Organisatieperspectieven - Interpretatief perspectief Flashcards

(35 cards)

1
Q

vier begrippen bij interpretatief perspectief

A
  • Verhalen
  • Symbolen
  • Rituelen
  • Routines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Centraal staat

A

Betekenisgeving, komt voort uit symbolen, verhalen, rituelen, routines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Let op betekenisgeving is….

A

Dynamisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Betekenisgeving

A
  • Gecreëerd
  • Dynamisch
  • Door vier begrippen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Organisatiecultuur
A
  • Over hoe het normaal gaat
  • Normen en waarden verankert
  • Basisaanames werkten in verleden dus ook in
    toekomst

Voorbeelden; collegialiteit, integriteit, patientveiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Rituelen en ceremonies
A

Rituelen zijn routines in een organisatie die een (symbolische) betekenis hebben
- pateintoverdracht

Ceremonies; speciale geplande activiteiten voor bepaald publiek (gericht)
- Uitreiking werknemer van de maand (prijzen)

Geven invulling organisatiecultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Symbolen
A

Tekens of voorwerpen met een betekenis die algemeen wordt herkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Storytelling en mythes
A

Door verhalen wordt organisatiecultuur gereproduceerd
- Helden en boosdoeners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mythes

A

Veel gehoorde verhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een goede zorgmanager vanuit interpretatief perspectief

A
  • het vertellen van betekenisvolle verhalen (bijzondere organisatie om reden x)
  • Het ontwikkelen van routines, waardoor mensen zich verbonden voelen met de organisatie
  • het mobiliseren van verbindende symbolen
  • impressiemanagement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschil perspectieven - comminucatie

A
  • rationeel; verspreiden feiten en informatie
  • symbolisch; verhalen verspreiden
  • Politiek; beïnvloeden anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschil perspectieven - motivatie

A
  • Rationeel; gemotiveerd door economische prikkels
  • Symbolisch; symbolen die mensen motiveren
  • Politiek; belangen hardmaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verschil perspectieven - organisatie

A
  • Rationeel -> eenheid
  • Politiek -> pluriform
  • Symbolisch -> cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschil perspectieven - Kennis

A

Rationeel -> objectieve informatie
- Politiek -> uitkomst van machtsrelaties
- Symbolisch -> subjectief; verschillende te interpreteren (waar hecht je waarde aan?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verschil perspectieven - macht

A

Rationeel -> Mogelijke verstoring
- Politiek -> Belangrijkste inzet
- Symbolisch -> betekenisgeving naar je hand zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Centrale punten interpretatief perspectief

A
  • Betekenisgeving
  • Betekenisgeving gecreëerd door; symbolen, rituelen, routines, cultuur
  • Macht wordt bepaald door betekenisgeving naar je hand zetten EN gedeelde waarden creëren
17
Q

Impressiemanagement

A

wat voor beeld creëren we van onszelf naar anderen toe?

Publiek bepaalt of de performance geloofwaardig is

Selectief proces; jij bepaalt wat je laat zien

18
Q

Front stage

A

formeel, vergadering, presentatie, sollicitatie -> je moet je rol spelen

19
Q

Back stage

A

informeel; afstemming, oefent voor front stage

20
Q

Impressiemangement als effectiviteit

A

om goede performance (geloofwaardig) te geven en indruk maken binnen en buiten organisatie

21
Q

Voorbeelden impressiemangement

A
  • WMO (front stage performance)
  • MDO (informele rol in communicatie)
  • Jonge artsen ( te laat hulp zoeken door front stage performance)
22
Q

Concept goed toepasbaar op gezondheidszorg door

A
  • Communicatie tussen zorgprofessionals
  • Rollen die artsen en verpleegkundigen spelen
    ten opzichte van elkaar en patenten
  • front en backstage coördinatie van de zorg
23
Q

Waarom is interpretatief moeilijk en hardnekkig?

A

Interpretaties en betekenissen klinken zacht, maar zijn vaak hardnekkig; organisatiecultuur is lastig zomaar te veranderen.

Vb; Om verandering te maken waarden en normen veranderen; heel taai en duurt lang.

24
Q

Handelen

A

Betekenisgeving bepaalt handelen en hiernaar zie je de consequenties

25
Gezichtsverlies
geloofwaardigheid verliezen door performance (back en front stage)
26
Face work;
werk dat wordt verzet om een goede impressie te behouden of herstellen. Ligt erg aan organisatiecultuur en publiek wat werkt en wat niet door bv; gewoontes en rituelen
27
Twee soorten face work
- Avoidance: het negeren, ‘doen alsof het niet gebeurd is’. - Correction: spijt betuigen, verantwoordelijkheid nemen.
28
Vergadering vanuit ieder perspectief
Rationeel; om besluiten te nemen en stappen Politiek; machtsarena om doel te bepalen Interpretatief; organisatieritueel -> creëert teamspirit en dragen organisatiewaarden over (afdelingscultuur)
29
Waarom is story telling belangrijk mbt patienten?
erachter komen wat het verhaal van de patiënt is en daarop behoefte af te stemmen
30
Verhaal definitie
een vorm van communicatie om ideeën, ervaringen en kennis te delen en betekenis (en emoties) over te dragen aan publiek. - Reeks gebeurtenissen in tijdlijn - causaliteit
31
Aandacht bepaalt
Bepaalt wat kan bestaan en wat niet (niet vertellen, bestaat dan voor een deel niet)
32
Verhalen vertellen gaat om
Betekenis geven aan iets (onderwerp of kennis bijvoorbeeld)
33
Verhaal binnen zorgorganisaties 3 doelen
- Instrument; bepaald verhaal of gedeelde waarheden -> sturen om betekenis te geven aan handelingen - Verhalen om betekenis te geven aan dagelijkse werk; - Manier om te achterhalen hoe cliënten en patiënten gezondheid ervaren
34
Verhaal is afhankelijk van ....
Context
35
Kansen die worden gecreëerd met story telling
- Storytelling in sociaal werk ook ruimte voor minder rationalistische bandering van de zorg -Professionaliteit als het vermogen om verhalen te vertellen volgens bepaalde normen en waarden -Storytelling als middel om beleid te informeren; laat zien wat van betekenis is voor professionals