MONDELING EXAMEN Flashcards

(152 cards)

1
Q

Wat weten we over de oorsprong van het Egidiuslied?

A
  • zonder vaste titel
  • rond 1400
  • maakt deel uit van Gruuthusehandschrift
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie is Lodewijk van Gruuthuse?

A
  • telg uit het invloedrijke geslacht van Gruuthuse in de stad Brugge
  • zoon van handelaars (derde stand), diplomaat
  • Gruuthuses bezaten het monopolie op de verkoop van de gruit (= bieringrediënt) aan de brouwers
  • wil pronken met status door te investeren in kunst en geeft opdracht voor Gruuthusehandschrift (= statussymbool)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het Gruuthusehandschrift?

A
  • middeleeuws verzamelhandschrift van gedichten
  • gedichten gaan over liefde (passionele, verboden, naastenliefde…)
  • auteur = Jan Moritoen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie was Jan Moritoen?

A
  • Brugs handelaar en dichter
  • familie uit Schotland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tot welk genre behoort het Egidiuslied?

A

elegie / klaaglied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een elegie / klaaglied?

A

lied waarin de auteur zichzelf beklaagt omwille van machteloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke paradox schuilt er in het Egidiuslied?

A

Egidius pleegt zelfmoord
-> zou volgens religie naar de hel moeten gaan
-> gaat naar de hemel volgens het lied

Oplossing: Egidius heeft zich opgeofferd voor Moritoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lees het Egidiuslied.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke contrast is er in het Egidiuslied?

A

positief, hemel, strofe 2, Egidius
<->
negatief, aarde, strofe 4, “ic”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stijlfiguren zijn er in het Egidiuslied en waarom?

A
  • herhaling
  • aanspreking
  • retorische vraag
    ==> WANHOOP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het Egidiuslied is een rondeel. Wat is een ronddeel?

A

vaste vormelijke indeling:
- vast aantal onderdelen: 8 (A of B)
- vast aantal rijmklanken: 2 (-even of -ijn)
- A: -even, -ijn, - even
- B: -ijn, -ijn
- vast rijmstelsel (volgorde van verzen):
A1, B1, A2, A1, A3, B2, A1, B1
==> herhaling ==> WANHOOP
-> vorm ondersteunt inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie is de auteur van Van der mollenfeeste?

A

Anthonis de Roovere:
- Brugse stadsdichter
- kritisch (vooral bij rijken)
- schreef Van der mollenfeeste rond 1480

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarover gaat Van der mollenfeeste?

A

verschillende groepen worden aangemoedigd om naar een mollenfeest te gaan
-> metafoor voor Dodendansgedicht (Danse macabre)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het leidmotief van Van der mollenfeeste?

A

uitnodiging om naar een feest te gaan
metafoor: onvermijdelijke van de dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het thema van Van der mollenfeeste?

A

dood
dierensymboliek: mol = dode
(dood discrimineert niet: blindheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke groepen worden aangesproken in Van der mollenfeeste?

A

Clerus, kloosterorden, wereldlijke machten (adel), stadsbestuurders, economische machten (handelaars), ambachtslieden, ongehuwden, vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke kritiek geeft Anthonis de Roovere?

A

dat ze een groot zelfbeeld hebben
-> op het einde is iedereen gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is danse macabre?

A

elke artistieke voorstelling van de macht die de dood heeft over alle mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bespreek de vorm van Van der mollenfeeste

A
  • elke strofe: 8 versregels
  • vast rijmschema: ABABBCBC
  • stijlfiguren:
    1. herhaling -> dood komt terug
    2. opsomming -> onvermoeibare dood
    3. personificatie
    -> vorm ondersteunt inhoud
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Bespreek waarom de late ME een voorbode is van de NT op vlak van dichtkunst.

A

VORM
- vorm wordt even belangrijk als inhoud
- bv. Egidiuslied, Van der mollenfeeste
- vorm ondersteunt inhoud
INHOUD: nieuwe thematiek
- aandacht voor dood, eindigheid/tijdelijkheid v.h. leven
- bv. Egidiuslied; Van der mollenfeeste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe veranderd de maatschappij in de nieuwe tijd op sociaal vlak?

A

MACHTSVERSCHUIVING:
- handelaars worden “nouveaux riches”
- steden worden belangrijker dan kloosters/abdijen
- niet ridders, maar militairen vechten
=> einde standenmaatschappij, nivellering
-> geen literatuuronderverdeling met standen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe verandert de maatschappij in de nieuwe tijd op economisch vlak?

A

MACHTSVERSCHUIVING:
- kapitalisme
- Gouden Eeuw (17de eeuw), bloeiperiode in Noordelijke Nederlanden
=> kunst wordt statussymbool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe verandert de maatschappij in de nieuwe tijd op wetenschappelijk vlak?

A

VAL VAN CONSTANTINOPEL (1453):
- opent nieuwe wereld aan informatie (architectuur, wiskunde, geneeskunde)
- wetenschappelijk / wiskundig, niet religieus, realistisch, waarheidsgetrouw, antropocentrisch
=> meer aandacht voor vorm (balans, bv. rondeel) in literatuur, inhoud: over de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe verandert de maatschappij in de nieuwe tijd op religieus vlak?

A
  • reformatie (15de eeuw): hervorming van de Kerk door haar verval: Luther + Calvijn (Beeldenstorm) -> breuk binnen christendom
  • contrareformatie (16de eeuw): terugbeweging -> Spaanse inquisitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de gevolgen van de nieuwe maatschappij in de nieuwe tijd?
1. Splitsing tussen Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden -> Noordelijke Nederlanden zijn vrije (1585: val van Antwerpen) 2. Meeste intellectuelen vertrekken uit Zuidelijke Nederlanden en gaan naar Noordelijke Nederlanden => braindrain (slimme mensen migreren) 3. Taalkundig: vooruitgang van Nederlands
26
In welke context zijn geuzenliederen ontstaan?
Tachtigjarige Oorlog
27
Wat zijn geuzen?
guerrilla van reformisten (< des gueux) die strijden voor vrijheid
28
Wat zijn geuzenliederen?
onderdeel van propaganda (pamfletten) van geuzen om mensen te laten aansluiten bij de beweging
29
Welke drie soorten geuzenliederen zijn er?
1. kronieken (historisch verslag) 2. triomfliederen 2. spotdichten
30
Wie is Arent D. Vos?
- calvinist en predikant - schreef Slaet opten trommele
31
Wie is de auteur van Slaet opten trommele?
Arent Dirckxzoon Vos
32
Lees Slaet opten trommele.
33
Welk soort lied is Slaet opten trommele?
- titel -> oorlog aangaan - marslied - spotdicht (spotten met Spanje en katholicisme)
34
Bespreek de inhoud van Slaet opten trommele.
- Spaensche pocken = syfilis: te vermijden, onder de rokken van de paus - De Spaensche Inquisitie: zal verliezen - De Paus en Papisten: zijn te einde (raad) en moeten aflaat kopen - bekeringsijver aan Spanjaarden - Tonschuldich bloet: vergoten door Spaanse inquisitie - contrast
35
Wat kan 'De Spaensche pocken, onder sPaus pocken' betekenen?
- de paus heeft syfilis - de paus en Spanje werken samen
36
Welk contrast is er in Slaet opten trommele?
Wij: goed, protestanten, reformisten, God, geuzen, winnaars Zij: kwaad, katholieken, contrareformisten, duivel, Spanjaarden, verliezers
37
Bespreek de vorm van Slaet opten trommele.
- gekruist rijm - stijlfiguren: 1. herhaling -> marsritme 2. onomatopee 3. metafoor: de Spaensche pocken 4. woordspeling: Oflaet <-> of laet
38
Waarom staat er bij Slaet opten trommele "Op de wijse Bedructe hertekens, etc."?
Het gedicht kan gezongen worden op de melodie van Bedructe hertekens
39
In welke context ontstaat de renaissance?
- oorsprong in Italië: "rinascita" - nieuw in vgl. met middeleeuwen, maar is wedergeboorte van klassieke oudheid
40
Wat zijn de kenmerken van de renaissance?
- antropocentrisme - individualisme - humanisme - estheticisme - classicisme
41
Wat betekent antropocentrisme?
menselijke beleving staat centraal (<-> theocentrisme)
42
Wat betekent individualisme?
de kunstenaar wordt als individu erkend => naambekendheid + winst maken wordt belangrijker, kunst = persoonlijke verdienste van kunstenaar zelf <-> kunstenaar als ambachtsman (voor God)
43
Wat betekent humanisme?
toenemend geloof in eigen kunnen en denken -> we kunnen als mens meer dan we denken -> niet God, maar zelf bepaal je je leven (verantwoordelijkheid!) -> tollerantie: mensen moeten meer vrijheid hebben
44
Wat betekent estheticisme?
uiterlijke schoonheid wordt even belangrijk als inhoud
45
Wat betekent classicisme?
bewondering voor klassieke oudheid: - toenemende interesse voor klassieke talen - Latijnse namen aannemen - translatio, imitatio, aemulatio - interesse in taalkunde - toenemende ontwikkeling van standaardtaal
46
Wie zijn de bekendste Nederlandse renaissancedichters?
"De Gouden Drie" (geboren tussen 1581-1587 in Amsterdam): - Hooft - Vondel - Bredero met elk eigen schrijfstijl
47
Wat is de stijl van Hooft?
- sonnet - gekunstelde manier van schrijven
48
Wat is de stijl van Vondel?
- elegie - dramatische manier van schrijven
49
Wat is de stijl van Bredero?
- volks (zowel inhoud als schrijfstijl) - authentiek -> dialect
50
Welk genre schrijft Pieter Corneliszoon Hooft?
liefdespoëzie in sonnetvorm
51
Hoe leefde Pieter Corneliszoon Hooft?
- Amsterdam, °1581 - zoon van regent van Amsterdam, welgesteld gezin - degelijke opleiding, onderneemt **grand tour** wanneer hij 17-20 is - keert terug naar Amsterdam en krijgt bestuursfunctie drost / drossaard van gemeente Muiden - mocht wonen in Muiderslot (kasteel), ontwikkelde de **Muiderkring** - heeft in veel van zijn teksten een obsessie met de tijd (**vanitas**)
52
Wat is een grand tour?
een grote pedagogische reis, om: 1. volwassen te worden (Wat zijn mijn interesses?) 2. zichzelf te onderdompelen in restanten van klassieke oudheid in het Middellands Zeegebied
53
Wat was de Muiderkring?
informeel, literair en cultureel intellectueel netwerk van kunstenaars, schrijvers, dichters en wetenschappers die zich in de eerste helft van de 17e eeuw rond P.C. Hooft verzamelde op het Muiderslot bij Muiden om over kunst te praten en zo renaissance te introduceren in de Nederlandstalige literatuur
54
Wat betekent vanitas?
thematiek in verschillende kunstvormen vanaf de nieuwe tijd: - tijdelijkheid - eindigheid - vergankelijkheid van ons leven -> ondraaglijk: moeilijk een plaats te geven
55
Wat was de aanleiding voor P.C. Hooft om Geswinde Grijsaert te schrijven?
rond 1620 moet hij afscheid nemen van Christina van Erp (haar moeder is ziek), zijn verloofde, voor drie maanden
56
Wat is het thema van Geswinde Grijsaert?
almacht van de tijd
57
Wat betekent de titel 'Geswinde Grijsaert'?
"energieke, actieve oudere man" -> personificatie van de tijd
58
Lees Geswinde Grijsaert.
59
Waarom is Geswinde Grijsaert een doodvijand van de rust?
- tijd rust nooit - tijd maakt ons onrustig
60
Welk etymologisch onderzoek doet P.C. Hooft op het einde van Geswinde Grijsaert?
verlangen = ver-langen = verlengen v. tijd
61
Welk contrast schuilt er in Geswinde Grijsaert?
- strofe 1-2: tijd, snel - strofe 3-4: Christina, traag
62
Bespreek de vorm van Geswinde Grijsaert.
- sonnet - omarmend rijm (ABBA) - stijlfiguren in de titel (alliteratie, oxymoron, metafoor, personificatie) -> gekunsteld - stijlfiguren in de tekst (alliteratie, metafoor, assonantie, parallelisme, retorische vraag)
63
Wat is een sonnet?
= "klinkdicht" - 14 versregels - elke regel heeft 12/13 lettergrepen (jamben of trocheeën) - volta (keerpunt) - Petrarcaans (2 kwatrijnen en 2 terzinen) of Shakespeareaans (3 kwatrijnen en 1 couplet)
64
Waarom is P.C. Hooft een typische renaissancedichter?
- antropocentrisme: menselijke gevoelens -> verlangen - individualisme: over zichzelf, zijn lief, zijn gemis + individuele trots, streeft naar bekendheid - estheticisme: veelvuldig gebruik v. stijlfiguren + sonnetvorm - classicisme: 'gevallen rijken' uit oudheid + jamben (imitatio et aemulatio) + grand tour - humanisme: zoekt en vindt zelf verklaring voor verlangen van tijd + etymologie
65
Wie was Vondel?
- °Keulen, verhuist naar Amsterdam, "nouveaux riches", schrijven in vrije tijd, autodidact - goede vrienden met P.C. Hooft, lid van Muiderkring - werd 91 jaar, overleefde heel zijn familie, verloor in 1632 zijn zoon (Constantijn) en dochter (Saertje) -> TRAUMA => elegie
66
Lees Kinder-lijck.
67
Waarover gaat Kinder-lijck?
over de dood van zijn zoon -> autobiografisch => INDIVIDUALISME
68
Leg de titel 'Kinder-lijck' uit.
kinderlijk (als een kind) <-> kinder-lijk (dode lichaam van kind)
69
Bespreek de vorm van Kinderlijck.
- rijmschema: binnenrijm + eindrijm - trocheeën => klassieke oudheid - stijlfiguren: heel weinig, enkel titel - woordkeuze: past woorden aan voor rijmschema
70
Waarom is Boerengezelschap van Bredero een moeilijke tekst?
- het is geschreven in een plaatselijk dialect - beschrijvingen van onbekende gebruiken - overrompeling van persoonsnamen
71
Wie was Bredero?
- bescheiden afkomst - kermisvierder en wildebras - 33 jaar geworden, gestorven door door het ijs te zakken bij een kermis - haat-liefde relatie met andere schrijvers van zijn tijd
72
Lees Boerengezelschap . Waarover gaat het?
groepje boeren gaat naar naburig dorp om feest te vieren
73
Wat is het leidmotief van Boerengezelschap?
't kan verkeren (situatie / sfeer slaat snel om) een vrijpartij wordt een steekpartij
74
Bespreek de vorm van Boerengezelschap.
- rijmschema: AAA(b)BA - lijst van namen -> chaotisch boerenfeest - plaatselijk dialect -> authentieke tekst - onvoorspelbare lengte van versregels -> chaos + afkeer voor strikte manier van schrijven
75
Wat zijn de kenmerken van de Verlichting?
- rationalisme: kennis verwerven door te redeneren (geen empirisme, bijgeloof of onrecht) -> emancipatie en secularisatie - vooruitgangsdenken: meer kennis = betere wereld - vrijheidsdenken: mensen moeten de vrijheid hebben om te doen/denken wat ze zelf willen
76
Wat is emancipatie?
verwerven van rechten / strijd tegen onrecht
77
Wat is secularisatie?
scheiding tussen Kerk en staat (minder geestelijk worden)
78
Hoe veranderde de beleving van literatuur in de Verlichting?
- literaire salon (bijeenkomst van intellectuelen bij salonnière om ideeën uit te wisselen over de maatschappij met als voorloper de Muiderkring) -> kennis verwerven - kinderliteratuur ontstaat -> kennis geven aan jongeren
79
Wie schreef De Pruimeboom?
Hiëronymus van Alphen
80
Waarom is De Pruimeboom een exempel?
er zit een moraal in: wees gehoorzaam aan je ouders en dan zal je beloond worden
81
Hoe is De Pruimeboom opgebouwd?
1) dilemma (pruimen plukken?) 2) redenering 1: pruimen plukken 3) redenering 2: pruimen niet plukken 4) waarschuwing: vader is er wel! 5) beloning
82
Waarom is De Pruimeboom een Verlichte tekst?
- kennisverwerving: zowel voor Jantje als voor publiek - kinderliteratuur: geschreven voor kinderen - manier van kennis verzamelen: Jantje: beloning -> empirisch, publiek: gedrag van Jantje spiegelen en zelf toepassen -> rationeel
83
Bespreek de vorm van De Pruimeboom.
vormelijke eenvoud: - gebrek aan stijlfiguren - eenvoudig taalgebruik - eenvoudig rijmschema (ABCB) => om kinderen efficiënt de inhoud bij te brengen (functionele eenvoud) => vorm ondersteunt de inhoud
84
Welke maatschappelijke veranderingen waren er in de 19de eeuw?
- sociaal: verstedelijking + arbeidersklasse - economie: industrialisatie - wetenschap: transport + communicatie - politiek: ontstaan van republiek en natiestaat, kolonisatiepolitiek
85
Wat is een republiek?
staat waar het hoogste gezag in handen is van een gekozen president
86
Wat is een natiestaat?
het idee dat een volk (met gemeenschappelijke kenmerken) recht heeft op een eigen staat met eigen bestuur
87
Wanneer begint de lange 19de eeuw?
- 1775: romantiek in Duitsland - 1776: onafhankelijkheid van VS - 1780: industrialisatie in GB - 1789: Franse revolutie
88
Wanneer eindigt de lange 19de eeuw?
1914: WOI
89
Welke culturele stromingen ontwikkelen zich in de lange 19de eeuw?
- romantiek (ca. 1800-1850) - realisme (ca. 1850-1880) - naturalisme (ca. 1850-1880) - impressionisme (ca. 1880-1914)
90
Wat zijn de kenmerken van de romantiek?
Reactie op de ingrijpende veranderingen van de 18e en 19e eeuw (industrialisatie, Verlichting, ...) -> romanticus kiest voor emotie, verbeelding en individuele gevoel ipv. ratio en orde -> diep verlang naar het **overweldigende**, ongrijpbare, onbegrepen -> **natuur** = tegengif: troost en verwondering + ongetemde kracht -> keert zich af van beklemmende maatschappij en zoekt **isolement** op (vrijwillig uit verlangen naar zuiverheid / onvrijwillig uit verdriet om onbegrip) -> melancholie, Weltschmerz, spleen, mal du siècle -> antwoord is **escapisme**: romanticus vlucht in natuur, verleden, exotische, kunst, of zelfs dood
91
Wat is melancholie?
een negatieve, treurige kijk op de wereld omdat je verlangt naar iets water nooit geweest is / zal zijn
92
Wat is nostalgie?
tegelijk triest en dankbaar terugblikken naar iets wat je hebt meegemaakt
93
Wat is Weltschmerz?
zich ongelukkig voelen omdat de wereld niet aan je verwachtingen voldoet en dat nooit zal doen
94
Wat is spleen?
zich niet in zijn vel voelen en niet weten waarom
95
Wat is mal du siècle?
algemeen gevoel van desinteresse in de wereld (bwa de vivre)
96
Bespreek de inhoud en vorm van gedichten in de romantiek?
INHOUD - Thematiek: focus op (overweldigende) gevoelens, vluchtgedrag VORM - Afkeer van strakke vormvoorschriften => "dichterlijke vrijheid" - Dramatisch, gevoelsgeladen taalgebruik
97
Wie was Guido Gezelle?
- seminarieopleiding in Roeselare - priester-leraar aan het Klein Seminarie in Roeselare (1857-1860) - titularis in poësis (5de middelbaar) Vlaamse beweging: streeft voor Vlaamse taal - Gezelle wil de Vlaamse taal ook in zijn poëzie verspreiden - krijgt functie als onderpastoor in Brugge en Kortrijk
98
Waarom mocht Guido Gezelle geen leerkracht meer zijn?
- hij lag overhoop met het schoolbestuur (eigenzinnig) - hij had een (te) nauwe band met leerlingen (wss. als mentor)
99
Waarom is de bundel Kerkhofblommen van Guido Gezelle een typisch romantisch werk?
- 'blommen' -> natuur - 'kerkhof' wekt bepaalde gevoelens op - idee van vanitas (de dood) wordt uitgedrukt
100
Bespreek de taal en vorm van Guido Gezelle.
- liefhebber van volkstaal - natuurlijke schrijfstijl - vrije verzen (geen strofes / rijmschema) - overdrijvingen met uitroeptekens
101
Aan wie is Een bonke keerzen kind geschreven?
aan Eugène van Oye, een leerling van Gezelle
102
Bespreek de inhoud van Een bonke keerzen kind
fascinatie specifiek: voor mooie kersentros + dankbaarheid voor relatie met Eugène => algemeen: de schepping
103
Waarom is Een bonke keerzen kind een typisch romantisch gedicht?
1. Verwondering voor de natuur 2. Overweldigende gevoel: uitroeptekens, herhalingen
104
Welke zintuiglijke waarnemingen komen voor in Een bonke keerzen kind?
- visueel - auditief - smaak - tactiel
105
Bespreek de vorm van Een bonke keerzen kind
- geen structuur / onderverdeling / rijmschema = vrije verzen -> ondersteunt overweldiging - stijlfiguren: alliteratie (z-klank) -> spatten van kers, assonantie, anafoor/herhaling -> ondersteunt overweldigende, personificate: kersen spreken - uitroeptekens -> overweldiging
106
Bespreek de inhoud van Die avond en die rooze.
denkt terug aan een avond -> dankbaarheid + verdriet algemeen: vele momenten van vriendschap => specifiek: dat ene moment => VANITAS: vluchtigheid van tijd en vriendschap CONCLUSIE: vreest de VANITAS die nog moet komen
107
Welke tweeledigheid is er in Die avond en die rooze?
- titel: avond <-> rooze - ik <-> u - nostalgie: dankbaarheid <-> verdriet
108
Bespreek de vorm van Die avond en die rooze.
- elke strofe heeft twee verzen (ondersteunt inhoudelijke tweeledigheid - oneven versregels eindigen met 'u' (connectie met Eugène als rode draad) - parallellisme
109
Wie was Piet Paaltjens?
het pseudoniem en alter ego van de Nederlandse dichter François Haverschmidt: - zeer ongelukkig, Weltschmerz (hij was ongewenst een romanticus) - pleegde zelfmoord (= ultieme vlucht in de dood)
110
Wat is het doel van de intro op 'snikken en grimlachjes'.
- mystificatie: mysterie gecreëerd rondom een zekere Piet Paaltjens - vragen opgewekt en lezer geprikkeld (persuasief)
111
Waarom gebruikt François Haverschmidt een alter ego?
als vluchtweg naar een andere persoonlijkheid (escapisme)
112
Waarom is Aan Rika een typisch romantisch gedicht?
1) overweldigende van de liefde en de ontgoocheling 2) het onmogelijke (zij ziet hem lett. en fig. niet staan) 3) Weltschmerz en melancholie: treinen rijden in tegengestelde richting 4) escapisme: Piet Paaltjens naar de dood + François Haverschmidt naar andere persoonlijkheid 5) verzet tegen de moderne maatschappij (snelle trein)
113
Waarom is Aan Rika geen serieuze tekst? Wat is het dan wel?
parodie op de romantiek (en zelfspot): - uitvergrote obsessie (zelfs zelfmoord) voor meisje dat hij niet kent - "Piet Paaltjens" is belachelijke naam - retorische vraag (strofe 4) beantwoordt hij alsof het serieus is (strofe 5)
114
Wat zijn de kenmerken van het impressionisme?
- aandacht voor: alledaagse (willekeurige) onderwerpen (bv. lucht & water, licht & kleur), beleving van het moment (impressie), vredevolle taferelen (rust) - reactie op: academische kunst (regels, methodes), dramatisering (romantiek), doelgerichtheid v. kunst => nieuwe visie op kunst: L'art pour l'art => stijltechnische vernieuwingen
115
Welke stijltechnische vernieuwingen waren er in het impressionisme?
1) Stijlfiguren: - veel bijvoeglijke naamwoorden - onomatopeeën: nieuwe (neologismen) of bestaande - synesthesieën (bv. donker geluid) 2) Schrijfstijl: - vulgaire woordenschat en dialect
116
Waarom waren er stijltechnische vernieuwingen in het impressionisme?
om te tonen hoe ze zich voelen
117
Waar is het impressionisme ontstaan?
in Frankrijk
118
Wie was Willem Kloos?
richtte beweging op, De Tachtigers, om het impressionisme te introduceren in de Nederlandstalige poëzie met het tijdschrift De Nieuwe Gids
119
Bespreek de stijl van Willem Kloos.
- L'art pour l'art - individualisme (eigen gevoel) - estheticisme
120
Wat is l'art pour l'art?
kunst zonder doel, gewoon om allerindividueelste gevoel uit te drukken
121
Wat is het thema van Avond?
rust en stilte 's avonds
122
Welke waarneming is er in Avond?
VERVAGING: - zicht/kleuren: nauwelijks zichtbaar, vervliet in teêrheid - geluid: verstierf, lichten zucht, zachter en zachter - afstand: laatste vogel vliedt
123
Welk contrast is er in Avond?
- rust + natuur - onrust + dichter
124
Wat is een Natureingang? Is Avond een Natureingang?
- Natureingang (natuurinsteek): natuurverschijnsel wordt beschreven en valt samen met gemoedstoestand - maar in Avond valt het juist niet samen met de gemoedstoestand = omkering v.d. Natueingang
125
Bespreek de vorm van Avond.
- Stijlfiguren: alliteratie (geluid v.d. wind), assonantie (zuchten v.d. wind, vliegen v.e. vogel, hartslag), neologisme, synesthesieën, personificatie - Petrarcaans sonnet
126
Lees Avond.
127
Waarom is Avond typisch voor het impressionisme?
- waarnemingen - natuur - neologisme - synesthesieën
128
Hoe ontstond het modernisme vanuit de Eerste Wereldoorlog?
miljoenen vluchtelingen ontheemd + overal dood en vernieling → wantrouwen in voorgaande ↔ nieuwe generatie, overheid ↔ bevolking, in zich zelf → "Lost generation" (verdwaalde generatie) → wat nu? → nieuwe wereld bouwen (breken met het verleden) → experimenteergedrag → roaring twenties (woelige jaren twintig) → men vlucht in alles wat nieuw is en verdovend werkt → kan enkel in de kunst (kunst krijgt weer doel) → "Tabula rasa" (alle restanten van oude kunst weg) → nieuwe kunstbewegingen → modernisme
129
Wat zijn de algemene kenmerken van het expressionisme?
- DEFORMATIE (= vervorming) van de werkelijkheid: geen realistische weergave; 1st afbreken, dan opbouwen - Overdrijving (cartoonisering) van emoties / gevoelens - Stijl: hard, helder, scherp, fel (contrasterend, confronterend, heftig, direct) - (Overweldigende) gevoel primeert op verstand
130
Hoe worden de algemene kenmerken van het expressionisme toegepast in de literatuur?
- Inhoud: beeldspraak en stream of consciousness (fragmentarisch) - Vormelijk: deformatie van taal: vrije verzen, onvolledige en ongrammaticale zinnen, geen of meer hoofdletters en leestekens, onlogische woord- en taalcombinaties, experimenteren met woordbeelden / typografie (= typografisch expressionisme) - poésie pure - beeldgedichten
131
In welke context is Nydighe Tijt geschreven?
- maakt deel uit van reeks sonnetten die Hooft schreef voor zijn geliefde Christina van Erp - hij schrijft het ook om het idee van vanitas uit te drukken
132
Wat is het thema van Nydighe Tijt?
de subjectiviteit van tijdsbeleving
133
Bespreek de titel van Nydighe Tijt.
"Nydighe Tijt" = "nijdige (boze, jaloerse) tijd" -> personificatie van tijd als benijder, spelbreker, grijsaard, slechte uurwerkbouwer
134
Lees Nydighe Tijt.
135
Bespreek de inhoud van Nydighe Tijt.
- geliefde doet liefdesklacht tegen de Tijd - Tijd drijft volgens hem geliefden uit elkaar, als een jaloerse oude man (jaloers omdat hij zelf nooit liefde heeft gekend) - laat ook de klok sneller slaan tijdens het samenzijn en trager na het vertrek van de geliefde
136
Welk contrast schuilt er in Nydighe Tijt?
snelheid v.d. tijd <-> vertragen v.d. tijd
137
Bespreek de vorm van Nydighe Tijt.
- Petrarcaans sonnet: volta tussen de 2 terzinen, ABBA ABBA CCD EED - stijlfiguren in titel: personificatie, metafoor, assonantie - stijlfiguren in tekst: metafoor, assonantie, alliteratie, retorische vraag, hyperbool, aanspreking
138
Waarom is Nydighe Tijt een typisch renaissancegedicht?
- antropocentrisme: gevoelens / beleving van de mens staan centraal - individualisme: schrijft over persoonlijke gevoelens ("mijn gheluck") + individuele trots - humanisme: redeneert als mens zelf over het leven, emoties, tijd, liefde ... (filosofisch bijna) - estheticisme: veelvuldig gebruik van stijlfiguren, klankspel, rijm, sonnetvorm ... - classicisme: grand tour van Hooft, trocheeën, streven naar harmonie
139
In welke context is Uitvaert van mijn dochterken geschreven?
- in 1633 overleed Vondels achtjarige dochter Saartje - om zijn verdriet te verwerken begon hij zijn gedachten onder woorden te brengen in een elegie
140
Bespreek de inhoud van Uitvaert van mijn dochterken.
Vondel stelt zijn dochter voor als onschuldig, lief kind. De dood vergelijkt hij met een boogschutter die genadeloos toeslaat.
141
Bespreek de vorm van Uitvaert van mijn dochterken.
- rijmschema: gepaard rijm (AABBCC) - stijlfiguren: personificatie van de dood, herhaling (en, of), enjambement - uiteenlopend aantal versvoeten
142
Bespreek de inhoud van Het Schrijverke.
- dialoog tussen dichter en waterkever - dichter verbaast zich over de kever en ziet er een lofprijzing aan God in de natuur in
143
Waarom is Het Schrijverken een typisch romantisch gedicht?
- natuur staat centraal als Goddelijk werk - natuur is wonderbaarlijk en overweldigend
144
Bespreek de vorm van Het Schrijverken.
- rijmschema: gekruist rijm (ABAB) - neologismen ("kabotseken") en dialect - klankspel ("krinklende winklende waterding") - stijlfiguren: alliteratie, herhaling, personificatie (schrijvende kever)
145
Vertel het leven van Paul van Ostaijen.
- 1899-1928 - leefde met broer Jef en moeder - was "enfant terrible" (rebels) - schreef als scholier al gedichten (Belgiese Zondag en Voetbalmatch) - WOI: gezin vlucht naar Antwerpen, bloeit helemaal open door escapisme in Antwerpse nachtleven (ontmoet Duitse kunstenaars), schrijft voor Vlaamsgezind tijdschrift (activisme) - na oorlog: uit angst ballingschap naar Berlijn (= Berlijnse jaren) - moet terugkeren naar Vlaanderen, sterft aan tuberculose
146
Bespreek de inhoud van Belgiese Zondag.
beschrijft typisch Belgische zondag (met zintuiglijke waarnemingen)
147
Waarom is Belgiese Zondag expressionistisch?
DEFORMATIE van: - typografie - zinsbouw - woordenschat - klassieke vers - spelling => stream of consciousness
148
Wat betekent 'stream of consciousness'?
ongestructureerd gedachten weergeven
149
Bespreek de inhoud van Ik misse u.
het hevige gemis van een afwezig vriend of geliefde -> melancholie (en vanitas)
150
Bespreek de vorm van Ik misse u.
- stijlfiguren: herhaling (-> wanhoop), metaforen - plechtige, archaïsche taal
151
Bespreek de romantische kenmerken van De Zelfmoordenaar.
- eenzaamheid - escapisme: vluchten in de dood - natuur
152
Waarom is De Zelfmoordenaar een parodie?
- overdreven dramatiek - absurditeit - ironie