PD 9.3 week 9 Flashcards

1
Q

welke 3 soorten infecties kunnen optreden binnen de eerste maand?

A
  • donor-derived infecties
  • nosocomiale infecties
  • recipient-derived infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn donor-derived infecties?

A

wordt veroorzaakt door micro-organismen die mee getransplanteerd zijn met het orgaan (HIV sterke contra-indicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn nosocomiale infecties?

A

worden veroorzaakt door het verblijf in het ziekenhuis (transplantatie-specifieke en algemene infecties) algemeen kan iedereen overkomen die in ziekenhuis ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn recipient-derived infecties?

A

infecties die de ontvanger van het orgaan krijgt van zijn eigen flora

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 soorten infecties kunnen van 1-12 maanden optreden na transplantatie?

A
  • reactivatie van een latente infectie
  • opportunistische infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoelang duurt het voordat immunosuppressiva in werkt?

A

een maand hierna zijn de T-cellen goed onderdrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een reactivatie van een latente infectie?

A

viraal: CMV, EBV, HSV, VZV
parasitair: toxoplasmose, leishmaniasis
intracellulaire bacteriën: mycobacterium tuberculosis, Nocardia spp., Listeria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een opportunistische infectie?

A

veelvoorkomend is een pneumonie door de gist pneumocystis jiroveci

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke 3 soorten infecties kunnen optreden na 12 maanden?

A
  • community-acquired infecties (pneumonie of UWI, hier heeft iedereen last van)
  • late intracellulaire infecties
  • maligniteiten (HPV en EBV)

eig moet je iemand dan weer beschouwen als 1-12 maanden want je gaat weer extra onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar is de soort infectie na solide orgaantransplantatie afhankelijk van?

A
  • tijdstip na transplantatie
  • de ‘netto status’ van immuundeficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de netto status?

A

hoe de patiënt er vooraf al aan toe was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly