Somatische symptoomstoornissen en aanverwante stoornissen Flashcards

1
Q

Wat is een somatische symptoomstoornis?

A

Een stoornis met lichamelijke klachten waarbij een eenduidige somatische oorzaak van de lichamelijke klachten ontbreekt.

Soms vindt de arts een onderliggende somatische oorzaak, maar is de ernst in het disfunctioneren groter dan o.b.v. de somatische oorzaak te verwachten valt.

Somatisch-symptoomstoornissen komen vaak i.c.m. angst- en stemmingsstoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tussen welke vormen van somatische symptoomstoornissen maken we onderscheid?

A
  1. Coversiestoornis
  2. Somatische symptoom stoornis
  3. Ziekte angst stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een conversiestoornis?

A

Functionele veranderingen van de motorische en/of sensorische functies (armen of benen niet meer bewegen of problemen met zien/horen etc.).

Lifetimeprevalentie van +- 1%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de DSM-5 criteria voor een conversiestoornis?

A
  1. somatisch onverklaarde symptomen die de motorische of sensorische functies beperken.
  2. niet met opzet worden veroorzaakt
  3. andere psychische factoren die zorgen voor verergering van de klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de DMS-5 criteria van de somatische symptoomstoornis?

A

lifetimeprevalentie van 13%

  1. excessieve gevoelens, gedachten en/of gedragingen over lichamelijke klachten die disproportioneel zijn tegenover de werkelijke ernst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een ziekteangststoornis?

A

Vrees om ziek te zijn.

Lifetimeprevalentie van 1-5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de DMS-5 criteria van de ziekteangststoornis?

A
  1. preoccupatie om een ernstige ziekte te krijgen, soms met lichamelijke klachten, angst over gezondheid, excessief gezondheid gerelateerd gedrag, maladaptieve vermijding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn risicofactoren voor een symptomatische symptoomstoornis?

A
  1. psychotraumatisering in de jeugd
  2. lichamelijk onverklaarde klachten in de jeugd, 3. ziekte van ouders of slechte hechting met ouders
  3. overmatige aandacht ouders voor lichamelijke ziekten
  4. lage SES
  5. vrouwelijk geslacht
  6. lager opgeleid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zijn symptomatische symptoomstoornissen te behandelen?

A
  1. Psychotherapie, CGT, shared decision making (preventief; absoluut nodig voor stigma perceptie), zorg voor structuur in behandeling (instellen regiebehandelaar).
  2. Medicamenteus → onderliggende angst- of stemmingsstoornis: antidepressiva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de prognose van symptomatische symptoomstoornissen?

A

Zonder behandeling slecht; 50% van de patiënten voelt zich na behandeling beter, kans op terugkeer (zeer vaak voorkomend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly