Thema 3. Veroudering vanuit een gezondheidspsychologisch perspectief. Deel 3 Flashcards

1
Q

Leven in de plus

A

Een e-Health interventie met als doel: regie over het eigen leven te behouden. Dit is ontwikkeld voor thuiswonende ouderen die hun
zelfmanagementvaardigheden willen versterken en bedoeld voor eenzame ouderen, mensen die lichamelijke achteruitgang ervaren of moeite hebben met een nieuwe invulling in hun dagelijkse leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Acceptance and Commitment Therapy (AC)

A

Een vorm van gedragstherapie die verschillende werkzame technieken met elkaar combineert. Doel: psychologische flexibiliteit verhogen waardoor iemand beter kan omgaan met tegenslagen in het leven en geneigd is om activiteiten te ondernemen die echt belangrijk zijn. ACT geeft handvatten om weerbaar en veerkrachtig te zijn. ACT kan via eHealt, life en in groepen worden aangeboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mindfullnes

A

Aandacht geven aan de ervaring van het huidige moment, op een milde manier en zonder te oordelen. Het richt zich o.a. op het opmerken van automatische patronen in het leven. Mindfulness helpt ouderen om piekeren tegen te gaan. Mindfulness leidt tot betere acceptatie van lichamelijke pijn en minder eenzaamheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op weg naar de gouden jaren.

A

Ouderen leren proactieve vaardigheden aan om naar de toekomst te kijken en te anticiperen op mogelijke veranderingen. Gebaseerd op de SOC theorie. Voor ouderen van 50-71 jaar in groepsverband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vriendschapscursus

A

Een groepstraining voor vrouwen vanaf 55 jaar met als doel eenzaamheidsgevoelens te voorkomen of te verminderen door te helpen met het ontwikkelen van
vriendschappen. Subdoelen zijn: zelfwaardering van de deelnemers vergroten, begrip vriendschap verruimen, actieve houding tegenover vriendschappen ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

GRIP en GLANS

A

Gebaseerd op de zelfmanagementtheorie van welbevinden. Ontwikkeld voor ouderen die te maken hebben met fysiek en/of sociale kwetsbaarheiden en dient ter verbetering van de zelfmanagementvaardigheden (GRIP) en welbevinden (GLANS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Samen verder na de diagnose dementie

A

Voor de oudere en zijn mantelzorger. Doel: echtpaar handvatten geven om in de toekomst met alle veranderingen en moeilijkheden om te kunnen gaan. Dit gebeurt middels vier gesprekken met elk een ander thema. (Invloed op relatie/communicatie, waarden en voorkeuren van relatie en zorg, tijd voor jezelf en elkaar, hulp inschakelen). De uitkomsten van de gesprekken worden beschreven in een toekomstplan wat de mantelzorger helpt om in de toekomst beslissingen te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In de put, uit de put 55+

A

Een groepstraining met als doel: depressieklachten verhelpen of verminderen. De cursus is gebaseerd op CGT en sociale leertheorie en bestaat uit tien bijeenkomsten. Men leert wat depressieklachten zijn, hoe deze ontstaan, en hoe deze te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zicht op evenwicht

A

Andere naam: A Matter of Balance/Beter in Balans. De interventie ontwikkeld voor zelfstandig wonende ouderen die bang zijn om te vallen en daardoor activiteiten mijden. Doel: Valangst verminderen waardoor ze meer gaan bewegen. Deze cursus
kan individueel en in groep worden aangeboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Angst de baas.

A

Het leren van vaardigheden om piekeren en angstklachten te verminderen en angststoornissen te voorkomen. Er wordt gebruik gemaakt van CGT. Dit kan individueel en in een groep worden aangeboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Doen bij depressie

A

Een zorgprogramma gericht op geïndiceerde en zorggerichte preventie. Doel: opsporen en behandelen van depressie in verpleeghuizen verbeteren. Doen bij
Depressie bestaat uit drie fasen: opsporen, behandelen en monitoren. Wanneer er bij de screening depressieklachten worden geconstateerd worden diverse modules aangeboden om de klachten te verminderen en volledige depressie voor te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Psychoeducatie

A

Verweven van kennis en vaardigheden met als doel: mensen te leren omgaan met beperkingen, psychische of lichamelijke klachten of stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De rol van de psycholoog

A

De rol is afhankelijk van de setting waarin de psycholoog werkzaam is. De psycholoog is vooral belangrijk in geïndiceerde en zorggerichte preventie. Binnen deze setting kan de psycholoog drie rollen vervullen.
• Het verkennen en in kaart brengen van de kwetsbaarheden en mogelijkheden van de oudere. Hierbij hoort ook het opstellen van een interventieplan, dit in overleg binnen een MDO.
• Uitvoeren van preventieve interventies.
• Ontwikkelen van preventieprogramma’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie mantelzorg volgens RVS

A

Zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan ene hulpbehoevende door een of meerdere leven van diens directe omgeving waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Negatieve gevolgen van mantelzorg.

A

Mantelzorgers zijn vaak zwaar belast en hebben vier keer zoveel kans om depressief te raken. Daarnaast is er sprake van kwetsbaarheid voor fysieke
gezondheidsproblemen door de invloed van chronische stress op het immuunsysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Belasting wordt gekenmerkt door.

A

Als de problemen en dagelijkse zorg de capaciteiten van de mantelzorger overschrijden resulteert dit in stress en gevoel van belasting. Deze subjectieve
belasting wordt bepaald door een interactie tussen
• Kenmerken van de persoon voor wie gezorgd wordt
• Kenmerken van de mantelzorger
• De omgeving.

17
Q

Adaptieve zorgstrategie

A

Een ondersteunende, rustige en meegaande benadering. Dit geeft een veilige omgeving voor de persoon met dementie.

18
Q

Niet adaptieve zorgstrategie

A

Een confronterende benadering. Dit kan leiden tot probleemgedrag zoals onrust of agressie bij de demente oudere maar ook vergroot het de kans op emotionele problemen bij de mantelzorger.

19
Q

Positieve gevolgen van mantelzorg

A
  • Mensen kunnen innerlijke groei ervaren wanneer ze geconfronteerd worden met moeilijke omstandigheden.
  • Het bieden van mantelzorg kan voldoening geven door een gevoel van bekwaamheid.
  • Het in staat zijn om (terug) te geven aan een ander kan gezien worden als een sociale basisbehoefte en kan een gevoel van tevredenheid geven. De kwaliteit van de relatie is zeer bepalend voor de ervaren motivatie om mantelzorg te geven op basis van affectie of vanuit verplichting.
20
Q

Drie fasen van mantelzorgproces.

A
  1. Roladaptatie. De nadruk lukt op het aanpassen aan de nieuwe rol. De eerste stap hierbinnen is het uiten van gevoelens van verdriet en verlies en daarna het
    accepteren en leren omgaan met het verlies en de problemen.
  2. Roluitvoering. Door toename van hulpbehoevendheid staan praktische hulp en problemen meer op de voorgrond. Een goede acceptatie en adaptatie in fase 1 geven een langere subjectieve belasting ondanks toegenomen objectieve
    belasting.
  3. En uit handen geven van de mantelzorgrol. Vaak gaat dit gepaard met schuldgevoelens.
21
Q

Interventies voor mantelzorgers.

A

Interventies voor mantelzorgers bestaan uit informatie geven, vaardigheden aanleren en het steunsysteem versterken. Dit wordt gedaan via:
• Psycho-educatie (alleen dit geeft geen effect op mindere subjectieve belasting en langer thuis blijven wonen, daar is combi voor nodig).
• Psychotherapie (vooral CGT maar ook ACT die zich richt op het accepteren van de situatie en bijbehorende gevoelens.
• Ondersteuningsgroepen.

22
Q

Gecombineerde interventies voor mantelzorgers

A

Bij gecombineerde interventies wordt én psycho-educatie gegeven, én therapie én ondersteuningsgroepen aangeboden. De resultaten van gecombineerde interventies zijn positief. De ervaren belasting ligt lager en de oudere blijft langer thuis wonen.

23
Q

Doel van onderzoek mantelzorg bij dementie

A

Het in kaart brengen van de profielen van mantelzorgers van mensen met dementie, en vervolgens evalueren hoe deze profielen samenhangen met de mate waarin de mantelzorger zijn kwaliteit van leven ervaart, de mate waarin die last heeft van
depressieve symptomen en de mate van volharding (perseverance) van de mantelzorger. De relevantie van deze studie is dat er (naast de aandacht voor de
dementiepatiënt zelf) meer aandacht moet komen voor het zelfmanagement van mantelzorger. Het in kaart brengen van de kenmerken van mantelzorgers, die
gerelateerd zijn aan de kwaliteit van leven, de mate van depressieve symptomen en het volhardingsvermogen van de mantelzorger, kan helpen om meer
gepersonaliseerde interventies te ontwikkelen die zowel de gezondheid van de mantelzorger als de patiënt zelf kunnen bevorderen.

24
Q

Resultaat van onderzoek mantelzorg bij dementie.

A

Uit het onderzoek van van Janssen et al blijkt dat er zowel onder de jongere mantelzorgers (class 2 ‘Younger high strain’; veelal de kinderen van de patiënt) en onder de oudere mantelzorgers (class 1 ‘Older high strain’; veelal de partner van de patiënt) een groep bestaat die zwaar belast wordt door hun zorgen voor de patiënt. Gebukt gaan onder de stress die mantelzorg met zich meebrengt is dus niet leeftijdsafhankelijk. Opvallend was dat de groepen die meer te lijden hadden onder de zorgen voor de patiënt, de groepen waren die moesten zorgen voor patiënten met meer ernstige dementie en meer neuropsychiatrische symptomen. Ook hadden deze groepen meer moeite om zich aan te passen aan stresssituaties. Uit het onderzoek bleek dat de hoeveelheid tijd die men met de patiënt doorbracht geen invloed had op de belasting van de mantelzorger. De groepen die zwaarder belast werden toonden een significant slechtere kwaliteit van leven en significant meer depressieve symptomen. Een ondersteunende interventie zou voor deze groep dan ook wenselijk zijn. Advies-op-maat-interventies gericht op het verminderen van de klachten van de patiënt, en interventies gericht op het omgaan met stresssituaties kunnen dan zinvol zijn.