middeleeuwen+renaissance Flashcards

(10 cards)

1
Q

homofoon en kenmerken homofonie

A

vorm van meerstemmigheid waarbij de verschillende stemmen hetzelfde ritme hebben. Alle stemmen staan keurig onder elkaar en vormen vaak akkoorden. Bij gezongen muziek is de tekst dus goed te verstaan. De hoofdmelodie is vaak de hoogste melodie. Verticale schrijfwijze.
kenmerken:
-zelfde ritme
-vormen vaak akkoorden
-tekst is goed te verstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

polyfoon en kenmerken polyfonie

A

vorm van meerstemmigheid waarbij de verschillende stemmen een grote mate van zelfstandigheid hebben (de verschillende stemmen bewegen onafhankelijk ten opzichte van elkaar maar horen toch bij elkaar). Geen hoofdmelodie en een horizontale schrijfwijze
tactus= geen maat maar wel een doorlopende pulse/beat
kenmerken
- canon
- imitatie
- stemparen
- meestal tertsen en sexten
- cantus firmus
Het toepassen van imitatie, stemparen of gebruik van een cantus firmus zijn polyfone compositietechnieken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wereldse muziek in de middeleeuwen

A

-speellui ( voor het ‘gewone’ volk. Populaire ‘deuntjes’, makkelijk mee te zingen
(duidelijke structuur en qua toonhoogte een beperkte stemomvang met niet al
te grote sprongen). )

-troubadours(kunstlied; geletterde componisten van adellijke komaf. Muziek voor de adel. Veel al ‘hoofse’ thema’s (onbereikbare liefde voor een
hooggeplaatste vrouw))

-estampie (Valt onder de volksmuziek (voor de jaarmarkt en de kermis)
* Instrumentale dansmuziek.
* Rondovorm (A – B- A – C- A –etc).)

-bourdon(primitieve begeleidingsvorm. Veel gebruikt in de wereldlijke muziek van de middeleeuwen. Doorgaande ‘drone’ (zoals die bij een doedelzak
klinkt).)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wereldlijke muziek in de Renaissance

A

-Madrigaal (Italiaanse tekst, tekstuitbeelding in muziek, muzikaal hoogstaand.)
-Chanson (Franse tekst, minder gekunsteld dan een madrigaal en dus toegankelijker voor een groter publiek.)
Hofdansen:
-pavane (een statige langzame
twee-tels-maat, meerstemmig)
-Gaillarde( up tempo, drie-tels-maat,
meerstemmig met dezelfde melodie als
de gaillarde (maar dan een andere feel/maat).)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gregoriaans gezang

A

Gregoriaans: functionele muziek binnen de liturgie: meditatie (tot God)
kenmerken:
- a capella
- mannenstemmen
- eenstemmig
- Latijnse tekst
- geen maat (geen pulse/beat)
- tekst bepaalt het ritme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cantus firmus=

A

Cantus Firmus (letterlijk: vast gezang) is de hoofdmelodie in een polyfone compositie. Vaak in de tenorstem. De hoofdmelodie, wordt ‘opgerekt’ in lange notenwaarden. Om deze cantus firmus worden tegenstemmen ‘gevlochten’. De cantus firmus is de ‘ruggengraat’ van de compositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • ostinato
A

een kort muzikaal motief dat telkens, gedurende of een deel van een song, speelstuk etc. wordt herhaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mis:

A

meerstemmige vocale compositie
verschillende delen op vaste teksten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Motet:

A

meerstemmige vocale compositie op
Bijbelse tekst, korter dan de mis.
Tekstuitbeelding in de muziek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de ontwikkeling van de meerstemmigheid op chronologische volgorde

A

-parallel organum (=tweede stem parallel met een kwart/kwint aftand meestal)
-vrij organum (=tweede stem ritmisch gelijk maar toonhoogte niet parallel)
-melismatisch organum (=de oorspronkelijke melodie wordt opgerekt en daar tegenover word een bewegelijke vrije stem gecomponeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly