thema’s kenmerken vond je vaak in zijn poëzie (pp)

A

vaak romantische thema’s:
- Sehnsucht (verlangen)
- Weltschmerz (wereldpijn)
- ongelukkige liefde
- Doodsverlangen

gebruikte Humor en Ironie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voor wat staat Piet Paaltjes bekend

A

voor zijn romantische ironie en het bespotten van clichés uit de romantiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bekende werken van Piet Paaltjes

A
  • Aan rika
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar geeft romantiek aandacht voor (=kenmerken)

A
  • er was aandacht voor GEVOELENS EN VERBEELDING
  • subjectief => mening gegeven in gedichten
  • bombastisch en gevoelsgeladen taalgebruik met veel adjectieven
  • belang van orginaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

voorbeelden van de Romantiek

A
  • Gierzwaluwen
  • Aan rika
  • de Leeuw van Vlaanderen - Hendrik Conscience
  • Manhood - Cole
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat was er gaande in Europa tijdens het realisme

A

modern Europa:
- toename mobiliteit
- kloof tussen arm een rijk nam toe
- kapitalistische wantoestanden zorgde voor verzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat leidde tussen 1875 en 1914 tot een ongeziene toename van mobiliteit in Europa?

A

De komst van de trein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe veranderde het leven van rijke mensen rond 1900?

A

Ze genoten meer comfort: elektrische verlichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe was de situatie voor arme mensen rond 1900?

A

Ze leefden in zware omstandigheden en begonnen zich te verzetten tegen het kapitalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe kwam het verzet tegen de kapitalistische samenleving tot uiting?

A

Door de opkomst van socialisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke drie denkers veranderden het mensbeeld rond 1900?

A

Darwin, Nietzsche en Freud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat gebeurde er in 1914 en wat waren de gevolgen?
De Eerste Wereldoorlog brak uit
26
Wat is realisme in de kunst en wanneer ontstond het?
Een objectieve gedetailleerde weergave van de werkelijkheid als reactie op de romantiek, rond het midden van de 19e eeuw
27
Wat is naturalisme en hoe verschilt het van realisme?
Naturalisme (vanaf ca. 1880) is een wetenschappelijk realisme dat de werkelijkheid niet alleen toont maar ook wil verklaren
28
Welke opvattingen liggen aan de basis van het naturalisme?
Fatalisme, determinisme en de invloed van erfelijkheid, sociale omgeving en tijdsgeest op het menselijk leven
29
Hoe stonden naturalisten tegenover de samenleving?
Ze waren vaak maatschappijkritisch
30
op wat was het realisme een reactie
- op het escapisme van de romantiek - op het subjectieve en gevoelsmatige van de romantiek
31
kenmerken van het realisme
- weergave van de werkelijkheid - objectief en gedetailleerd (fotografisch) - aandacht voor de lagere klassen, geëngageerd (milieu schildering, karakterrekening) - realistische precieze bewoordingen, ook spreektaal en dialect
32
over wat gaat het gedicht Aan rika - Piet Paaltjes (romantiek) + gevoelens die het oproept
2 treinen passeren elkaar, een persoon zag iemand van de andere trein, en werd op slag verliefd. Maar hij voelt ok verdriet want de persoon is super snel weer weg, en hij zal deze persoon ook nooit meer terug zien. Hij is ook wanhopig. De verteller wilt niet leven zonder haar. Hij beland liever samen onder een trein, zodat ze samen zijn de dood
33
taal in het gedicht 'Aan rika'
- op rijm, - gevoel in taalgebruik - zeer bombastisch => veel adjectieven - retorische vragen (=> vraagtekens); kan geen antwoord krijgen want vrouw is weg
34
welke kenmerken van de romantiek vind je terug in 'Aan Rika'
- veel adjectieven die zorgen voor focus op gevoelens - onbereikbare liefde - verlangen naar de dood - soort van liefdesbrief => raakt nooit bij ontvanger; stelt ironie voor, overdreven. => geen serieus liefdesgedicht => BESPOTTING clichés
35
over wat gaat Gierzwaluwen - Guido Gezelle
begin gedicht: geluid zwaluwen. Gedicht verteld hoe zwaluwen leven in de lucht. Rond de kerk, hoog (aan de hemel, dicht bij God), snel. Het beschrijft de bewegingen en vlucht van de zwaluwen.
36
kenmerken van Guido's gedichten (1
= klank, ritme, beeldspraak en typografie: - inspiratiebron voor liederen - herhaalt vaak klanken, woorden - inspiratiebron voor Paul van Ostaijen - Grafic gedichten over Guido -
37
welke onderwerpen komen vaak aan pas bij Guido's gedichten
- natuur, subjectief, vanuit zintuigen beschreven: - taal: bezeten door woorden => op fishes + linkse vrijheid + vrijheid van Vlaanderen => Vlaamse beweging - vriendschap: voor collega's, leerlingen, ... - veel aandacht, verwondering: bv. grasspriet, gier - geloof + God: zoeken/vinden link met natuur
38
welke rol had Guido in de Vlaamse beweging
hij was een taalparticularist = wou een mengeling van dialecten ipv standaard nederlands
39
verhaal van Jan Cremer en de Fabriekskinderen
Er was een ingenieur die een verslag moest schrijven, door de overheid, over kinderen in de fabriek. Hij vraagt Jan (toen al bekende schrijver) als extra hulp om een ander soort verslag te schrijven; een novelle (= korte roman). De fabriekskinderen is op 6 weken geschreven. Jan zag het fabrieksleven als inspiratiebron. Jan nodigt ministers uit voor de voorstelling van het boek. Niemand kwam opdagen, maar publiek was verontwaardig, en schrijven brieven naar de overheid.
40
hoe zat in de tijd van Jan Cremer met de kinderarbeid
in 1874 mogen kinder jonger dan 12 jaar niet meer werken
41
over wat gaat het verhaal van de fabriekkinderen
over een arm gezin van 5 kinderen, waarvan er 3 werken in een fabriek. Een rijke persoon, Willem, vind Sander, een van de kinderen, die in slaap valt op weg naar de fabriek. Sander is 10 jaar en werkt 15u/dag. Doodziek zusje overlijd. Volgens de schrijver wordt het kind vermoord door de overheid, koning, ouders (=mensen m. macht). Hij wil kinderarbeid aanklagen
42
kenmerken realisme in de fabriekskinderen - Jan cremer
gaat over de gewone, werkende klasse hij schrijft in spreektaal
43
achtergrond gedicht het geschenk-Rosalie Loveling
- geschreven in 1870 - vader van kind is dood - kind gaat dood, horloge terug bij oma
44
elementen van realisme in het geschenk - Rosalie Loveling
- aandacht lagere klassen (horloge enige waardevolle binnen familie) - spreektaal
45
wat is een sonnet (klinkgedicht)
Een sonnet is een gedicht van 14 regels, verdeeld in 2 kwatrijnen (samen een octaaf) en 2 terzinen (samen een sextet). Na het octaaf volgt een wending (volta of chute) die leidt tot een andere invalshoek in het sextet. Veelvoorkomende rijmschema’s zijn: abba abba cdc dcd of cde cde. Het metrum is meestal een jambe, vaak in een twaalf- of dertienlettergrepige alexandrijn.
46
wat speelde er zich af in de wereld tijdens het modernisme (avant-garde) + gevoel
- technologische vernieuwing = gevoel alles is mogelijk = BLIJ - WOI = niet blij - Roaring twenties = BLIJ - crash Wall Street = niet blij => afwisseling van optimisme en teleurstelling zorgt voor ontwrichting: ze weten niet meer hoe ze zich moeten voelen
47
wanneer speelde het interbellum zich af, in welk 'tijd'
interbellum 1918-1940
48
Hoe leefde de lost generation
- hadden geen geloof in beschaving - decadente levensstijl tijden roaring twenties - beurscrash zorgde voor massale werkloosheid
49
welke kunststromingen waren er tijdens het modernisme
- expressionisme - futurisme - kubisme - dadaïsme - surrealisme ²
50
tegen wat verzetten de kunstenaar zich tijdens het expressionisme
- tegen burgerlijk-kapitalistische samenleving - tegen vroegere kunst (= product failliete beschaving) => ALLES MOET ANDERS
51
wat gebeurde er met de werkelijk
- geven werkelijkheid niet langer realistisch weer - experimenteren met vormen/kleuren - werkelijkheid deformeren/verdraaien
52
hoe deed het expressionisme zich voor in poëzie
- vrije verzen (= geen vaste structuur) - onvolledige en ongrammaticale zinnen - geen spellingsregels - alle woorden mogen in poëzie gebruikt worden (intertekstualiteit: slogans, liedjes, citaten, ...)
53
kleine achtergrond over Paul van ostatijen
hij kwam op voor de Vlaamse beweging en identiteit
54
wie schreef boem paulkeslag
Paul van Ostaijen
55
kenmerken expressionisme ritmische typografie
- ritmisch: auditieve elementen: tempo, ritme, klanken - typografie: visuele elementen: lettertype, lettergrootte, bladspiegel
56
ritmische typografie in Boem Paukeslag
- woorden niet gwn naast elkaar - originele bladschikking - grote en kleine woorden - herhaling + climax => intensiteit geven aan woorden + ze anders gaan lezen => dynamisch en muzikaal
57
typisch aan zijn paul Ostaijen
hij tast de grenzen af van de kunst/ poëzie --> draait om experiment, ervaring die het werk oproept en niet gwn om de 'mooi' gekozen woordjes
58
wat is het effect van de gedrukte woorden + denk na over de taal van kunst
- woorden niet allen betekenisdrager, vormen zelf ook beeld dat aan betekenis bijdraagt. - toen heel ongebruikelijk, nu gewend door bv. reclame - PO wil doordringen tot in het onderbewuste van de lezer
59
definitie ritmische typografie
combinatie van auditieve en visuele (typografische) elementen
60
reden waarom het expressionisme zo raar met gedichten
om de emotie of gedachte ze direct mogelijk te uiten
61
wat is poésie pure
een ik-loze poëzie, waarbij de klank belangrijker is dan de betekenis
62
synoniem poésie pure
zuivere poëzie
63
wie streeft er naar poésie puur
dichters in het expressionisme, ook Paul van Ostaijen