T3.2 Burn-out, bevlogenheid H18 Flashcards

1
Q

Welke belangrijkste kenmerken van burn-out worden genoemd? 3x

A

De belangrijkste kenmerken die Mechtild noemt, zijn:

  1. gevoel van uitputting
  2. distantie
  3. verminderde competentie

In het tekstboek wordt beschreven dat het gevoel van uitputting gepaard gaat met spanningsklachten (affectief, fysiek of gedragsmatig), verminderde effectiviteit, verminderde motivatie, en problematische attitudes en gedragskenmerken op het werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke gevolgen van burn-outklachten ziet Mechtild in haar organisatie, en welke andere gevolgen van burn-out worden in het tekstboek beschreven?

A

Mechtild vertelt dat burn-outklachten kunnen leiden tot verschillende gezondheidsklachten, zoals psychosomatische klachten, depressie, slaapstoornissen, cardiovasculaire ziekten en angstklachten.

In het tekstboek worden daarnaast nog gevolgen genoemd rondom de werkattitudes (arbeidsontevredenheid, geringe organisatiebetrokkenheid en verloopintentie) en de organisatie (ziekteverzuim en personeelsverloop, arbeidsprestatie, kwaliteit van zorg en onderwijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In de paragrafen 18.4 en 18.5 worden de mogelijke oorzaken van en verklaringen voor burn-out besproken. 2x

Wat zijn de mogelijke oorzaken van burn-out?

A

Omdat er nog maar een gering aantal longitudinale studies naar burn-out zijn gedaan, wordt vooralsnog gesproken van mogelijke oorzaken.

Op basis van de huidige kennis kan gezegd worden dat aan de ene kant:
1. werkbelasting, in de vorm van ervaren werkdruk, tijdsdruk en interferentie tussen de werk- en thuissituatie, de belangrijkste mogelijke oorzaken zijn.
Daarnaast spelen rolproblemen en emotionele belasting een rol. Objectieve indicatoren lijken veel minder van belang te zijn.

  1. Aan de andere kant is de afwezigheid van een aantal energiebronnen een belangrijke mogelijke oorzaak, zoals een gebrek aan sociale steun, feedback, participatie in de besluitvorming en regelmogelijkheden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een deel van de mensen met burn-outklachten zijn werkzaam in de dienstverlenende sector. Hierbij spelen de contacten met andere mensen een grote rol. Welke mogelijke verklaring voor burn-outklachten kan in dit specifieke werkveld een rol spelen?

Is dat op individueel of teamniveau?

A

Volgens de sociale-uitwisselingstheorie ontstaat emotionele overbelasting (en dus burn-out) wanneer de opbrengsten (‘baten’) die iemand uit sociale relaties met anderen verkrijgt niet in balans zijn met de investeringen (‘kosten’).

Wanneer er sprake is van een chronische discrepantie tussen de kosten en de baten, spreek je van een negatieve uitwisselingsrelatie of van een gebrek aan wederkerigheid (reciprociteit).

Beide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef een overzicht van de behandeleffecten bij burn-out gebaseerd op literatuurstudies, zoals geschetst in van Dam et al., pp. 63-69.

A

Systematisch literatuuronderzoek onder 25 interventiestudies tussen 1996 en 2006 laat zien dat in 82 procent van de individugerichte behandelingen een aantoonbare verbetering van burn-outklachten optreedt en dat die verbetering stabiel blijft.

Datzelfde geldt voor behandelingen waarin individu- en organisatiegerichte interventies worden gecombineerd, maar de resultaten hiervoor zijn niet beter dan bij interventies die alleen op het individu gericht zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In het protocol wordt beschreven uit welke onderdelen een individugerichte behandeling bestaat. Benoem de verschillende onderdelen.

A

De behandeling start met twee inventarisatiesessies en vervolgt met de onderdelen klachtenreductie (sessies 3 tot en met 6) en cognitieve therapie (sessies 7 tot en met 10). Daarna kan er gekozen worden voor extra modules, werkhervatting en werkgerichte interventies.

De behandeling sluit af met het vaste onderdeel coaching en recidiefpreventie (vier sessies). Wanneer er alleen voor de vaste onderdelen gekozen wordt, bestaat de behandeling uit veertien sessies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De paragrafen 18.7 tot en met 18.10 van het tekstboek geven meer inzicht in het begrip bevlogenheid. Schaufeli en Bakker (2020) geven aan dat er drie dimensies van bevlogenheid onderscheiden kunnen worden, te weten vitaliteit, toewijding en absorptie.

Hoe kun je aan de hand van deze drie dimensies uitleggen dat bevlogenheid en burn-out diametraal tegenover elkaar staan?

A

De vitaliteit die werknemers ervaren staat op de energiedimensie tegenover de uitputting die opgebrande werknemers ervaren. Daarnaast kunnen op de identificatiedimensie de toewijding van de bevlogen werknemer aan de ene kant geplaatst worden en de distantie van de opgebrande werknemer aan de andere kant. Voor absorptie is geen tegenpool te vinden bij burn-out. Opgebrande medewerkers ervaren wel een gevoel van verminderde competentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aan de hand van drie theorieën wordt uitgelegd hoe bevlogenheid op zichzelf tot meer bevlogenheid kan leiden.

Leg dit uit aan de hand van de Broaden and Build-theorie en de Conservation of Resources-theorie.

A

De Broaden and Built-theorie stelt dat de positieve emoties die bij bevlogenheid worden ervaren, er toe leiden dat werknemers uitdagingen opzoeken en tegenslagen overwinnen. Hiermee verbreden zij hun eigen ervaringen en kennis (broaden). Deze kennis en ervaring leidt er weer toe dat persoonlijke hulpbronnen worden opgebouwd (build) en dit leidt weer tot meer positieve emoties en dus meer bevlogenheid.

De Conservation of Resources-theorie gaat ervan uit dat mensen streven naar het verkrijgen en behouden van hulpbronnen (resources). Dit leidt er toe dat iemand beter kan werken, succesvoller zal zijn en zich daardoor beter zal gaan voelen. Bevlogen werknemers zijn pro-actief en organiseren hun eigen benodigde hulpbronnen. Door het goede werk is de kans zeer reëel dat deze hulpbronnen zich verder zullen uitbreiden, waardoor een bevlogen werknemer in een opwaartse spiraal terecht komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zijn burn-out klachten per definitie werkgerelateerd?

Komen zij per definitie voor bij normale mensen?

Hoe lang zijn de klachten minimaal aanwezig?

A

Ja

Ja, bij mensen bij wie er geen sprake is van een psychiatrische stoornis

6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met welke persoonlijkheidskenmerken hangt burn out samen? 6x

Bij mensen met welke persoonlijkheidstrekken komt het minder voor? 5x

A
  1. Neuroticisme
  2. Dispositionele affectiviteit, oftewel negatieve grondstemming
  3. Sterke beheersingsoriëntatie (gebeurtenissen toeschrijven aan externe factoren)
  4. Perfectionistisch
  5. Lage eigenwaarde
  6. Afwachtende, vermijdende manier met problemen omgaan
  7. Extraverten
  8. Hardiness: openstaan voor veranderingen, grote betrokkenheid bij dagelijkse activiteiten, gevoel controle te hebben over gebeurtenissen
  9. Optimistisch
  10. Self-efficacy
  11. Proactief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Er wordt gesuggereerd dat de maatschappij waarin we leven verantwoordelijk is voor eht ontstaan en de toename van burn-out. Is hier bewijs voor?

A

Nee, wel bestaat er een interessant parallel met een andere moderniteitskwaal, namelijk zenuwzwakte (neurasthenie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is er een verschil in bevlogenheid tussen mannen en vrouwen?

En ouderen en jongeren?

A

Nee

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke beroepen komt bevlogenheid het meest voor?

Bij welke beroepen minder?

A

Ondernemers, zelfstandigen, managers, boeren, leerkrachten, kunstenaars

Productiemedewerkers, politieagenten, winkelbedienden, thuiszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Met welke persoonlijkheidskenmerken hangt bevlogenheid samen? 5x

A
  1. Emotionele stabiliteit
  2. Extraversie
  3. Positief affect
  4. Persoonlijke affectiviteit
  5. Gevoel van eigenwaarde en optimisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 6 redenen waarom bevlogen werknemers goed presteren?

A
  1. Proactief en nemen persoonlijk initiatief
  2. Stellen hoge doelen omdat ze zich competent voelen
  3. Intrinsiek gemotiveerd en daardoor bereid een stapje meer te doen
  4. Cooperatief en vriendelijk
  5. Ervaren veel positieve emoties waardoor ze informatie beter verwerken
  6. Gezond en daardoor bijna nooit afwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar gaat het bij bevlogenheidsinterventies om?

A

Versterken van de positieve toestand - amplitie (versterken)
De reikwijdte van amplitie is groter dan die van curatie of preventie, omdat het zich uitstrekt over ALLE medewerkers