T3.1 Psychosociale en fysiologische theorieën over werkstress H4 Flashcards

1
Q

Het blijkt dat individuele verschillen in de subjectieve (zelf)rapportage van stress vrij zwak samenhangen met individuele verschillen in fysiologische stressmetingen. Slechts 10-15% overlap. Bij binnen-persoonsvergelijkingen is de samenhang wel sterker.

Dit roept twee vragen op. Hoe zijn die te beantwoorden?

  1. Door welke van de 2 metingen wordt het echte stressniveau het beste weergegeven?
  2. Waarom is het verband zo zwak?
A
  1. Dit valt niet eenduidig te beantwoorden. Er bestaat momenteel dan ook geen fysiologische ‘stressthermometer’ waarmee exact is vast te stellen hoeveel stress iemand precies ervaart.
  2. Deels vanwege de meetonbetrouwbaarheid zowel aan de psychologische als fysiologische kant.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De relatie tussen stress en hart- en vaatziekten is vastgesteld in een groot aantal individuele studies en wordt ondersteund door een reeks meta-analyses. Hoe verhoogt werkstress het risico op een hartinfact?

A

Er is momenteel geen eenduidig bewijs dat werkstress direct tot chronisch verhoogde bloeddruk leidt, maar dat werkstress wel samenhangt met een slechtere levensstijl en dat deze op zijn beurt de bloeddruk kan verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer we praten over de relatie tussen werkstress en bloeddruk is het belangrijk om waar een onderscheid tussen te maken?

A

Acute en chronische stress.
Er is veel bewijs voor de acute relatie tussen stress en bloeddruk, maar niet voor de relatie tussen chronische stress en bloeddruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de discrepantie tussen inspanning en beloning van invloed op de bloeddruk?

A

Een grotere discrepantie is gecorreleerd met een hogere bloeddruk, zowel op werkdagen als vrije dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de autonome balans?

A

Balans tussen de sympathicus (versnellend) en parasympathicus (remmend) van het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is een verhoogde activiteit van het sympathische of parasympathische autonome zenuwstelsel de schakel tussen stress en risico op schade aan hart en vaten?

A

Verhoogde sympathische activiteit.

Kan leiden tot aderverkalking en trombose en hartritmestoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is respiratoire sinusaritmie? (RSA)

A

Maat van hartslagvariabiliteit. Een maat voor de parasympathische sturing van het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een impedantaiecardiogram (ICG)?

A

Verandering in elektrische weerstand van de borstkas, zoals veroorzaakt door de verandering in bloedvolume in hart en grote bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een tamelijke goede psychofysiologische maat voor (mentale) inspanning en stress?

Hoe is chronische stress van invloed op de hartslagvariabiliteit?

A

Hartslagvariabiliteit

Niet duidelijk of langdurige of blijvende veranderingen een rechtstreeks effect is of dat er mediërende processen zijn als levensstijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is voor werkstressonderzoek vooral adrenaline of noradrenaline van belang?

A

Adrenaline, want het reflecteert de mentale stress.

Noradrenaline reflecteert spieractiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Naast dat een laag niveau van adrenaline een laag stressniveau kan betekenen, kan het ook duiden op iets anders. Wat?

A

Gevoelens van uitputting en vermindering van mobiliseerbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar hangt cortisol mee samen?

A

Gevoelens van controleverlies - het idee dat men dreigingen of eisen die worden gesteld niet meer in de hand heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cortisol speelt op enkele indirecte manieren een rol bij het risico op hart- en vaatziekten. Via welke wegen? 3x

A

Verhuishouding
Insuline/glucosebalans
Atherosclerose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor negatieve effecten heeft verhoogde cortisol op cognitieve functies?

A

Met name geheugen. Belangrijk voor het vormen van bewuste herinneringen.
Verkleinde hippocampus.
Bij chronische stress voor enige tijd is het effect deels omkeerbaar.
Bij langdurige chronische stress kunnen zenuwcellen afsterven, wat tot onherroepelijke schade leidt.

Daarnaast ook invloed op frontale hersengebieden die samenhangen met zelfregulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe remt cortisol zijn eigen aanmaak?

A

Via negatieve feedback naar de HPA-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verloopt de cortisolconcentratie over een dag? 4x

A
  1. Hoogst direct na opstaan
  2. Piek vlak voor de lunch
  3. Piek vlak voor het avondeten
  4. Piek vlak voor het slapengaan.
17
Q

Is cortisol hoger op werkdagen dan vrije dagen?

Waarom?

A

Nee

Omdat cortisol te maken heeft met de interpretatie van de situatie, dus hoe stressvol men het ervaart, en niet direct met hoe druk of inspannend het werk is.

18
Q

Hang cortisolniveau samen met de mate van ervaren werkstress?

Wat is een mogelijke verklaring?

A

Literatuur geeft hier geen uitsluitsel over.
Ook geen consistente correlatie tussen burn-out en cortisol gevonden (bij verbeterde diagnose wel).

In sommige gevallen gaat stress samen met verhoogde niveaus van cortisol en een hogere CAR en in sommige gevallen juist met een lagere cortisol- en CAR-waarden. Het uitgangspunt hierbij is dat de HPA-as aanvankelijk op stress reageert door een verhoging van cortisol. Echter, gezien de schadelijke gevolgen van langdurige hoge cortisolniveaus zou er een punt zijn waarop het lichaam zichzelf in bescherming neemt door de HPA-as activiteit chronisch te verlagen. Een chronisch verlaagd cortisolniveau gaat samen met gevoelens van vermoeidheid, wat zou verklaren waarom uitputting een van de kernsymptomen van burn-out is.

19
Q

Wat is de cortisol awakening response (CAR)?

A

Acute stijging van de cortisolproductie in ongeveer het eerste halfuur na ontwaken

20
Q

Waar zijn fysiologische maten vooral goed voor?

A

Om verschillen binnen personen te onderzoeken

21
Q

Vertonen groepen met stressgerelateerde klachten afwijkende fysiologische waarden?

A

Literatuur is niet eenduidig

22
Q

Leidt chronische werkstress direct tot blijvende fysiologische veranderingen?

A

Literatuur is niet eenduidig

23
Q

Hoe kan de toegevoegde waarde van fysiologische metingen worden versterkt?

A

Betere diagnose van het type stress