SCHRIFTELIJK EXAMEN Flashcards
(113 cards)
Wat is een voorbehoud?
een nuance die een tegenargument wegneemt, door het zelf te gebruiken
Wat is een paradox?
een schijnbare tegenstrijdigheid
Dubbelroman
Twee verhalen binnen één roman, die inhoudelijk met elkaar verweven zijn of in contrast staan.
Het moment waarop het verhaal echt op gang komt; de gebeurtenis die alles in beweging zet.
Motorisch moment
Fictie
Verzonnen verhaal, ontsproten aan de verbeelding.
non-fictie
Verhaal gebaseerd op feitelijke, waargebeurde gebeurtenissen.
Terugkerende elementen die betekenis geven aan het verhaal.
motieven
cliffhanger
Spannend moment aan het eind van een scène of hoofdstuk om de lezer vast te houden.
De sociale klasse of omgeving van de personages.
Sociale ruimte
Held
Protagonist die bewonderenswaardige eigenschappen bezit.
De ik-verteller kijkt terug op gebeurtenissen uit het verleden.
Vertellende ik
De tijdsperiode waarin het verhaal zich afspeelt (bv. middeleeuwen, 2020).
Kalendertijd / historische tijd
Het hoofdpersonage maakt een positieve ontwikkeling door.
opgangsverhaal
Meerdere interpretaties van het verhaal zijn mogelijk.
Polyinterpretabel
Derde belangrijke personage dat een bemiddelende of ondersteunende rol speelt.
Tritagonist
Het verhaal begint bij duidelijke voorstelling van elementen.
Verhaalbegin ab ovo
Wat is het belang van debatteren?
- deelnemer: eigen mening leren formuleren
- publiek: geïnformeerd worden
faction
Mengvorm van fictie en non-fictie; waargebeurde feiten verweven met verzonnen elementen.
Alle verhaallijnen worden afgerond, duidelijk slot.
Gesloten einde
Wie is de moderator?
een debatleider die zorgt dat beide partijen evenveel kansen krijgen
Tegenstander van de protagonist.
Antagonist
Verhaal gebaseerd op feitelijke, waargebeurde gebeurtenissen.
non-fictie
Gesloten einde
Alle verhaallijnen worden afgerond, duidelijk slot.
Wat is een debat?
een aan regels gebonden openbare gedachtewisseling