T4.3 Persoonlijkheid, werkstress en gezondheid Flashcards

1
Q

Hoofdstuk 16 van het tekstboek bespreekt hoe persoonlijkheid, werkstress en gezondheid met elkaar samenhangen. Er wordt gesproken over objectieve stressoren en de subjectieve beleving van die factoren. Bij objectieve factoren kun je denken aan… 4x

Persoonlijkheid speelt een rol bij….1x

A

hoge tijdsdruk, lastige klanten, overuren of tegenvallende resultaten.

de beleving van die objectieve stressoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke manieren beïnvloedt persoonlijkheid het ervaren van objectieve stressoren en het effect daarvan op de gezondheid?

A
  1. Voorafgaand aan de objectieve stressor beïnvloedt de persoonlijkheid de keuze van de omgeving en daarmee de kans op het voorkomen van stressoren.
  2. De persoonlijkheid bepaalt wat de subjectieve beleving is van de stressor. Oftewel, wordt een objectieve stressvolle situatie ook als stressvol ervaren?
  3. De mate waarin gereageerd wordt op stress (de stressreactie) wordt ook beïnvloed door de persoonlijkheid.
  4. Uit onderzoek blijkt ook dat de persoonlijkheid van invloed is op de gevolgen van de stressreacties voor de gezondheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Persoonlijkheid lijkt via werkgerelateerde stress van invloed te zijn op de gezondheid. Welk type interventies kunnen ingezet worden om deze negatieve invloed te verminderen? 3x

A
  1. interventies gericht op het reduceren van stress
  2. interventies gericht op het versterken van hulpbronnen
  3. interventies gericht op een goede afstemming tussen een persoon en een organisatie

Omdat het effect van bovengenoemde interventies ook weer afhankelijk zal zijn van de persoonlijkheid is het van belang de interventie individueel in te zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke big five-persoonlijkheidskenmerken herken je in het verhaal van Mechtild en welke verbanden van deze persoonlijkheidskenmerken met stress zijn uit onderzoek gebleken?

A

Mechtild spreekt over zorgzaamheid, perfectionisme, het stellen van hoge eisen en een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Deze kenmerken passen bij de big five-persoonlijkheidskenmerken vriendelijkheid en conscientieusheid.

  1. Conscientieusheid: uit onderzoek komen aanwijzingen dat deze factor samenhangt met de dimensie persoonlijke bekwaamheid van het burn-outsyndroom.
  2. Vriendelijkheid: volgens onderzoek hangt deze factor negatief samen met stressreacties en met burn-out. De neiging van vriendelijke personen om sterk op anderen gericht te zijn, lijkt negatief samen te hangen met depersonalisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oals Mechtild aangeeft in haar interview, komen bepaalde persoonlijkheidskenmerken regelmatig voor bij mensen die last hebben van burn-outklachten. In het onderzoek naar de relatie tussen de big five-persoonlijkheidskenmerken en burn-out worden niet altijd consistente resultaten gevonden en is er geen duidelijke onderliggende theorie.

Smith, Barratt en Hirvo gebruiken in hun onderzoek de theorie van Block om een relatie te leggen tussen persoonlijkheidstypen enerzijds en vatbaar zijn voor burn-out of bevlogenheid anderzijds.

In het artikel wordt gesproken over de zogenaamde “RUO typology”. Welke persoonlijkheidstypen worden onderscheiden?

A

In dit artikel wordt gesproken over verschillende persoonlijkheidstypen, waarbij er van drie typen verwacht wordt dat ze in het onderzoek herkenbaar zullen zijn. Deze typen kunnen gerelateerd worden aan de volgende big five-factoren:

  1. Het resilient type: dit type kenmerkt zich door een lage score op de factor neuroticisme en hoge scores op de andere vier factoren.
  2. Het undercontrolled type: dit type kenmerkt zich door een hoge mate van neuroticisme en lage mate van conscientieusheid en vriendelijkheid.
  3. Het overcontrolled type: dit type wordt gekarakteriseerd door een hoge mate van neuroticisme en een lage score op extraversie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke verwachtingen worden in het artikel uitgesproken over de relatie tussen de bovengenoemde persoonlijkheidstypen enerzijds en burn-out en werkbevlogenheid anderzijds?

A

In het artikel worden de volgende hypothesen gesteld:

  1. De drie meest voorkomende persoonlijkheidsprofielen, resilient, undercontroller en overcontroller zullen in het onderzoek zichtbaar zijn.
  2. Undercontrollers en overcontrollers ervaren relatief lage niveaus van werkbevlogenheid, terwijl resilients hoge niveaus van werkbevlogenheid ervaren.
  3. Undercontrollers en overcontrollers ervaren een relatief hoge mate van burn-out, terwijl resilients een relatief lage mate van burn-out ervaren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke conclusies worden in het artikel over deze hypothesen getrokken?

A

Ad 1: De drie persoonlijkheidsprofielen worden gevonden. Daarnaast komt nog een vierde profiel naar voren, die de naam ‘reserved’ of ‘resilient overcontroller’ krijgt. Dit profiel kenmerkt zich door een lage openness (intellect/autonomie), een laag neuroticisme en lage extraversie. De hypothese wordt dus aangenomen en aangevuld met het vierde profiel.

Ad 2: In vergelijking met het resilient profiel, ervaren de undercontrollers en de overcontrollers een relatief lage mate van werkbevlogenheid. De hypothese wordt dus aangenomen.

Ad 3: In vergelijking met het resilient profiel, ervaren de undercontrollers en de overcontrollers relatief meer burn-outklachten. De hypothese wordt dus aangenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De stressgerelateerde en directe invloeden van persoonlijkheid zijn terug te vinden in drie modellen die de relatie tussen persoonlijkheid en werkstress enerzijds en gezondheidsuitkomsten anderzijds beschrijven. Welke 3?

A
  1. Additief model: onafhankelijke effecten van persoonlijkheid en werkomgeving op gezondheidsuitkomsten.
  2. Buffer- of kwetsbaarheidsmodel: negatieve relatie tussen stress en gezondheid voor mensen die hoog dan wel laag op de desbetreffende eigenschap scoren.
  3. Persoon-omgeving-fit (P-E Fit) Model van stress: de twee punten in de grafiek die corresponderen met een fit tussen de persoon en de omgeving naar een hoger niveau van gezondheid of welbevinden, dan de punten die verwijzen naar een misfit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In de literatuur komen verschillende eigenschappen veelvuldig naar voren in relatie tot werkstress, welke 7?

A
  1. Beheersingsoriëntatie (locus of control)
  2. Gehardheid (hardiness)
  3. Gevoel van coherentie (sense of coherence):
    1) Begrijpen: gevoel dat omgeving voorspelbaar en verklaarbaar is
    2) Hanteerbaar: Men heeft zelf hulpbronnen om problemen in de omgeving te hanteren
    3) Betekenis: eisen die vanuit de omgeving worden gesteld vormen een betekenisvolle uitdaging.
  4. Eigen-effectiviteit (self-efficacy)
  5. Zelfwaardering
  6. Despositioneel optimisme
  7. Emotionele intelligentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Beheersingsoriëntatie (locus of control)?

A

dingen die gebeuren/prestaties toeschrijven aan het lot en invloedrijke anderen (extern) vs eigen bekwaamheden en inspanningen (intern).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke 3 elementen bestaat gehardheid (hardiness)?

A

1) betrokkenheid; 2) controle en 3) uitdaging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een gevoel van coherentie (sense of coherence)?

A

1) Begrijpen: gevoel dat omgeving voorspelbaar en verklaarbaar is
2) Hanteerbaar: Men heeft zelf hulpbronnen om problemen in de omgeving te hanteren
3) Betekenis: eisen die vanuit de omgeving worden gesteld vormen een betekenisvolle uitdaging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is eigen-effectiviteit (self-efficacy)?

A

Overtuiging van een persoon dat hij zelf in staat is bepaald gedrag te vertonen dat leidt tot een gewenste uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is zelfwaardering?

A

Iemands gevoel van persoonlijke waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is optimisme?

A

Neiging positieve verwachtingen te hebben met betrekking tot de dingen die jou zullen overkomen.
NB. Bufferende werking van werkgerelateerde hulpbronnen tegen burn-out (e.g. autonomie) trad alleen op bij optimisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Type A persoonlijkheid?

A

Extreme prestatiegerichtheid en wedijver, ongeduldigheid, geprikkeldheid, cynische houding, snel spreken, snelle motoriek

17
Q

Wat is emotionele intelligentie?

A

Capaciteit om de eigen gevoelens en die van anderen te herkennen en te begrijpen, en om goed om te gaan met de eigen emoties en de emoties van anderen.

18
Q

Wat zijn de 5 hogerorde-eigenschappen, oftewel de Big Five?

Welke 2 hangen vooral samen met satisfactie en welbevinden in werksituaties?

A
  1. Extraversie
  2. Vriendelijkheid
  3. Consciëntieusheid
  4. Emotionele stabiliteit
  5. Intellect/autonomie

Vriendelijkheid en Emotionele stabiliteit

19
Q

Wat is de p-factor?

A

Via factoranalyse kan bij de Big-Five-persoonlijkheidseigenschappen, gescoord in positieve richting, een eerste principale component (p-factor) afgeleid worden. Dit is de competentie of coping in de betekenis van het adequaat reageren op situaties. In de p-factor zijn de eigenschappen verenigd die een evolutionaire functie dienen: adequaat reageren op allerlei situaties. Staat in verband met sociale intelligentie.