SOMATISCH-SYMPTOOM- EN AANVERWANTE stoornissen Flashcards
(24 cards)
Verschillende somatische-symptoom- en aanverwante stoornissen
A. Somatisch-symptoom stoornis
B. Ziekteangststoornis
C. Conversiestoornis
D. Psychische factoren die andere medische condities beïnvloeden
E. Gesimuleerde stoornis
Somatisatie
= het vertalen van psychische spanning of klachten naar lichamelijke klachten of symptomen
Jongere kinderen: concreet denken en beperkter vermogen verbaliseren
situering somatische geneeskunde
tussen somatische expressie en somatische oorsprong
situering psychiatrie
psychologische oorsprong,
psychologische expressie en
somatische oorsprong
situering psychosomatische stoornissen
vooral somatische oorsprong
situering somatische symptoom stoornissen
tussen psychologische oorsprong en somatische expressie
Somatisch - symptoom stoornis dsm 5 - criterium A, B en C
- Criterium A: Een of meer lichamelijke klachten waar de betrokkene onder lijdt of die het dagelijks leven in significante mate verstoren;
- Criterium B: Excessieve gedachten, gevoelens of gedragingen samenhangend met de lichamelijke klachten of de hiermee gepaard gaande zorgen over de gezondheid
Criterium C: ≥ 6 maanden
Somatisch - symptoom stoornis DSM5 specificaties
- Met overheersende pijn(voorheen pijnstoornis): Deze specificatie is voor individuen wiens somatische symptomen voornamelijk pijn betreffen.
- Persisterend: Een persisterend verloop wordt gekenmerkt door ernstige symptomen, duidelijke beperkingen en een lange duur (meer dan 6 maanden).
- Huidige ernst: mild/matig/ernstig
etiologie - multifactorieel
- persoonlijkheid en coping mechanismen
- onveilige gehechtheid
- genetica
- temperament
- stressvolle/traumatische gebeurtenissen
- aangeleerd gedrag
- Het eerder hebben doorgemaakt van een lichamelijke ziekte
- Discrepantie schools niveau en capaciteiten
diagnose
- hulpvraagverduidelijking
- psycho-educatie
- anamneses
- observatie
- psychodiagnostiek onderzoek
- lichamelijk onderzoek
- kort op de bal spelen
differentiaaldiagnostiek
- Een somatische aandoening ter verklaring van de klachten
- Bijwerkingen medicatiegebruik
- Schoolweigering
- Eetstoornis
- Dissociatieve stoornissen
behandeling
- psycho-educatie
- Cognitieve gedragstherapie
- Ontspanningsoefeningen
- Werken met het systeem
- Fysio-, psychomotorische en psychofarmacotherapie
- ‘Ordeal therapy’
Patroon en presentatie van de stoornis is afhankelijk van de ontwikkelingsfase
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Fysieke ontwikkeling
prognose
- Patiënten vinden vaak een therapie die in hun ogen eindelijk heeft gewerkt
- Gevaar van chronisch worden van de symptomen!
Ziekteangststoornis DSM5
- Preoccupatie met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte;
- Lichamelijke klachten zijn niet aanwezig of slechts in lichte mate;
- Er is een hoge mate van angst over de gezondheid;
- De betrokkene vertoont excessief gezondheidsgerelateerd gedrag
- Zeldzaam bij kinderen
conversiestoornis DSM5
= functioneel-neurologisch-symptoomstoornis = FNS
- Een of meer symptomen van verandering in de willekeurige motorische of sensorische functies;
- Het symptoom is incompatibel met de bekende neurologische of andere somatische aandoening
- Er loopt iets mis met de signalen tussen de hersenen en het lichaam
- Vaak door acute stress/angst/woede
Psychische factoren die andere medische condities beïnvloeden - DSM-V
- Er is een somatisch symptoom of een somatische aandoening aanwezig;
- Psychische factoren of gedragsfactoren hebben een ongunstige invloed op het beloop of de behandeling van de somatische aandoening
gesimuleerde stoornis, opgelegd aan zichzelf - DSM 5
- Het voorwenden van lichamelijke of psychische klachten of verschijnselen of het doelbewust opwekken van verwonding of ziekte, waarbij aantoonbaar sprake is van misleiding;
- De betrokkene presenteert zich tegenover anderen als ziek, gehandicapt of gewond;
- Het misleidende gedrag is evident
=“Munchhausen”
gesimuleerde stoornis, opgelegd aan iemand anders - kenmerken van plegers
- Quasi altijd de moeder
- Zelf meegemaakt als kind
- Hebben zelf een gesimuleerde stoornis
gesimuleerde stoornis, opgelegd aan iemand anders - gevolgen voor het kind
- Onnodige operaties, bijwerkingen van behandelingen, verminkt, overlijden
- Psychosociale ontwikkelingsachterstand
- Angstig
- Leerachterstand door schoolverzuim
- PTSS
CVS
= chronisch-vermoeidheidssyndroom
= ernstige vermoeidheid die ernstige beperkingen in het functioneren geeft, niet betert na rust of niet kan worden verklaard vanuit een lichamelijke of psychiatrische aandoening
Ordeal therapy
= therapie die congruent is met het symptoom (het lijkt logisch met het symptoom), maar eigenlijk dient het gewoon om het gevoel te krijgen vat te krijgen op hun symptoom want het helpt niet voor wat het kind zogezegd heeft
evolutie over de leeftijd
- pijn
- vermoeidheid
- misselijkheid, overgeven
- neurologische symptomen
- andere somatische klachten
PNEA
= conversiestoornis
= psychogene niet-epileptische aanvallen
- Geen epileptische activiteitop een EEG (elektro-encefalogram).
- Vaak gelinkt met trauma, stress, angststoornissen of depressie