reeks 5 EXAMEN Flashcards
(59 cards)
1
Q
wrok
A
ressentiment
2
Q
jeugdig
A
juveniel
3
Q
ramp
A
calamiteit
4
Q
genadeloos
A
rücksichtslos
5
Q
ruzie
A
amok
6
Q
gestoord, gek
A
mesjogge
7
Q
overbodig
A
copieus
8
Q
verduren, verwerken
A
incasseren
9
Q
uitschakelen
A
elimineren
10
Q
rust en vrede brengen
A
pacificeren
11
Q
volstoppen met
A
larderen
12
Q
aanhouden
A
persisteren
13
Q
voortzetten
A
continueren
14
Q
versnellen
A
acceleren
15
Q
jammeren
A
jeremiëren / lamenteren
16
Q
opstapelen
A
accumuleren
17
Q
plechtig verklaren
A
declameren
18
Q
antwoorden
A
repliceren
19
Q
terugsturen
A
retourneren
20
Q
in elkaar zetten
A
assembleren
21
Q
afdwingen
A
forceren
22
Q
inlijven
A
incorporeren
23
Q
inspuiten
A
injecteren
24
Q
ontploffen
A
exploderen
25
tieren
fulmineren
26
verhogen
eleveren
27
stellen
poneren
28
afleiden
distilleren
29
staatsgreep, machtsovername
coup
30
moment waarop je een nieuw inzicht krijgt
aha-erlebnis
31
granaatscherven
schrapnels
32
iets wat je voor je plezier doet
spielerei
33
geleidelijk toenemen
crescendo
34
fijngevoeligheid
fingerspitzengefühl
35
onherstelbaar
total loss
36
vreemde eend in de bijt, zonderling
frendkörper
37
woordenschat
vocabulaire
38
verlangen om al reizend de wereld te ontdekken
wanderlust
39
rustig
pianissimo
40
alles in aanmerking genomen
überhaupt
41
op staande voet, meteen
stante pede
42
op de man spelen
ad hominem
43
tot in het oneindige
ad infinitum
44
tot walgens toe
ad nauseam
45
in het jaar (des Heren)
anno (domini)
46
meteen, ter plekke
ad hoc
47
in zijn eigen huis
in domo propria
48
buiten de muren
extra muros
49
tweede persoonlijkheid
alter ego
50
iemand die in alles goed is
homo universalis
51
gemeenschappelijke taal tussen twee sprekers met andere moedertalen
lingua franca
52
bijna, nagenoeg
quasi
53
de jongste van het gezelschap
een benjamin
54
een deugniet, een kwajongen
een belhamel
55
jong, aanstormend talent
een jeune premier
56
op zich
an sich
57
grondigheid
gemütlichkeit
58
met gedempte stem
sotto voce
59
een internationaal gebruikte uitdrukking voor het resultaat van een discussie waarrbij wordt vastgesteld wat de verschillen van opvatting zijn. Door een positief element aan te brengen wordt getracht de verhoudingen tussen partijen goed te houden.
agree to disagree