woordenschat reeks 5 Flashcards
(62 cards)
1
Q
wrok/haat
A
ressentiment
2
Q
jeugdig
A
juveniele
3
Q
ramp/catastrofe
A
calamiteit
4
Q
genadeloos
A
rücksichtloos
5
Q
ruzie/ heisa
A
amok
6
Q
gek/ krankzinnig
A
mesjogge
7
Q
talrijk/ overvloedig
A
copieus
8
Q
verduren
A
incasseren
9
Q
uitschakelen
A
elimineren
10
Q
rust en vrede brengen
A
pacificeren
11
Q
volstoppen met
A
larderen
12
Q
aanhouden
A
persisteren
13
Q
voortzetten
A
continueren
14
Q
versnellen
A
accelereren
15
Q
jammeren
A
Jeremiëren
16
Q
opstapelen
A
accumuleren
17
Q
plechtig verklaren
A
declameren
18
Q
antwoorden
A
repliceren
19
Q
terugsturen
A
retourneren
20
Q
in elkaar zetten
A
assembleren
21
Q
A
21
Q
afdwingen
A
forceren
22
Q
inlijven
A
incorporeren
23
Q
inspuiten
A
injecteren
24
ontploffen
exploderen
25
tieren
filmineren
26
verhogen
eleveren
27
stellen
poneren
28
afleiden
distilleren
29
staatsgreep, machtsovername
coup
30
moment waarop je een nieuw inzicht krijgt
aha-erlebnis
31
granaatscherven
shrapsnel
32
iets wat je voor je plezier doet
spielerei
33
geleidelijk, toenemend
crescendo
34
fijngevoeligheid
fingerspitzengefühl
35
onherstelbaar
total loss
36
vreemde eend in de bijt, zonderling
frëndkörper
37
woordenschat
vocabulair
38
verlangen om al reizend de wereld te ontdekken
wanderlust
39
rustig
pianissimo
40
alles in aanmerking genomen
überhaupt
41
meteen, ter plekke
stante pede
42
op de man spelen
ad hominem
43
tot in het oneindige
ad infinitum
44
tot walgens toe
ad nausea
45
in het jaar (des Heren)
anno (domini)
46
meteen, ter plekke
ad hoc
47
in zijn eigen huis
in domo propria
48
buiten de muren
extra muros
49
tweede persoonlijkheid
alter ego
50
iemand die in alles goed is
homo universalis
51
gemeenschappelijke taal tussen 2 sprekers met andere moedertalen
lingua franca
52
bijna, nagenoeg
quasi
53
de jongste van het gezelschap
benjamin
54
deugniet, kwajongen
belhamel
55
jong, aanstormend talen
een jeune premier
56
op zich
an sich
57
knusheid
gemütlichkeit
58
grondigheid
gründlichkeit
59
met gedempte stem
sotto voce
60
een internationaal gebruikte uitdrukking voor het resultaat van een discussie waarbij wordt vastgesteld wat de verschillen vn opvatting zijn
agree to disagree
61
p. 30-31????