modellen: balansmodel en biopsychosociaal model Flashcards

(15 cards)

1
Q

hoe kan het balansmodel in dit vak gebruikt worden?

A

Het balansmodel brengt risicofactoren en beschermende factoren op verschillende niveaus (micro-, meso-, en macroniveau) in kaart.

Het helpt inzicht te krijgen in hoe deze factoren elkaar beïnvloeden en hoe ze de draagkracht en draaglast van een persoon beïnvloeden.

model gebruikt voor verschillende contexten omdat het => rekening houdt bredere context van het leven van een individu.

krijgt inzicht te krijgen in de problemen + hulpbronnen die iemand heeft

Wanneer er te veel risicofactoren zijn en te weinig beschermende factoren, ontstaat er een onevenwichtige balans in de opvoeding, wat kan leiden tot problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de drie niveau’s van het balansmodel?

A

Microniveau: Dit gaat over factoren binnen het gezin, zoals:

Ouderfactoren
Kindfactoren
Gezinsfactoren

Mesoniveau: Dit betreft sociale factoren buiten het gezin, zoals:

Sociale netwerken (bijvoorbeeld vrienden en familie).
School en buurt (bijvoorbeeld steun van leerkrachten, sociale cohesie in de buurt).
Macroniveau: Dit omvat maatschappelijke factoren, zoals:

Culturele achtergrond (bijvoorbeeld waarden en normen).
Sociaal-economische status (bijvoorbeeld inkomen, opleiding, werk).

bevatten alle drie beschermende en risico factoren. Vooral cumulatie van risicofactoren is doorslaggevend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de draaglast en draagkracht binnen het balansmodel?

A

Draagkracht verwijst => vaardigheden, middelen en hulpbronnen

Draaglast => taken, uitdagingen en problemen

Wanneer de draaglast groter is dan de draagkracht = opvoedingsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bemoeilijkt het beoordelen van diverse opvoedingssituaties?

A

moeilijk omdat opvoeding een transactioneel proces is waarin ouders en kinderen elkaar wederzijds beïnvloeden.

en omgevingsfactoren, die allemaal op elkaar inspelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met welke kwalitatieve voorwaarden hangt een positieve gezinssituatie samen?

A

Materieel levenspeil
Tevredenheid van ouders met de leefvorm
Vertrouwen en communicatie tussen ouderfiguren en kinderen
Sociale steun
Stabiele persoonlijkheid van de gezinsleden
Positieve opvoedingsgeschiedenis van de ouders
Institutionalisering van nieuwe posities en rollen van gezinsleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn bufferfactoren?

A

Bufferfactoren zijn beschermende factoren
Beschermende factoren verhogen de draagkracht en zorgen voor een positieve opvoeding => compenseren risicofactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de existentiële verantwoordelijkheid van ouders?

A

De existentiële verantwoordelijkheid van ouders houdt in dat zij de gezinssituatie vanuit het standpunt van hun kind moeten evalueren.
Kinderen hebben behoefte aan structuur, stabiliteit, verbondenheid en beschikbaarheid. Deze behoeften moeten voorop staan, zelfs als ze soms in conflict zijn met moderne waarden zoals flexibiliteit, zelfbeschikking en keuzevrijheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

. Binnen welke context wordt het balansmodel voornamelijk gebruikt?

A

binnen pedagogische contexten om de noden aan opvoedingsondersteuning in kaart te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het biopsychosociaal model?

A

Het biopsychosociaal model verklaart menselijk functioneren als een interactie van biologische, psychologische en sociale factoren. Het model stelt dat zowel lichamelijke processen, gedachten en emoties, als de sociale omgeving bijdragen aan het ontstaan en de behandeling van problemen. Dit model biedt een bredere kijk op gezondheid en gedrag dan het traditionele biomedische model, dat zich enkel richt op lichamelijke oorzaken van ziektes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voedt de discussie over het relatieve belang van de verschillende factoren?

A

De discussie ontstaat doordat onderzoekers vaak hun eigen invalshoek benadrukken.

Evolutiepsychologen leggen de nadruk op biologische factoren.
Fabrikanten van geneesmiddelen beklemtonen het biologische aspect van mentale stoornissen.
Leerpsychologen en cognitieve psychologen focussen op informatieverwerking (psychologische factoren).
Sociaal psychologen en antropologen kijken vooral naar de sociaal-culturele invloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke manier speelt tijd ook een rol in deze discussie?

A

De focus op de verschillende factoren verandert afhankelijk van de economische situatie:

bij economische groei ligt nadruk op sociaal-culturele factoren.

In periodes van werkloosheid wordt vooral gekeken naar biologische factoren. => een rechtvaardiging voor maatschappelijke ongelijkheden => mensen hun succes of falen door aangeboren eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Door wie werd het model geïntroduceerd?
A

Het biopsychosociaal model werd geïntroduceerd door George Engel in 1977.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Wat gaf Engel de aanzet tot het ontwikkelen van dit model?
A

Hij zag dat veel aandoeningen beïnvloed worden door de sociale context van de patiënt en hoe patiënten hun situatie interpreteren.

Vooral bij chronische aandoeningen spelen psychologische en sociale factoren een grote rol in het herstelproces.

communicatie van arts invloed op de diagnose en behandeling. Als artsen alleen naar lichamelijke oorzaken kijken, => vermindering kwaliteit behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat maakt dat het model niet de bovenhand wint op het biomedisch model?

A

Artsen=> het moeilijk om het psychologische en sociale op hetzelfde niveau plaatsen als het biologische. Ze richten zich vooral op de “hoofdzaak” (de fysieke aandoening)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Op welke manier is dit ook zichtbaar bij journalisten en hun publiek?
A

journalisten en hun publiek gefascineerd door biologische verklaringen. Artikelen over hersenscans worden als overtuigender beschouwd dan persoonlijke verhalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly