Nederlands In Actie - Hoofdstuk 5 Flashcards
(148 cards)
1
Q
de mannenbaan
A
man’s job
2
Q
vrouwelijke (vrouwelijk)
A
female, feminine
3
Q
de werknemer
A
employee
4
Q
de bouw
A
construction
5
Q
de minderheid
A
minority
6
Q
mannelijke (mannelijk)
A
male, masculine
7
Q
bahandelen
A
to treat
8
Q
het afdelingshoofd
A
department head
9
Q
de afdeleing
A
department
10
Q
het gedoe
A
hassle
11
Q
verdienen
A
to earn, to deserve
12
Q
afzien van [iets]
We zien af van het plan
A
to decide against it
We are deciding against the plan
13
Q
achteraf
A
afterwards
14
Q
het zelfvertrouwen
A
self-confidence
15
Q
inmiddels
Ik ben inmiddels klaar.
Het is inmiddels te laat.
A
by now, meanwhile
I am done by now.
It is too late now.
16
Q
afschrikken
De hond schrijkt indringers af
A
to be deterred, to be put off by
The dog scares intruders off
17
Q
aantrekken
A
to put on, to wear
18
Q
hakken (de hak)
A
high heels, heels(verb to chop up)
19
Q
de functie
A
position (in a role/job), function
20
Q
het aantal
A
number
21
Q
begeleiden
I begelied nieuwe collega’s
A
to guide, supervise, coach
I guide new colleagues
22
Q
zichzelf
A
themselves, oneself
23
Q
aansluiten bij
Ik wil me aansluiten bij de group
A
to join, to align with
I want to join the group
24
Q
de ondersteuning
A
support
25
worstelen
Ze worstelt met de taal
to struggle with
She's struggling with the language
26
het inzicht
insight
27
hierdoor
because of this
28
tussen passen, (passen (tussen))
to fit (in with)
29
dezelfde, hetzelfde
the same
30
(zich) aanpassen (aan)
Ik pas me aan aan de situatie
to adapt to
I am adapting to the situation
31
wegjagen
to chase away
32
eisen (de eis)
requirements, demands
33
eisen /werkword/
to require, to demand
34
de maatschappij
society, company
35
de onzin
nonesense
36
het onderwijs
education
37
de verzorging
the care
38
de hoogleraar
professor
39
het personeelsmanagement
personnel management
40
het personeel
staff, personnel
41
onterecht
| Hij werd onterecht beschuldigd
wrongly, unfair, undeserved
| He was wrongly accused
42
stellen
Mag ik een vraag stellen?
to claim, to put, to place
May I ask (pose/put) a question?
43
aankijken (tegen)
Kijk me aan als ik met je praat.
to look at
Look at me when I'm talking to you.
44
de verbazing
amazement
45
de schoonheidsspecialist
beautician
46
de schoonheid
beauty
47
de mede-eigenaar
co-owner
48
mede
co-, also, party
49
de eigenaar
owner
50
het huidinstituut
skin institure
51
het vakgebied
field, profession
52
het vak
field, profession
53
rondlopen
to be there, to be around, to walk around
54
getut (tutten)
to primp, to fuss
55
aanleren
to teach
56
de vakbeurs
trade fair
57
de beurs
the fair
58
de folder
leaflet
59
de vertegenwoodiger
representatives
60
schoonheidsproduct
beauty product
61
in plaats van
instead of
62
het beeld
impression, idea, image
63
onstaan (uit)
Er is een probleem ontstaan
to arise (from)
There is a problem arising
64
plakken (op)
to attach (to), to stick (on)
65
van nature
by nature
66
zorgzaam
caring
67
geven om
Ik geef om jou
to care about
I care about you
68
de andere
the others
69
de sekse
sex (gender)
70
afwijken (van)
Hij wijkt nooit van zijn plan af
deviant, to deviate (from)
He never strays from his plan
71
de keuze / keus
choice
72
ingaan tegen
Hij ging in tegen de regels
to go against, oppose
He went against the rules
73
gelden (voor)
De regels gelden voor iedereen
to hold (for), to apply (to)
The rules apply to everyone
74
opnieuw
again
75
bevestigen
Ik bevestig de afsprak
to confirm, to attach (physically)
I confirm the appointment
76
het hokje
box
77
uitoefenen
to exercise, practice
78
uitmaken
Het maakt mij niet uit.
Ik wil het niet uitmaken.
to matter, to break up (relationship)
I don't mind.
I don't want to break up.
79
duwen
to put, to push, to shove
80
passen bij
Deze schoenen passen bij mijn jas.
to fit, to suit match
These schoes match my coat.
81
weg (van)
away (from)
82
terug
back
83
de bedrijfsjurist
corporate lawyer
84
de jurist
lawyer
85
de yogadocent
yoga teacher
86
de ondernemer
entrepreneur
87
huilen (om)
to cry
88
het huurappartement
rental apartment
89
vastzitten
Dit deur zit vast.
to be stuck, trapped, to be in jail
The door is stuck.
90
in overleg met
in consultation with
91
het overleg
consultation
92
opzeggen
to quit
93
de opleiding
training, degree programme
94
groeien
to grow
95
inmiddels
by now, meanwhile
96
ondernemend
entrepreneurial
97
ondernemen
to to undertake, to run a business
98
het vakantiegeld
holiday pay
99
de zonnerbril
sunglasses
100
niks
nothing
101
lenen (aan / van)
to lend, to borrow
102
dagelijks
daily
103
de kosten
costs
104
knap
impressive, good-looking, clever
105
durven
to dare
106
opzien tegen
Ik zie op tegen het examen
to dread
I'm dreading the exam
107
de bieryoga
beer yoga
108
boos (op / over)
angry
109
storen
Sorry dat ik stoor.
Kun jet me niet storen?
to interrupt, to disturb
Sorry to bother you.
Can you not disturb me?
110
terecht
justifiable / ly
111
bepaalde
certain
112
geschikt
Hij is geschikt voor de baan.
suitable
He is suitable for the job.
113
knoop
button
114
overleg
(in) consultation
115
eigenlijk
actually
116
knipoog
wink
117
kraampjes
market stalls
118
ontzettend
Ik ben ontzettend moe.
incredibly, tremendous, very extremely / huge
I am very tired
119
kabouter
gnome
120
kruiwagon
wheelbarrow
121
vertroude
trusted
122
zwam
mushroom
123
zelfbewuste
self-confident
124
je kunt er niet omheen
you can't get around it
125
aantrekken
to attract
126
onderdelen
parts
127
bijgestellen
Het plan is bijgesteld
to adjust
The plan is adjusted
128
nieuwsgierigheid
Uit nieuwsgierigheid vroeg ik.
curosity
I asked out of curiosity.
129
de bron
the source
130
koopgoot
underground shopping street in R'dam
131
truttige
sissy, twit
132
meuk
junk
133
bijgebouwd
added
134
opscheppen
Hij schept altijd op over zijn geld
to brag, boast
He always brags about his money
135
ouwehoeren
to gossip
136
janken
to cry
137
frustreren
to frustrate
138
gedomineren
to dominate
139
talent
talent
140
het fenomeen
the phenomenon
141
uniek
unique
142
strategisch
strategic
143
het compliment
compliment
144
het salaris
the salary
145
samenvatting
summary
146
leidinggevende
manager
147
voorstel
proposal
148
evenveel
the same amount
