muziekgeschiedenis H3 Flashcards
(21 cards)
affecten
Gemoedstoestanden/emoties. In de affectenleer wordt beschreven welke muzikale middelen welke emoties kunnen opwekken (toonsoorten, intervallen e.d.). Barokmuziek wil de emoties bespelen.
klankschildering
Het weergeven van een gebeurtenis of tekst inhoud met muzikale middelen.
basso continuo
Begeleidings-sectie in ieder barokensemble/orkest (en daarmee bijna altijd een kenmerk van Barokmuziek) bestaande uit een akkoordinstrument (zoals klavecimbel, orgeltje, luit) + basinstrument (cello of fagot).
Notatie: becijferde bas, de cijfers (akkoordsymbolen) geven de ligging van de akkoorden aan. De basnoot is daarbij gegeven.
De bas speelt een doorlopende baslijn (continue bas: basso continuo).
barokke motoriek
De doorgaande stroom van tonen vooral voortgedreven door de baslijn met akkoorden (het basso continuo). Muzikale frases eindigen hierbij niet zozeer in een punt, maar steevast in een komma, zonder dat de muziek ergens stilvalt.
versieringen
Barok is de tijd van pracht en praal, daar horen versieringen bijvoorbeeld trillers (vaak om naar een slot toe te werken). Een andere versiering is de omspeling: belangrijke noten worden met andere noten ‘om-speeld’. Versieringen werden meestal geïmproviseerd.
voortspinnen (voortspinningmelodiek)
De muziek stroomt ononderbroken voort, zonder pauzes of rust. Vergelijk spinnenwiel: een doorgaande beweging waarbij het ene stuk koord/touw uit het andere voortkomt. Zie ook Barokke motoriek.
sequens
De onmiddellijke herhaling van een muzikale zin of motief op een hogere of lagere toon. Telkens trapsgewijs. Wordt vaak ingezet om te moduleren. Ook in muziek van na de Barokperiode.
Concerto Grosso
Muziekvorm uit de Barok
-voorloper van symfonie en soloconcert.
-meerdelig muziekstuk
-geschreven voor een groep solisten (concertino) tegenover een orkest
-orkest en solisten wisselen elkaar meestal af, maar spelen soms ook samen (tutti).
tutti
Als het gehele orkest speelt.
Terrassendynamiek
Abrupte overgang van hard naar zacht en andersom.
echo-dynamiek
De herhaling klinkt plotseling zachter, als een echo. Extremere vorm van terrassendynamiek
opera
-een vorm van muziektheater
-overwegend gezongen muziekstuk
- muziekstuk wordt uitgebeeld met orkestbegeleiding
Onderdelen zijn:
-ouverture
-aria’s
-recitatieven
-koren
recitatief
Onderdeel van een opera.
-Op spreekachtige wijze zingen.
-Verhalend
-geen tekst herhaling
aria
Lied, anders dan recitatief:
-tekstherhalingen
-emotie centraal.
Vorm is vaak: A-B-A’
oratorium
Feitelijk: een ‘religieuze opera’. Bedient zich van vergelijkbare muzikale elementen, zoals aria’s en recitatieven, met als belangrijkste onderscheid dat het hier niet gaat om amusement, maar om het verklanken van Bijbelse verhalen. Wanneer het onderwerp van een oratorium zich specifiek toespitst op het lijdensverhaal van Jezus, wordt ook wel gesproken over een passie, met als bekend voorbeeld de ‘Matthäus Passion’ van Bach.
cantate
Als een oratorium alleen dan korter en in kleinere bezetting
Dubbel/meerkorig
De eigenschap dat een muziekstuk voor twee koren geschreven is. Bijv. de Matthäus Passion van Bach (2 koren van sopraan, alt, tenor en bas maar ook 2 orkesten!).
suite
Verzameling van dansen:
-menuet
-sarabande (langzaam, 3-delig)
ouverture
de opening van een opera, oratorium, ballet of toneelstuk of, als concertouverture, de opening van een concert.
INTRUMENTAAL
Recitativo Secco
= recitatief met als begeleiding slechts basso continuo, sobere uitwerking in enkele akkoorden.
Recitativo Accompagnato
recitatief op basis van basso continuo + andere instrumenten