SCHRIFTELIJK EXAMEN Flashcards
(786 cards)
1
Q
zuivel
A
dairy
2
Q
milieuvriendelijk
A
environmentally friendly
3
Q
someone who is on a diet
A
dieter
4
Q
a substance that gives something a particular colour
A
pigment
5
Q
morsen, verspillen
A
to spill
spilt, spilled
spilt, spilled
6
Q
akoestiek
A
acoustics
7
Q
rijden, besturen
A
to drive
drove
driven
8
Q
trots zijn op iets
A
to take pride in something
9
Q
de lagere middenklasse
A
the lower middle class
10
Q
lesbisch
A
lesbian
11
Q
uitzwermen / uitsmeren
A
sprawl
12
Q
de islam
A
Islam
13
Q
een vluchteling
A
a refugee
14
Q
een prestatie
A
a performance
15
Q
kruk
A
crutch
16
Q
wokken
A
to stir-fry
17
Q
recht, direct, eerlijk
A
straight
18
Q
belang hechten aan iets
A
to attach importance to something
19
Q
geld lenen aan
A
to lend money to
20
Q
observatie / waarneming
A
observation
21
Q
inspannend, energiek
A
strenuous
22
Q
draaien
A
to spin
spun
spun
23
Q
hybride / kruising
A
hybrid
24
Q
maaien
A
to mow
mowed
mown, mowed
25
zuchten
sigh
26
repetitie
rehearsel
27
een offer
sacrifice
28
hoffelijkheid
courtesy
29
massamigratie
mass-migration
30
aarzeling
hesitation
31
iets gemeenschappelijks, een punt van overeenkomst
a commonality
32
islamitisch
Muslim
33
eed
oath
34
oversteekplaats
crossover
35
blussen
to extinguish
36
knielen
to kneel
knelt, kneeled
knelt, kneeled
37
ongeschoold
uneducated
38
vermoeid
weary
39
Maak de oefeningen van 'relative clauses'.
40
accupunctuur
acupuncture
41
staan
to stand
stood
stood
42
een rel
a riot
43
(op)springen
to leap
leapt, leaped
leapt, leaped
44
fout
a foul
45
abonnement
a subscription
46
een merk
a brand
47
een oplichter
a swindler
48
kweken, fokken
to breed
bred
bred
49
slepen, voorttrekken
tow
50
heteroseksueel
heterosexual / straight
51
met/zonder franje
(un)embellished
52
immigratiebeleid
immigration policy
53
ophangen
to hang
hanged
hanged
54
verstoring
disruption
55
grensbewaking
border control
56
heerlijk
delicious
57
denken
to think
thought
thought
58
voorwendsel
pretense
59
niet gaar
undercooked
60
nevel
haze
61
een inverviewer
an interviewer
62
lichaamstaal
body language
63
schillen
to peel
64
(ont)vluchten
to flee
65
een lunchpakket
a packed lunch
66
grind
shingle
67
baan, traject
a trajectory
68
geven
to give
gave
given
69
de verspreiding van iets
the prevalence of something
70
smakelijk, lekker, geurig
flavourful
71
atheïstisch
atheist
72
portiek
porch
73
etensrestjes
leftovers
74
uitsluiten
to disqualify
75
vers
fresh
76
perspectief
prespective
77
kroniekschrijver (a person who records historical events)
chronicler
78
gieten
to pour
79
een zekering
lont
a fuse
80
(ver)branden
to burn
burnt, burned
burnt, burned
81
slaan, staken
to strike
struck
struck
82
subcultuur
subculture
83
spiritueel
spiritual
84
recensie
write-up
85
een tang
tongs
86
verbijsterd / stomverbaasd
stunned
87
ontwaken, wekken
to wake
woke, waked
woke, woken, waked
88
gooien, werpen
to throw
threw
thrown
89
een stereotypering
a stereotype
90
het respect voor regels en waarden stimuleren
to boost respect for rules and values
91
een sportcompetitie
a competition
92
verbieden
to forbid
forbade
forbidden
93
de afmetingen
the dimensions
94
bieden op een veiling
to bid
bid
bid
95
kalender
calender
96
gedwongen huwelijk
shotgun wedding
97
dolen / zwerven
wander
98
koken
to boil
99
het gevoel van eigenwaarde verbeteren
to improve self-esteem
100
sjaal
shawl
101
spier
muscle
102
opgeven
to quit
quitted, quit
quitted, quit
103
haast maken, snel rijden
to speed
sped
sped
104
bitter
bitter
105
advertentie
a commercial
106
vergeven
to forgive
forgave
forgiven
107
betalen
to pay
paid
paid
108
(gevogelte) voorsnijden
to carve (poultry)
109
hangen
to hang
hung
hung
110
horen
to hear
heard
heard
111
brullen
roar
112
veganistisch
vegan
113
joods
Jewish
114
(zich) voelen
to feel
felt
felt
115
scharrel(eieren)
free-range (eggs)
116
een ingrediënt
an ingredient
117
bedrieger, charlatan
imposter
118
een koksmes
a chef's knife
119
snijden, knippen
to cut
cut
cut
120
verandering, wisselgeld
change
121
liegen
to lie
lied
lied
122
ingesloten ruimte
precinct
123
mand
basket
124
door de paspoortcontrole geraken
to clear/pass immigration
125
een prestatie, een voltooiing
an achievement
126
een snijplank
a cutting board / chopping board
127
zitten
to sit
sat
sat
128
achtervolging, hobby
pursuit
129
het christendom
Chrisianity
130
hartig
savoury
131
een portie
a serving / a portion
132
verzamelen / bundelen
compile
133
een stoornis
a (mental) disorder
134
een glimp
glimpse
135
verstikken
choke
136
intimiteit (a close and personal connection)
intimacy
137
motoriek/coördinatie verbeteren
to increase coordination
138
voorbij
beyond
139
zoet
sweet
140
een misvatting
a misperception
141
uitgeput
exhausted
142
voorstaan, verdedigen
advocate
143
reflex
reflex
144
gerelateerd aan het milieu
environmental
145
bereiken, presteren
to achieve
146
pracht
splendour
147
een atheïst
an atheist
148
(be)rijden
to ride
rode
ridden
149
onderzoeken
to research
150
het risico op beroerte en depressie verminderen
to reduce the risk of stroke and depression
151
zwellen
to swell
swelled
swollen, swelled
152
vodden
rags
153
dit is een recept voor vier personen
this recipe serves four
154
een pizzasnijder
a pizza cutter
155
een vork
a fork
156
vetrijk, zwaar
rich
157
koosjer, onder rabbinaal toezicht
kosher
158
bont, huid van een dier
fur
159
storing
interference
160
duurzaam
sustainable
161
verbluffend
stunning
162
een mensenrechtenactivist
a human rights activist
163
voedzaam
nutritional
164
betoverd / gecharmeerd
charmed
165
steken
to sting
stung
stung
166
onwaarschijnlijk
unlikely
167
ervaren, gekruid
seasoned
168
in blokjes snijden
to dice
169
marineren
to marinade
170
pleiten
plead
171
inrichting
furnishings
172
pleiten voor
to advocate (for something)
173
etnische achtergrond, etnische groep
ethnicity
174
een flesopener
a bottle opener
175
a number, approximately 3,142, which is equal to the distance round a circle divided by its widt
pi
176
inkomen, dat wat binnenkomt aan geld
income
177
bitterheid, rancune
rancour
178
het lachen
laughter
179
een fout opleveren
to falter
180
fluiten
whistle
181
huwen
to wed
wed
wed, wedded
182
verwoesten
devastate
183
leiden
to lead
led
led
184
vriezen
to freeze
froze
frozen
185
iets fraaier voorstellen
to embellish something
186
door de overheid geleid
state-run
187
uitgeput
exhausted
188
opzettelijk
intentional
189
achterlaten, opgeven
abandon
190
gemoedelijkheid (a friendly and down-to-earth manner)
folksiness
191
ongevaarlijk / niet bedreigend
nonthreatening
192
uitzenden (radio of tv)
to broadcast
broadcast
broadcast
193
talentvol, ontwikkeld
accomplished
194
infrastructuur, het geheel van wegen, kabels, installaties etc.
infrastructure
195
ambitieus
ambitious
196
een meerderheid
a majority
197
verwoest
devastated
198
(rond)dwalen
wander
199
feodaliteit
feudalism
200
vangen, grijpen
to catch
caught
caught
201
eigenaardig
peculiar
202
houden
to keep
kept
kept
203
cultureel geslacht
gender
204
jongen (infml)
chap
205
korst
crust
206
een beperking, handicap
a disability
207
een lunch
a luncheon
208
porselein
China
209
gerucht, roddel
rumour
210
gezondheid
health
211
de afschildering, de manier waarop iets of iemand wordt voorgesteld
a portrayal
212
theologie
theology
213
vliegen
to fly
flew
flown
214
verbrand
burnt
215
kenmerkend
distinctive
216
kameraad, gelijke
fellow
217
rechtuit
frank
218
vijandigheid
hostility
219
een kookstijl (eigen aan een regio)
a cuisine
220
zwaarder doorwegen dan
to outweigh
221
dragen (van kleren)
to wear
wore
worn
222
interseksueel
intersex
223
krokant
crispy
224
een menselijke ketting
a human cordon
225
malen
to grind
ground
ground
226
toestemming
permission
227
dollars (infml)
bucks
228
papperig
mushy
229
beginnen
to begin
began
begun
230
een borstel
a brush
231
(zich ver)spreiden
to spread
spread
spread
232
verzaken, verlaten
to forsake
forsook
forsaken
233
ronddwalen
to wander
234
Kaukasisch
Caucasian
235
zich bezeren, pijn doen
to hurt
hurt
hurt
236
moe, uitgeput, afgemat
weary
237
een studiebeurs
a scholarship
238
smakelijk, lekker
tasty
239
voorzieningen, faciliteiten
facilities
240
knoop
knot
241
snel grissen, grijpen
snatch
242
tentoonstellen / tentoonstelling
exhibit
243
aseksueel
asexual
244
de hogere middenklasse
the upper middle class
245
vallen
to fall
fell
fallen
246
het opleidingsniveau
the level of education
247
koekenpan
a frying pan / skillet
248
vrouwelijk (biologisch)
female
249
gemeenschap
community
250
slapen
to sleep
slept
slept
251
brullen
to roar
252
deeg (ontelbaar)
gebak (taart - ontelbaar)
pastry
253
verachting / minachten
despise
254
schrik
fright
255
suikergoed en gebak
confectionery
256
a cheap ornament
knick-knack
257
stinkdier
skunk
258
een voorraadkast
a pantry
259
mannelijk (biologisch)
male
260
afwisselen
to alternate
261
maken
to make
made
made
262
verminderen, omkappen
to cut down
263
eenmalig te gebruiken
single use
264
onhandig, eigenaardig, bizar
awkward
265
een geïnterviewde
an interviewee
266
aanmoedigen
to encourage
267
voordeel
benefit
268
een poging
an endeavour
269
een kopje
a cup
270
onervaren
inexperienced
271
een klooster
a convent
272
overbakken, te gaar gekookt
overdone
273
vroomheid
piety
274
ruzie / vechtpartij
brawl
275
ingehouden
restrained
276
een verhalenverteller
a storyteller
277
schrijden
to stride
strode
stridden
278
een (voedings)vezel
a fibre
279
hakken
to chop
280
weerzinwekkend
revolting
281
ontwaken
to awake
awoke, awaked
awoken, awaked
282
van gemengde afkomst
multiracial
mixed race
biracial
283
aansteken
to light
lit, lighted
lit, lighted
284
propaganda
propaganda
285
opdienen, serveren
to serve
286
sleutel, toets, muzieksleutel
key
287
eenzaam, verlaten
solitary
288
zich vastklemmen
to cling
clung
clung
289
thick cotton cloth with parallel raised lines on the outside
corduroy
290
schieten
to shoot
shot
shot
291
onverpakt, los, in het groot
(in) bulk
292
gemengd (m.b.t. geslacht)
mixed gender
293
christelijk
Christian
294
een mensensmokkelaar
a human trafficker
295
knobbel, knop
knob
296
verlaten, laten
to leave
left
left
297
atheïsme
atheism
298
obees, zwaarlijvig
obese
299
roosteren
to roast
300
voorgevoel / buigen
hunch
301
naar voor leunen
to lean forward
302
bloedbad
carnage
303
verhuizen
to move (house)
304
eerbied / respect
reverence
305
toestemming / instemmen
consent
306
een niveau, een klasse
a league
307
stomen
to steam
308
goddelijk
divine
309
een gemeenschap
a community
310
pocheren
to poach
311
met een beperking
disabled
312
voedselrestjes
food scraps
313
opvullen
to stuff
314
gaan
to go
went
gone
315
een vluchtelingenkamp
a refugee camp
316
vreselijk
dreadful
317
a piece of underwear that women wear to support their breasts
bra
318
stortbui, douche
shower
319
schoenenmaker
cobbler
320
een streven
endeavour
321
een positief effect op antisociaal gedrag hebben
to have a positive effect on anti-social behaviour
322
het atheïsme
atheism
323
een jood
a Jew
324
fysiek
physical
325
inkomsten genereren
to generate revenue
326
graven
to dig
dug
dug
327
een kom
a bowl
328
schijnen
to shine
shone
shone
329
sturen
to send
sent
sent
330
ontmoeten
to meet
met
met
331
plaatselijk, van dichtbij
local
332
auditie
audition
333
dunschiller
a peeler
334
aandachtig luisteren
to listen attentively
335
rondtrekken
to move around
336
wenen
to weep
wept
wept
337
stam, steel, steven
stem
338
vegetarisch
vegetarian
339
vluchten
to flee
fled
fled
340
een onderzoek
a study
341
gratis gift
giveaway
342
traktatie
treat
343
streven
to strive
strove
striven
344
een stortterrein
a landfill
345
grillen
to grill
346
obligaties uitgeven
to issue bonds
347
vechten
to fight
fought
fought
348
een vlot
a raft
349
hebben
to have
had
had
350
achtergelaten
abandoned
351
verminderen
reduce
352
leunen
to lean
leant, leaned
leant, leaned
353
geratel
a rattle
354
een gebakje (telbaar)
a pastry
355
Chesterfield zetel
chesterfield
356
achtergrondinformatie verstrekken
to provide background information
357
kruipen
to creep
crept
crept
358
hagel
hail
359
ontkisten
to uncrate
360
ondervoed
malnourished
361
belastingen
tax(es)
362
enthousiast
enthusiastic
363
oefenen, trainen
to practise / to practice
364
slaan
to beat
beat
beaten
365
plaatsen
to put
put
put
366
in het rood gaan (excess withdrawal from a bankaccount)
an overdraft
367
bouwen
to build
built
built
368
begrijpen, verstaan
to understand
understood
understood
369
gezond
healthy
370
verliezen
to lose
lost
lost
371
hypermodern
state-of-the-art
372
spreken
to speak
spoke
spoken
373
komen
to come
came
come
374
dempen, moffelen
muffle
375
plagen
tease
376
een schuld aangaan
to go into debt
377
verblijven
to dwell
dwelt, dwelled
dwelt, dwelled
378
armoede
poverty
379
een kookwekker
a timer
380
zingen
to sing
sang
sung
381
kruiden
season
382
slingeren, gooien
to sling
slung
slung
383
ochtendstond / beginnen
dawn
384
een bord
a plate
385
een eetlepel
a tablespoon
386
weten
to know
knew
known
387
geletterdheid
literacy
388
biseksueel
bisexual
389
een overgebleven sandwich
a leftover sandwich
390
transseksueel
transsexual / transgender
391
vervagen
blur
392
een scheermes
a razor
393
een kosmopoliet, een wereldburger
a cosmopolitan
394
doen
to do
did
done
395
een asielzoeker
an asylum seeker
396
een rubberbootje
a dinghy
397
voortreffelijk, uitgelezen
exquisite
398
een wereldrecord
a world record
399
vervreemding
alienation
400
een bloedbad
a massacre
401
samengesteld (van smaak)
complex
402
katapulteren / snel vooruitgaan
catapult
403
hongersnood
famine
404
een melkerij
a dairy
405
een schuimspaan
a skimmer
406
kiezen
to choose
chose
chosen
407
een minderheid
a minority
408
inschrijfgeld
a fee
409
bijten
to bite
bit
bitten
410
om van te watertanden
mouth-watering
411
gooien
to fling
flung
flung
412
recycleerbaar
recyclable
413
verbonden met ras
racial
414
onderwijzen
to teach
taught
taught
415
zien
to see
saw
seen
416
creature which is similar to a frog but which has a drier skin and spends less time in water
toad
417
ontnomen, beroofd
deprived
418
een salto maken
to do a somersault
419
(schoon)vegen
to sweep
swept
swept
420
springen
leap
421
migratie
migration
422
hoezen
slipcovers
423
bederven, verwennen
to spoil
spoilt, spoiled
spoilt, spoiled
424
(ontmoetings)plaats
venue
425
aartsengel
archangel
426
afschuwelijk
awful
427
een voorstander
an advocate
428
steken, plakken
to stick
stuck
stuck
429
non-binair
non-binary
430
betekenen, bedoelen
to mean
meant
meant
431
opwinden
to wind
wound
wound
432
geen afval
zero waste
433
vergeten
to forget
forgot
forgotten
434
twintig, tal van
a score
435
ruzie te maken
to quarrel
436
onderzoek
research
437
een belangrijk onderdeel zijn
to be an essential building block
438
zout
salty
439
canvas
canvas
440
bezorgd
apprehensive
441
iemand laten leren uit zijn of haar fouten
to allow someone to learn from failure
442
pogen
to endeavour
443
verrukkelijk
delightful
scrumptious
444
houden
to hold
held
held
445
mossel
mussel
446
het agnosticisme
agnosticism
447
een VIP zijn
to attain celebrity status
448
treden
to tread
trod
trodden
449
bakken
to fry
450
tulband
turban
451
integratie
integration
452
onderhandelen
to negotiate
453
zijn
to be
was, were
been
454
zinken
to sink
sank
sunk
455
stralend
radiant
456
smaakmaker (bijvoorbeeld zout en peper)
seasoning
457
rennen
to run
ran
run
458
cultureel
cultural
459
niet-betrokken, vrijblijvend
noncommittal
460
zeggen, vertellen
to tell
told
told
461
onaangename (smaak)
disagreeable
462
menselijkheid
humanity
463
slagroom
whipped cream
464
barsten
to burst
burst
burst
465
bloeden
to bleed
bled
bled
466
een houder (bokaal, fles, doosje, etc.)
a container
467
mensensmokkel
human trafficking
468
eerwaarde
reverend
469
bijzin
subclause
470
taal
tongue
471
mannelijk (cultureel)
masculine
472
kreunen
to moan
473
klaarmaken (van voedsel)
to prepare
to prep
474
niet op zijn/haar gemak, ondersteboven
unsettled
475
de kern
the core
476
aarzelen
hesitate
477
gieten, storten
to shed
shed
shed
478
toestel
appliance
479
met overgewicht
overweight
480
de allernieuwste technologie
cutting-edge technology
481
overbrengen (to communicate a message or idea)
convey
482
(een) smaak
(a) flavour
483
brengen
to bring
brought
brought
484
duurzaam geoogst / geproduceerd
sustainably sourced
485
sproet
freckle
486
kwetsbaar
vulnerable
487
een broodmes
a bread knife
488
hevig
vehement
489
stelen
to steal
stole
stolen
490
sluiten
to shut
shut
shut
491
verhaal
a narrative
492
seizoensgebonden, in het seizoen (over groenten en fruit)
seasonal
493
verkopen
to sell
sold
sold
494
bellen, klinken
to ring
rang
rung
495
een heel belangrijke speler
a key player
496
druk
bustling
497
vrouwelijk (cultureel)
feminine
498
een pan verhitten
to heat a pan
499
hartig
savoury
500
glazuursuiker
icing sugar
501
homosekueel
homosexual / gay
502
buitenlands
foreign
503
mixer
a whisk
504
een mes
a knife
505
garneren
to garnish
506
herbruikbaar
reusable
507
ijdelheid
vanity
508
geld lenen van
to borrow money from
509
blootstelling
exposure
510
gezoem, opwinding
buzz
511
zeggen
to say
said
said
512
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
The Universal Declaration of Human Rights
513
oproer
uproar
514
een keukenschaar
kitchen shears
515
een grens
a border
516
in plakjes snijden
to slice
517
voorzichtig
cautious
518
tonen
to show
showed
shown, showed
519
monotoon
monotonous
520
een houten lepel
a wooden spoon
521
met ondergewicht
underweight
522
vracht
freight
523
nieuwsbulletin
a bulletin
524
een knop
a knob
525
feesttent
marquee
526
een buitenlander
a foreigner
527
(een) discours
(a) discourse
528
obesitas
obesity
529
(zich) verbergen
to hide
hid
hidden
530
uitgeven, doorbrengen
to spend
spent
spent
531
overeenkomst
consensus
532
dichtheid
density
533
een pollepel
a ladle
534
verzoeken
to bid
bade
bidden
535
afkomst (genetisch)
ancestry
536
presteren
to perform
537
stapel
pile
538
14 dagen
a fornight
539
plat Londens dialect
Cockney
540
dromen
to dream
dreamt, dreamed
dreamt, dreamed
541
gevlei
flattery
542
postuum
posthumous
543
buiten het speelveld
out of bounds
544
uitputten
drain
545
kwaadwillig
malevolent
546
onderkaak
jaw
547
kosten
to cost
cost
cost
548
maalmachine
grinder
549
(een slaatje) overgieten met saus
to dress (a salad)
550
privatiseren, zaken die vroeger door de overheid gerund werden in de privéhanden brengen
to privatise
551
voeding, voedingsleer
nutrition
552
spuwen
to spit
spat
spat
553
laten, verhuren
to let
let
let
554
analfabeet / ongeletterd
illiterate
555
leggen
to lay
laid
laid
556
psychologisch
psychological
557
opgewonden
excited
558
een gevoel erbij te horen en een gedeeld gevoel van identiteit creëren
to create a sense of belonging and a shared feeling of identity
559
verdacht
suspicious
560
gretig, enthousiast
eager
561
zuur
sour
562
sereen
serene
563
bevestiging / validering
validation
564
een emigrant, een uitwijkeling
an emigrant
565
inspanning
endeavour
566
de tijdsduur
the duration
567
journalistiek
journalism
568
worden
to become
became
become
569
trekken, tekenen
to draw
drew
drawn
570
omgekeerd
inverse
571
de arbeidersklasse
the working class
572
stembanden
vocal cords
573
omtrek
circumference
574
springen
to spring
sprang
sprung
575
band
tyre
576
zich plots herinneren, herkennen
ring a bell
577
flauw (smaak)
bland
578
in mekaar krimpen
to shrink
shrank
shrunk
579
een miskraam
miscarriage
580
verwijzend naar vlees dat geslacht is volgens de islamitische eisen
halal
581
onderzoek doen
to do research
582
fatsoenlijk
upright
583
arrestatie / arresteren
arrest
584
opgelucht / ontheven
relieved
585
(af)werpen
to cast
cast
cast
586
knarsen, rasp
a rasp
587
nevel
haze
588
doodslaan, doden
to slay
slew
slain
589
zagen
to saw
sawed
sawn, sawed
590
vanuit het niets
from scratch
591
een toelage
an allowance
592
brommen, neuriën
hum
593
een verraad
a betrayal
594
verzinsel
figment
595
gekruid
seasoned
596
een spatel
a spatula
597
stinken
to stink
stank, stunk
stunk
598
verwonderen
to wonder
599
schijten
to shit
shit, shat, shitted
shit, shat, shitted
600
vinden
to find
found
found
601
uitbuiten, uitbaten
exploit
602
analfabetisme
illiteracy
603
kruiden en specerijen
herbs and spices
604
agnostisch
agnostic
605
606
een gerecht bereiden
to cook a dish
607
kosmopolitisch
cosmopolitan
608
stotteren
stammer
609
een bevoorradingsketen
a supply chain
610
fenomeen
phenomenon
611
oogcontact maken
to make eye contact
612
een gerecht
een schaal, schotel
a dish
613
niet houden van
frown upon
614
het jodendom
Judaism
615
een landgenoot
a fellow countryman/-woman
616
winnen
to win
won
won
617
buigen
to bend
bent
bent
618
uitgever
publisher
619
beroving, verlies
deprivation
620
wederzijds
mutual
621
verbergen
to conceal
622
terugblikken / herinneren
reminisce
623
in beslag nemen
confiscate
624
verspreking
slip of the tongue
625
hoffelijk, beleefd
courteous
626
beloning
reward
627
verven
to dye
628
geschoold
educated
629
(ver)dragen
to bear
bore
borne
630
weven
to weave
wove
woven
631
tact
tact
632
leren
to learn
learnt, learned
learnt, learned
633
de hogere klasse
the upper class
634
scheuren, rukken aan
to tear
tore
torn
635
wat de keuken of kookkunst betreft, culinair
culinary
636
liggen
to lie
lay
lain
637
aanvaarden
to accept
638
dragen
to bear
639
kruiden (van voedsel)
to season
640
krijgen
to get
got
got
641
zwemmen
to swim
swam
swum
642
een migrant
a migrant
643
vegen
sweep
644
persen, drukken, knellen
squeeze
645
stil (doen) staan
to immobilise
646
zweten
to sweat
sweat, sweated
sweat, sweated
647
onmiddelijk
instantly
648
genotzuchtig
decadent
649
een platte houten lepel
a slotted wooden spoon
650
verkrijgen / verwerven
acquire
651
hurken
crouch
652
zetten
to set
set
set
653
zweren, vloeken
to swear
swore
sworn
654
lekker
yummy
655
blozen
blush
656
rijpen
ripen
657
een recept
a recipe
658
verbijsterd
bewildered
659
koesteren, bevorderen
to foster
660
mensenrechten
human rights
661
obsceen
obscene
662
een moslim
a Muslim
663
verlaten, achterlaten
to leave
664
oogcontact houden
to maintain eye contact
665
bekwaamheid
proficiency
666
vasthoudendheid / volharding
persistence
667
de comfortzone
the comfort zone
668
een kruik
a jug
669
cultuur
culture
670
voorouders
ancestors
671
wanhopig
desperate
672
een taart (zoet of hartig)
a pie
673
een pastalepel
a pasta spoon
674
Maak de oefeningen van 'passive voice'.
675
lezen
to read
read
read
676
verwennen
to indulge in
677
schudden
to shake
shook
shaken
678
zwaaien, slingeren
to swing
swung
swung
679
gebaar / gebaren maken
gesture
680
(aan)naaien
to sew
sewed
sewn, sewed
681
breken
to break
broke
broken
682
ons dagelijks eten, voedsel
diet
683
speeksel
saliva
684
(zich) voeden
to feed
fed
fed
685
een visum
a visa
686
breien
to knit
knit, knitted
knit, knitted
687
opbrengst (graan, groenten en fruit)
produce
688
een theelepel
a teaspoon
689
in verband met een koor
choral
690
biologisch
organic
691
ondergeschikt
subordinate
692
een rasp
a grater / zester
693
opstaan, stijgen
to rise
rose
risen
694
blazen, waaien
to blow
blew
blown
695
eerlijke handel
fair trade
696
glijden
to slide
slid
slid
697
intonatie
intonation
698
variëren
vary
699
vervreemd
alienated
700
verdraaien, verkeerd voorstellen
to distort
701
beperkt worden (tot)
to be capped (at)
702
de kans op hoge bloeddruk en suikerziekte verminderen
to decrease the chance of getting high blood pressure and diabetes
703
bestraffing
a penalty
704
opkomst
turn-out
705
schemerig
dusky
706
angstig, bezorgd, bang
anxious
707
een opdracht
an assignment
708
publiek
audience
709
ontmoedigend
daunting
710
de spiritualiteit
spirituality
711
de middenklasse
the middle class
712
ruiken, stinken
to smell
smelt, smelled
smelt, smelled
713
bereiken
achieve
714
inbreken, plots beginnen
break into
715
levensverwachting
life expectancy
716
gewapend
armed
717
nat maken
to wet
wet, wetted
wet, wetted
718
glutenvrij
gluten-free
719
fit, gezond
able-bodied
720
kopen
to buy
bought
bought
721
spellen
to spell
spelt, spelled
spelt, spelled
722
informeel / nonchalant (relaxed and informal in style or matter)
casual
723
afbeelden / beschrijven
depict
724
elektrische stroom
electrical current
725
een schuld aflossen
to pay off a debt
726
kussen
pillow
727
ernstig
earnest
728
frituren
to deep-fry
729
splijten
to split
split
split
730
naturalisatie aanvragen
to apply for citizenship
731
een dreun
a thump
732
eten
to eat
ate
eaten
733
shoppingcentrum
mall
734
sudderen
to simmer
735
vertrouwd, gebruikelijk
familiar
736
aanrekenen, beschuldigen
charge
737
zoeken
to seek
sought
sought
738
een immigrant, een inwijkeling
an immigrant
739
uitstellen, afzeggen
put off
740
biologische geslacht
sex
741
bliksem
lightning
742
mengelen, husselen
to toss
743
treffen, slaan
to hit
hit
hit
744
gewoon
plain
745
drinken
to drink
drank
drunk
746
(uit)lenen
to lend
lent
lent
747
relateren / verband leggen
relate
748
fronsen
frown
749
op vrije voeten
at large
750
wedden
to bet
bet
bet
751
ongewapend
unarmed
752
een toernooi
a tournament
753
voorspellen
to forecast
forecast
forecast
754
(be)zaaien
to sow
sowed
sown, sowed
755
kast
cabinet
756
afwijzen / wegwuiven
brush off
757
roddel
gossip
758
aborteur
abortionist
759
training
practise / practice
760
een kussen
cushion / pillow
761
een journalist
a journalist
762
zeevruchten
seafood
763
milieu, leefomgeving
environment
764
gezonde eetgewoonten
a healthy diet
765
een achtergrond
a background
766
geletterd
literate
767
een naturalisatieaanvraag
a citizenship application
768
zoet
sweet
769
handelen
to deal
dealt
dealt
770
een deegrol
a rolling pin
771
gekruid
spicy
772
een agnost
an agnostic
773
wringen
to wring
wrung
wrung
774
uitgeput zijn
exhausted
775
music combining rhythm and blues and pop, or gospel
rhythms and modern ballad harmony, originating from
Detroit, the motor-town
motown
776
nemen
to take
took
taken
777
immuunsysteem
immune system
778
walgelijk
disgusting
779
een christen
a Christian
780
binden
to bind
bound
bound
781
een menigte, bende
a mob
782
aanvaarding
acceptance
783
(een) inkomen
(an) income
784
schrijven
to write
wrote
written
785
moving with elegance
poetry in motion
786
een interview afnemen
to conduct an interview
