tt Flashcards

(187 cards)

1
Q

Welke structuur in de hersenen zorgt voor de productie van liquor?

A

de plexus choroideus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een 59-jarige man presenteert zich bij de neuroloog met klachten van een afhangende rechter mondhoek. Hierdoor verliest hij speeksel. Bij
neurologisch onderzoek kan hij de rechter mondhoek ook niet meer omhoog trekken, de ogen sluiten en wenkbrauwen bewegen lukt nog
wel.
Hieronder staan een aantal mogelijke oorzaken van deze symptomen.
Welke is het meest waarschijnlijk?

A

Infarct in de linker hemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van welke hersenzenuw is de chorda tympani een aftakking?

A

n. facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de rol van de interneuronen in de kniepeesreflex?

A

Het remmen van activiteit van het motorneuron wat naar de antagonistische spier gaat (hamstrings) van de quadriceps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Wat wordt bedoeld met de opmerking: ‘dit hersengebied ligt infratentorieel’?
  2. Benoem een hersendeel dat infratentorieel ligt.
A
  1. Met infratentorieel wordt bedoeld de delen van de hersenen gelegen onder het tentorium (dus in de achterste schedelgroeve)
  2. Cerebellum en de hersenstam. De overige delen van de hersenen (de beide hemisferen en het diencephalon) zijn supratentorieel gelegen dus boven het niveau van het tentorium cerebelli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Bij patiënten met Lambert-Eaton myasthenic syndrome (LEMS) worden vaak antilichamen tegen acetylcholine gevonden.
  2. Bij myasthenia gravis worden vaak antilichamen tegen acetylcholinesterase gevonden.
    Welke stelling is of welke zijn juist?
A

geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. de n. olfactorius eindigt in de bulbus olfactorius.
  2. de tractus olfactorius ontspringt in de bulbus olfactorius
    Welke stelling is of welke zijn juist?
A

1 en 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een patiënt van 9 maanden komt op de Spoedeisende Hulp met een status epilepticus (tonisch clonisch). Op het moment dat je op de SEH
komt, zie je nog steeds schokken van de ledematen.
De vitale parameters zijn als volgt:
- een pols van 170/minuut
- onregelmatige ademhaling van 24 per minuut
- een bloeddruk van 130/90
- zuustofsaturatie van 88%
- de ademweg lijkt vrij
Wat is je eerste actie?

A

zuurstof toedienen dmv een non-rebreathing masker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Je bent neuroloog. Je ziet een 52-jarige vrouw op de polikliniek Neurologie in verband met sinds drie maanden bestaande pijnlijke
tintelingen in de eerste t/m derde vinger van de rechterhand. De tintelingen treden vooral ’s nachts op. Het wapperen van de hand geeft wat
verlichting. Het neurologisch onderzoek is geheel normaal.
Waar in het zenuwstelsel lokaliseer je de laesie, en hoe noemt men dit klinisch beeld?

A

n. medianus rechts; carpaal tunnel syndroom (CTS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke onderstaande bewering is of welke zijn juist?
A Gegeneraliseerde epileptische ontladingen op het EEG kunnen wijzen op zowel een idiopathische als symptomatische vorm van epilepsie.
B Focale epileptische ontladingen wijzen altijd op een symptomatische vorm van epilepsie.
C De locatie van een epileptiforme afwijking kan bijdragen aan de syndroomdiagnose van epilepsie.

A

a en c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem drie provocatiemethoden voor het induceren van epileptiforme afwijkingen in het EEG.

A

Slaap
Slaaponthouding
Hyperventilatie
Lichtflitsstimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

En 52-jarige man heeft sinds 8 maanden minder kracht bemerkt in zijn linkerarm en hand. Sinds enkele maanden gaat het traplopen ook
minder goed en moet hij zijn armen gebruiken om zich omhoog te trekken. Hij heeft bemerkt dat de spieren van de linkerarm en hand
dunner zijn geworden. Het opstaan uit hurkzit lukt niet zonder hulp. Op grond van deze klachten wordt onder andere amyotrofische lateraal
sclerose overwogen.
Welke van de volgende bevindingen bij neurologisch onderzoek passen hierbij?

A

verminderde tongbewegingen, atrofie handspieren, hoge reflexen in zwakke spieren, fasciculaties (perifeer probleem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een 32-jarige man heeft sinds 4 jaar toenemende klachten van spierzwakte in armen en benen. Bij neurologisch onderzoek is sprake van
zwakte van de schoudergordel- en heupgordelspieren (limb-girdle zwakte) en heeft hij scapula alata. Patiënt blijkt ook aangezichtszwakte te
hebben, hij kan niet goed fluiten en de ogen sluiten niet krachtig. Bij navraag heeft zijn vader vergelijkbare spierklachten gehad vanaf zijn
50e jaar. Een jongere broer van patiënt zou ook wat waggelen.
Bij welke erfelijke spierziekte is dit klinisch beeld het meest passend?

A

Facioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een 16-jarige jongen is de afgelopen jaren lastiger gaan lopen. Hardlopen heeft hij nooit echt goed gekund. Er zijn geen
gevoelsstoornissen. Hij is geadopteerd en over zijn familie is niet veel bekend. Bij neurologisch onderzoek heeft hij opvallend dunne
onderbenen en holvoeten. De Achillespeesreflexen zijn afwezig. EMG: duidelijk vertraagde zenuwgeleidingssnelheden.
Welke aandoening is het meest waarschijnlijk, en welk onderzoek is behulpzaam op de diagnose te stellen?

A

hereditaire polyneuropathie – DNA onderzoek naar HMSN type 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een 67-jarige man heeft sinds 6 maanden zwakte van de rechterhand, en sinds 3 maanden ook zwakte van de linkerhand en van de
voetheffers van het linkerbeen. Soms voelt hij kleine spiertrekkinkjes onder de huid. Er zijn geen gevoelsstoornissen. Bij neurologisch
onderzoek is er atrofie van de intrinsieke handspieren en de beenspieren beiderzijds, en zijn er fasciculaties te zien in de schoudergordel
en handen. De reflexen in de armen zijn zeer levendig, en de voetzoolreflexen zijn pathologisch.
Van welke diagnose is gelet op de anamnese en neurologisch onderzoek het meest waarschijnlijk sprake?

A

ALS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke aanvullende onderzoeken zou je kunnen doen om de diagnose myasthenia gravis te kunnen stellen?

A
  1. neostigmine test
  2. EMG; repetitieve stimulatie en/of single fiber EMG
  3. bepaling van antistoffen in het bloed (acetylcholinereceptor antistoffen, MUsK antistoffen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

en 68-jarige man meldt zich met sinds 4 uur een acuut ontstane draaiduizeligheid met een verminderde balans. Hij rookt en is bekend met
hypertensie. Bij neurologisch onderzoek zie je een blikrichtingsnystagmus zonder verder afwijkend onderzoek van de hersenzenuwen, met
een valneiging naar rechts en een ataxie van het rechterbeen. CT-hersenen toont geen bloeding, wel oude lacunaire infarcten in de
linkerhemisfeer.
1. Waar lokaliseer je de neurologische functiestoornis bij deze patiënt? (2p)
2. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

A
  1. Rechter cerebellaire hemisfeer
  2. Herseninfarct
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat verwacht je te vinden met betrekking tot de dubbelbeelden bij neurologisch onderzoek bij uitval van de n. VI?

A

dubbelbeelden zijn horizontaal en ongekruist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk halfcirkelvormig kanaal bevindt zich gedeeltelijk in het middenoor?

A

canalis semicircularis lateralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Je bent KNO-arts en ziet een 62-jarige man met éénzijdige slechthorendheid rechts. Je hebt een recent audiogram waarop rechts een
perceptief gehoorverlies van 50 dB te zien is. Links is het gehoor normaal.
Welke mogelijkheden heb je om de handicap te verminderen?

A

achter het oor gedragen luchtgeleidingstoestel rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

De stemvorkproef van Weber lateraliseert naar rechts. De stemvorkproef van Rinne is niet uitgevoerd.
Bij welk type gehoorverlies kan dit passen?

A
  • perceptief gehoorverlies links
  • conductief gehoorverlies rechts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoever kan het conductieve gehoorverlies oplopen bij patiënten met een niet-functionerend middenoorsysteem?

A

50-60 dB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke (grote) arterie loopt er precies mediaal van het middenoor?

A

A. carotis interna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bij een visuele stimulus verander je langzaam de golflengte van het licht van violet via blauw en groen naar rood, maar je houdt daarbij de
lichtintensiteit constant.
Wat gebeurt er met de membraanpotentiaal van de kegeltjes en de staafjes?

A

Van zowel kegeltjes als staafjes verandert de membraanpotentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Een 80-jarige patiënt struikelt over een prullenbak. Niet gezien. Maar als hij een week later nog eens over de stofzuiger struikelt, vindt zijn vrouw het tijd voor een bezoek aan de oogarts. Hij heeft geen pijn aan het oog. Hij rookt niet, heeft geen hoge bloeddruk en geen diabetische retinopathie. De gezichtsscherpte is goed. Bij het gezichtsveldonderzoek blijkt hij aan beide ogen een scotoom onder in het gezichtsveld te hebben. Vreemd, zegt de patiënt, want ik heb geen enkele verandering van het zicht bemerkt. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het klinisch beeld van deze patiënt?
chronisch glaucoom
26
Als je bij een patiënt met een fluoresceïne papiertje het traanvocht gekleurd hebt, kleurt alleen beschadigd cornea epitheel aan met fluoresceïne. Zo kan je een cornea erosie of een keratitis vaststellen. Waarom kleurt alleen beschadigd cornea epitheel aan?
Omdat de epitheelcellen verbonden zijn door tight junctions en die barrière doorbroken is.
27
Welke van onderstaande opmerkingen over de n. trigeminus is juist?
aftakkingen: n. ophthalmicus (V1), n. maxillaris (V2), n. mandibularis (V3)
28
Een 40-jarige vrouw presenteert zich bij de neuroloog met plotseling ontstane klachten van dubbelzien, hangend ooglid en een niet stabiel gevoel bij lopen. Neurologisch onderzoek toont een ptosis, een oog wat in depressie en abductiestand staat en een hemiataxie. MRI toont een kleine focale lesie met een diameter van 13 mm. Waar zou een dergelijk kleine laesie deze combinatie van problemen kunnen veroorzaken?
Mesencephalon
29
Welke van de onderstaande zenuwen loopt door de sinus cavernosus?
n. abducens
30
Bij welke verandering in de kanaaleigenschappen is de kans op epilepsie het hoogst?
als K+ kanalen langzamer deactiveren
31
Welke ionkanalen worden met name door ethosuximide geblokkeerd?
calcium
32
Wat is er bijzonder aan de piriforme cortex ten opzichte van andere (neo)corticale gebieden?
De piriforme cortex bevat slechts drie lagen i.p.v. vijf tot zes.
33
Een 3-jarige jongen presenteert zich op de Spoedeisende Hulp met een status epilepticus (tonisch clonisch) bij een temperatuur van 39 graden Celsius. Hij is al een paar dagen hangerig en minder alert. De ambulance heeft een gift midazolam buccal gegeven. Bij aankomst op de SEH heeft hij geen schokken meer. Zijn EMV score is E2M5V2. Laboratorium onderzoek laat normaal CRP zien van 1.0 1. De patient heeft geen schokken meer, dus de status epilepticus is voldoende behandeld, hij is uit de aanval. 2. Indien de patient nog in de aanval zit, dan is de volgende stap in de behandeling levetiracetam (keppra) iv. Welke stelling is of welke zijn juist?
geen
34
Je bent arts-assistent Neurologie. Je ziet een 78-jarige vrouw op de Spoedeisende Hulp in verband met acuut ontstane problemen met het spreken. Bij het neurologisch onderzoek valt je op dat ze ernstige woordvindstoornissen heeft. Als je haar vraagt om met haar rechter wijsvinger naar het plafond te wijzen, dan lijkt ze die opdracht niet te begrijpen. Benoem zo precies en volledig mogelijk van welk neurologisch symptoom hier sprake is
globale of motore én sensore afasie
35
Een 40-jarige vrouw wordt tijdens het ophangen van de was plotseling heftig draaiduizelig en heeft een scherpe pijn in de nek. Als ze tegen haar echtgenoot wil zeggen wat ze heeft, blijkt ze onduidelijk (“dronken”) te spreken. Ze ziet alles dubbel, twee beelden naast elkaar, en kan nauwelijks lopen. De voorgeschiedenis is blanco. Zij rookt niet. Ze wordt direct naar het ziekenhuis vervoerd, waar ze binnen een uur aankomt. Bij neurologisch onderzoek blijkt een dysartrie, horizontale nystagmus en abductiezwakte linker oog. De bloeddruk is 170/110 mmHg. De blanco CT-scan van de hersenen toont geen afwijkingen. In welk stroomgebied is de uitval gelokaliseerd?
a. basilaris
36
Welke bewering over een epiduraal hematoom is juist?
Het grootste gevaar bij een epiduraal hematoom is het ontstaan van inklemming. Bloeding tussen dura en schedel
37
Een 24-jarige vrouw heeft sinds een paar maanden wisselend last van dubbelbeelden en een ptosis. De klachten zijn vooral ’s morgens na het wakker worden aanwezig en als ze vermoeid is. Zowel het fietsen tegen de wind in als het fietsen over de Erasmusbrug wordt lastiger. Soms moet zij dan afstappen. Deze klachten komen niet voor in de familie. Bij neurologisch onderzoek ontstaat er een geringe ptosis van het rechteroog bij kijken omhoog. Verder worden er tijdens het onderzoek op de polikliniek geen afwijkingen gevonden. Welke aandoening is op grond van de anamnese en het neurologisch onderzoek het meest waarschijnlijk?
myasthenia gravis
38
Een 68-jarige man heeft 4 jaar geleden een ander gevoel gekregen onder zijn voeten. Dit is het afgelopen jaar opgetrokken tot halverwege zijn onderbenen. Hij is met klapvoeten gaan lopen. Verder heeft hij geen klachten. Hij gebruikt alleen medicatie (hydrochloorthiazide)tegen hypertensie. Bloeddruk 125/75. Bij neurologisch onderzoek is er een parese van de voetheffers (MRC 4), voelt hij tast en pijn wat minder aan zijn vingertoppen en distaal van de knieën. De peesreflexen zijn aan de armen verlaagd (-2), de kniepeesreflexen zijn laag (-3), de Achillespeesreflexen zijn afwezig. Bloedonderzoek naar diverse oorzaken van polyneuropathie levert geen bijzonderheden op. EMG: verlaagde spieractiepotentialen en afwezige potentialen van de nervus suralis (een sensibele zenuw, distaal aan het been). Van welke aandoening is meest waarschijnlijk sprake?
Chronisch idiopathische axonale polyneuropathie (CIAP)
39
Het Lambert-Eaton myastheen syndroom (LEMS) is het gevolg van een stoornis van de neuromusculaire overgang. Waar bevindt het probleem zich?
Presynaptisch
40
Het Lambert-Eaton myastheen syndroom (LEMS) is vaak geassocieerd met het voorkomen van een tumor. Welke tumor betreft dit in de meeste gevallen?
kleincellig longcarcinoom
41
Je bent neuroloog en ziet een 22-jarige man met sinds enkele weken pijn in de rug, uitstralend naar het rechter been. De pijn loopt door tot in zijn voet. Bij neurologisch onderzoek vindt je symmetrische reflexen, behoudens een afwezige achillespeesreflex rechts, en plantaire voetzoolreflexen. De motoriek is ongestoord. Er is een hypesthesie aan de achterzijde van het rechter onderbeen doorlopend tot onder de voet. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van dit probleem?
radiculair syndroom S1 (wat is verschil met L5??)
42
Welke bevindingen bij neurologisch onderzoek kunnen helpen te differentiëren tussen een centrale of perifere lokalisatie van een neurologisch probleem?
C pathologische voetzoolreflexen D een sensibel niveau op de romp E fasciculaties F verhoogde spiertonus
43
Je bent huisarts. Een kind is door het consultatiebureau verwezen, omdat het oog scheel zou staan. Je laat het kind in het lampje van je oogspiegel kijken. Wat zie je als één oog van het kind scheel staat?
De pupil van het scheelziende oog is lichtrood, de pupil van het fixerende oog is donkerrood
44
Een compressie van de nervus opticus rechts-vóór op het chiasma door een hypofyse tumor kan aan beide ogen uitval veroorzaken. Wat is de aard van de uitval bij de afzonderlijke ogen van een dergelijke patiënt?
Aan het rechter oog visusdaling en aan het linker oog gezichtsvelduitval temporaal boven
45
In een neurofysiologisch experiment meet je de activiteit van een ON-center bipolaire cel in de retina. Eerst meet je de activiteit van deze cel, terwijl het hele receptieve veld gelijkmatig maar zwakjes wordt verlicht. Vervolgens verhoog je de intensiteit van het licht specifiek op het rand van het receptieve veld. Maak onderstaande bewering kloppend door het juiste alternatief te kiezen
Deze retinale ganglion cel zal meer actiepotentialen gaan vuren
46
Met een Landolt-C kaart, die genormeerd is voor een afstand van 4 meter, wil je de visus van een patient bepalen. Deze patiënt staat per ongeluk een meter te ver weg. Op de kaart lees jij een visus af van 1.0. Wat is de werkelijke visus van deze patiënt?
0,8
47
Necrotiserende otitis externa is een ernstig ziektebeeld dat vooral bij oudere diabetes patiënten wordt gezien. Wat is de gebruikelijke verwekker?
Pseudomonas aeruginosa
48
Je twijfelt tussen de diagnose labyrintitis of neuritis vestibularis. Welk symptoom maakt hier het onderscheid tussen beide diagnoses?
tegelijkertijd optredend gehoorverlies
49
Je verdenkt haar van een neuritis vestibularis links. Wat vind je bij het onderzoek, als je diagnose klopt?
een nystagmus naar rechts en een valneiging naar links
50
Een neuron in de laterale olijfkern (Lateral Superior Olive, LSO) vergelijkt signalen van beide oren. Hoe kan dit proces van vergelijken het beste omschreven worden?
-
51
Waardoor wordt de m. tensor tympani geinnerveerd?
n. V (trigeminus)
52
Welke van onderstaande toonfrequenties zal voor een 22-jarige vrouw met normaal gehoor wel goed hoorbaar zijn, maar voor een 72-jarige vrouw vrijwel zeker niet?
16 kHz
53
Een proefpersoon zonder evenwichtsklachten wordt op een draaistoel geplaatst en vanuit stilstand met constante snelheid gedurende twee minuten met de wijzers van de klok mee rond gedraaid. De proefpersoon houdt gedurende de draaiing zijn hoofd op de rechter schouder. Met behulp van een videobril met daarin een camera bekijk je de oogbewegingen van de proefpersoon. Na twee minuten ronddraaien zie je geen nystagmus meer in de oogbewegingen. Wat is de richting van de nystagmus bij het sterk afremmen van de draaistoel?
verticale nystagmus omlaag gericht
54
Geef twee voordelen die worden verkregen door input van twee vestibulaire organen te hebben ten opzicht van één orgaan
Verhoogde resolutie van bewegingsinformatie door het duw-trek verhouding. (1p) In het geval van unilateraal vestibulair verlies blijft er een tweede intact systeem over om informatie te verschaffen over hoofdbeweging
55
Welke test stelt een KNO arts in staat om de unilaterale status van het horizontale kanaal te testen?
De calorische test
56
Sommige hersenzenuwen vervoeren alléén motorische informatie, sommige vervoeren alléén sensorische informatie en sommige vervoeren beide soorten informatie. Sleep elke hersenzenuw rechts naar de juiste uitspraak links
Alleen motorisch: n. XI, n. hypoglossus, n. accesorius Alleen sensorisch: n. opticus, n. II Allebei: n. X, n. facialis, n. IX (glossopharyngeus)
57
Welk van de volgende klachten past niet bij een TIA in het a. carotis stroomgebied?
Dubbelzien
58
Focale epileptische aanvallen kunnen veel verschillende verschijnselen geven, van schokken of smakken tot tintelingen of déjà vu gevoelens. Voor de classificatie van de aanval moet je zoveel mogelijk van deze verschijnselen beschrijven. Er zijn twee elementen die je ten minste altijd moet benoemen. Welke zijn dit?
1. Bewustzijnsverandering 2. Motorische verschijnselen
59
De membraanpotentiaal tijdens de undershoot van de actiepotentiaal is normaal gesproken gelijk aan/negatiever dan/positiever dan de evenwichtspotentiaal voor chloride ionen (ECl).
Negatiever dan
60
In een neurofysiologisch experiment meet je de activiteit van een on-center bipolaire cel in de retina. Eerst meet je de activiteit van deze cel terwijl het hele receptieve veld gelijkmatig maar zwakjes wordt verlicht. Vervolgens verhoog je de intensiteit van het licht specifiek op het centrum van het receptieve veld. Wat gebeurt er met de activiteit van deze cel?
Deze cel zal gaan depolariseren
61
Je bent SEH arts en ziet op de spoed eisende hulp een 70-jarige man die wazig ziet met het linker oog, en daar ook heftige pijn aan heeft. Hij is misselijk en braakt. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij deze meneer?
Acuut glaucoom
62
Je bent KNO arts en ziet een 62-jarige man met éénzijdige slechthorendheid door otosclerose. Je hebt een recent audiogram waarop een geleidingsverlies van 35 dB te zien is. Hoe kan de handicap worden verminderd? Geef aan welk alternatief/welke alternatieven juist zijn
A beengeleidingstoestel B achter het oor gedragen luchtgeleidingstoestel C operatief
63
Bij een consumententest wordt het geluidsniveau van een ventilator gemeten. Op vijf meter afstand meet men een geluidsniveau van 30 dB SPL. Wat zou het geluidsniveau zijn als niet één, maar vier ventilatoren tegelijkertijd staan te draaien?
36 dB SPL (toename= 10 log10(n))
64
1. Bij een luid geluid in het linkeroor vindt contractie van de rechter m. stapedius plaats. 2. De middenoorreflex verloopt via de mediale bovenste olijfkern (MSO). Welke van bovenstaande stellingen is of zijn juist?
Alleen 1
65
Wat is de belangrijkste functie van de halfcirkelvormige kanalen?
blikstabilisatie tijdens snelle draaibewegingen van het hoofd
66
Je bent arts-onderzoeker bij de afdeling KNO. Bij een gezonde vrijwilliger die op de rug op de onderzoekstafel ligt, vul je de rechter gehoorgang met koud water. Met behulp van een videobril met daarin een camera bekijk je de oogbewegingen van de proefpersoon. Wat is de richting van de nystagmus die ontstaat?
Horizontale nystagmus naar links
67
Leg uit waarom er wordt gedacht dat de type I-cellen later in de evolutie zijn ontstaan dan type II-cellen?
De overgang van water naar land veroorzaakte bewegingen met een veel hogere frequentie. Type I-cellen kunnen beter de hoog frequenties van bewegingen coderen
68
Je bent KNO arts. Bij een 73-jarige patiënt met uitval van het rechter evenwichtsorgaan meet je de vestibulo-spinale reflexen met een wijsproef. 1. Beschrijf hoe de wijsproef uitgevoerd dient te worden. (2p) 2. Beredeneer welke systematische afwijking de patiënt toont. (2p) 3. Noem twee andere proeven die ook de vestibulo-spinale reflexen testen.
1. De wijsproef wordt uitgevoerd door een patiënt met gestrekte arm zijn/haar wijsvinger tegen die van de van de onderzoekende arts te plaatsen. De patiënt sluit zijn/haar ogen, brengt de arm omhoog en brengt daarna, nog steeds met gesloten ogen, de arm weer omlaag en probeert daarbij weer op hetzelfde punt uit te komen. 2. Rechts aangedaan, links vuurt harder, gevoel naar links te draaien, compensatie en dus de systematische afwijking naar rechts. 3. Rombergtest en de looptest
69
Een 60-jarige man presenteert zich bij de neuroloog met klachten over speeksel dat uit zijn mond loopt. Onderzoek wijst uit dat de man zijn linker mondhoek niet goed kan sluiten, maar ook niet meer omhoog kan trekken als daarom gevraagd wordt. De mondhoek beweegt echter wel als de man spontaan moet lachen om een grapje. Oogknipperen en optrekken van de wenkbrauwen is zowel links als rechts niet aangedaan. De bij het onderzoek aanwezige coassistent stelt zes mogelijke locaties voor die deze verschijnselen zouden kunnen verklaren. Wat is op basis van presentatie en onderzoek de meest waarschijnlijke van deze mogelijke locaties?
Focale laesie van de motor cortex rechts
70
De meeste primaire olfactorische neuronen (‘olfactory sensory neurons’) zijn gevoelig voor een groot aantal verschillende vluchtige stoffen. Juist of onjuist
Juist
71
Vitale informatie van de linker lichaamshelft stijgt op in de fasciculus anterolateralis. Waar liggen de cellichamen van de in deze fasciculus verlopende vezels?
in de linker dorsale hoorn
72
1. Activatie van α-motorische neuronen leidt tot een verhoging van de activiteit in Ia vezels. 2. Activatie van γ-motorische neuronen leidt tot een verlaging van de activiteit in Ia vezels. Welke stelling is of welke stellingen zijn juist?
allebei onjuist
73
Je bent AIOS neurologie en ziet een 58-jarige man op je spreekuur. Hij kan niet goed meer opstaan vanuit een stoel en heeft moeite met traplopen. Ook heeft hij moeite om zijn armen boven het hoofd te heffen om bijvoorbeeld zijn haren te kammen. Hij verslikt hij zich regelmatig en is onduidelijker gaan spreken. Bij neurologisch onderzoek zijn er fasciculaties van de tong en de vaardigheid van de tong is verminderd. Hij heeft opvallende atrofie van de spieren van beide armen. Er is zwakte van zowel de benen als de armen. Er zijn geen gevoelsstoornissen. De reflexen in armen en benen zijn verlaagd en er zijn ook pathologische voetzoolreflexen (Babinski’s). Het CK is licht verhoogd (285 U/l). Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?
amyotrofische lateraal sclerose (ALS)
74
Een voorheen gezonde vrouw van 23 jaar krijgt na een periode met hoesten, progressieve zwakte aan armen en benen. Zij rookt niet en geeft aan geen drugs of lachgas te gebruiken. Patiënte wordt een week na het ontstaan van de neurologische klachten opgenomen. Er zijn dan stoornissen van tast en pijn aan de handen en onderbenen, de vibratie- en positiezin zijn goed. Er is een areflexie aan armen en benen, maar er zijn geen pathologische voetzoolreflexen (Babinski’s). Er ontstaan vervolgens dubbelbeelden en het slikken gaat moeilijker. Twee dagen na opname wordt zij kortademig en moet zij geïntubeerd en beademd worden. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
het Guillain-Barré syndroom
75
Welke gegevens uit de anamnese en het neurologisch onderzoek passen niet bij FSHD?
pijn voorafgaand aan het ontstaan van de spierzwakte
76
Je bent co-assistent op de poli neurologie en ziet een 65-jarige patiënte die een klapvoet heeft rechts. Verder heeft ze nergens last van. In haar voorgeschiedenis heeft ze 1 jaar geleden een gastric bypass gehad waarna ze 50 kg is afgevallen. Bij welke zenuw zou je deze klachten kunnen lokaliseren?
n. peroneus rechts
77
Welke van onderstaande motorkernen in de hersenstam zijn beschadigd door afsluiting van de art. spinalis anterior?
Nucleus hypoglossus
78
Welke van de volgende aandoeningen kunnen gepaard gaan met dysartrie?
A cerebellum laesie B uitval n. hypoglossus C ziekte van Parkinson
79
1. Welke celtype vormt de bloedhersenbarrière? 2. Welk onderdeel van deze cellen speelt hierbij een essentiële rol?
1. endotheelcellen in de vaatwand 2. 'tight-junctions' tussen endotheelcellen
80
Welke hersenzenuwen vervoeren parasympathische vezels?
n. occulomotorius/ n. vagus/ n. facialis/ n. glossopharyngeus
81
Welke van onderstaande bewering is of welke zijn juist? Let op! Meerdere antwoorden kunnen juist zijn. A Mu-ritme kan verdwijnen door over de contralaterale hand te strijken B Het occipitale ritme kan tot verdwijnen worden gebracht door de ogen te sluiten C Delta-activiteit kan zowel van cerebrale origine zijn als berusten op artefacten D Bij hersendood is er geen cerebrale activiteit op het EEG te zien
a, c en d
82
In de ILAE is afgesproken dat er drie situaties zijn waarin je bij een patiënt de diagnose epilepsie mag stellen, welke zijn dit?
1. Een patiënt die meer dan één niet acuut-symptomatische epileptische aanval heeft gehad met meer dan 24 uur tussentijd 2. Een patiënt heeft één acuut symptomatische epileptische aanval gehad met een ingeschatte hoge herhalingskans op een volgende aanval (>60% in de komende 10 jaar) 3. Als er sprake is van een epilepsiesyndroom
83
Zet de volgende drie kanalen in volgorde van toenemend aantal subunits 1 Nicotine receptorkanaal 2 Kaliumkanaal 3 Gap junction kanaa
k-> nicotine-> gap
84
Hoe wordt de retina van voedingsstoffen en zuurstof voorzien?
voornamelijk via de arteria centralis retinae
85
Benoem de vijf lagen van de cornea, in de volgorde van buiten naar binnen
1. Epitheel, 2. Membraan van Bowman, 3. Stroma, 4. Membraan van Descemet, 5. Endotheel
86
Met een Landolt-C kaart, die genormeerd is voor een afstand van 4 meter, wil je de visus van een patiënt bepalen, maar deze staat per ongeluk X meter te ver weg van de kaart. Op de kaart lees jij een visus af van V. 1. Is de echte visus van de patiënt groter, gelijk of kleiner dan de afgelezen waarde? (1p) 2. Hoe bepaal je nu de echte visus van de patiënt zonder deze opnieuw te meten?
1. groter (1p) 2. Echter visus = ''V maal (4+X) gedeeld door 4''
87
Van welke van de onderstaande structuren wordt de functie overgenomen door een Cochleair Implantaat?
haarcellen
88
Wanneer is de proef van Rinne positief?
harder voor het oor dan op het mastoid, geen geleidingsverlies
89
Je bent huisarts van een 44-jarige vrouw die klaagt over gehoorverlies. Je besluit de stemvorkproeven te verrichten. De proef van Weber lateraliseert naar links, de proef van Rinne is rechts en links positief. Wat is de aard van het gehoorverlies en welke kant is aangedaan?
perceptief gehoorsverlies rechts
90
De wandcellen in de stria vascularis zorgen ervoor dat de samenstelling van de endolymfe sterk afwijkt van de samenstelling van de perilymfe. Hoe doen ze dit?
De Na/K-ATPase in de basolaterale membraan van de wandcellen zorgt ervoor dat de intracellulaire [Na+]i in de wandcellen laag is en [K+]i hoog. Natrium- en kaliumkanalen in de apicale membraan van de wandcellen zorgen ervoor dat de endolymfe eenzelfde samenstelling heeft.
91
Een proefpersoon zonder evenwichtsklachten wordt op een draaistoel geplaatst en vanuit stilstand met constante snelheid gedurende twee minuten met de wijzers van de klok mee rond gedraaid. De proefpersoon houdt gedurende de draaiing zijn hoofd op de rechterschouder. Met behulp van een videobril met daarin een camera bekijk je de oogbewegingen van de proefpersoon. Wat is de richting van de nystagmus bij het op gang brengen van de draaistoel?
Verticale nystagmus omhoog gericht (gevoel dat je achterover draait)
92
1. Beschrijf de veranderingen in de vuurfrequentie van de otolieten wanneer een persoon in een auto voorwaarts versnelt van 0 naar 40 km/u (1p) en die snelheid vervolgens aanhoudt. (1p) 2. Beschrijf de equivalente verandering in de oriëntatie van het hoofd van een zittend persoon ten opzichte van de zwaartekracht om hetzelfde signaal te krijgen als tijdens voorwaartse acceleratie.
1. De vuurfrequentie neemt eerst toe vanaf de baseline tijdens acceleratie (1 pt), en vervolgens neemt deze tot baseline waarde bij 40 km/u 2. Hoofd naar achteren gekanteld bij rechtop zitten
93
De proef wordt gestopt door de stoel snel af te laten remmen. 4. Beschrijf de houdingscompensatie van de proefpersoon tijdens het afremmen
Tijdens het afremmen krijgt de proefpersoon het gevoel juist voorover te vallen, waardoor de houdingscompensatie naar achter gericht is
94
Een studente drinkt te hete thee en brandt de voorzijde van haar tong. Via welke hersenstam kern wordt het pijnsignaal doorgegeven naar de hersenen?
via de spinale trigeminus kern (nucleus spinalis nervi trigemini
95
Een student snijdt zich per ongeluk in zijn pink. In welk ruggenmergsegment komt de pijninformatie binnen?
C8
96
Wat zijn de symptomen van myelopathie?
bipiramidaal syndroom sensibele klachten in beide benen gestoorde mictie
97
Waar bevindt de hypothalamus zich?
In de wand van de 3e ventrikel
98
Wat voor informatie bevat de n. hypoglossus?
alleen motorisch
99
Een 40-jarige docent krijgt tijdens een drukke les van het ene moment op het andere ondragelijke hoofdpijn. Ze is bekend met migraine maar deze hoofdpijn is veel malen ernstiger en ook anders van karakter. Ze maakt de les nog af, maar gaat daarna naar de huisarts. Op dat moment zijn de klachten duidelijk afgenomen. Wat is de waarschijnlijkheidsdiagnose?
subarachnoïdale bloeding of SAB
100
Welke vier soorten activiteit naar frequentie kennen we in het EEG?
Delta: 0,5 – 4 Hz Thèta: 4 – 8 Hz Alfa: 8 – 13 Hz Bèta: ≥ 13 H
101
Wat zijn Müllercellen?
gliacellen
102
Wat is het doel van deze afplakbehandeling?
dat de gezichtsscherpte in het luie oog verbetert
103
Benoem drie functies van de traanfilm.
1. Verzorgen van een glad oppervlak 2. Verzorgen van breking van het licht 3. Aanvoer zuurstof 4. Aanvoer nutriënten 5. Afvoer vuil 6. Antibacterieel 7. Voorkomen uitdroging cornea
104
Welke twee van de onderstaande vijf structuren staan met elkaar in verbinding via het helicotrema?
C scala tympani D scala vestibule
105
De laterale kern van de oliva superior (LSO) detecteert met name:
verschillen in de intensiteit van laag-frequent (<1.5 kHz) geluid bij beide oren.
106
Bij een ARBO-inspectie wordt het geluidsniveau van een ventilator gemeten. Op vijf meter afstand meet men een geluidsniveau van 45 dB SPL. Wat zou het geluidsniveau zijn als op dezelfde plek niet één, maar twee ventilatoren tegelijkertijd staan te draaien?
48 dB SPL
107
In welke richting is de drijvende kracht (‘driving force’) van K- en Na-ionen in de apicale en de basolaterale membraan van de haarcellen van het orgaan van Corti gericht? Je kunt ervanuit gaan dat het gaat om iemand met een normaal gehoor, in afwezigheid van geluid
Apicale membraan: K en Na naar binnen Basolaterale membraan: K naar buiten en Na naar binnen
108
Welk symptoom past niet bij de diagnose neuritis vestibularis?
tegelijkertijd opgetreden gehoorverlies aan de aangedane zijde
109
In het ruggenmerg ligt de linker fasciculus gracilis. Waar liggen de cellichamen van de vezels die de linker fasciculus gracilis vormen vooral?
linker spinale ganglia op lumbosacraal niveau
110
verschil radiculair syndroom l5 en s1
111
Je bent neuroloog en ziet een 79-jarige patient met gemetastaseerd prostaatcarcinoom. Hij heeft een metastase ter plaatse van thoracale 1 waarvoor hij is behandeld. Na 4 weken komt hij op het spreekuur van de neuroloog. Hij kan nog net los lopen met een breedbasisch atactisch gangspoor en circumductie van het linkerbeen. De proef van Romberg is negatief. De bewegingszin aan de grote teen beiderzijds is duidelijk minder. Bij de vootzoolreflex gaat de grote teen beiderzijds omhoog. 1. Deze patiënt heeft waarschijnlijk een overwegend sensibele ataxie aan de benen. 2. De patiënt heeft een piramidebaan syndroom beiderzijds. Welke van bovenstaande bewering is of welke zijn juist?
1 en 2
112
1. De afwezigheid van oligoclonale IgG banden in het hersenvocht sluit de diagnose MS niet uit. 2. Indien disseminatie in tijd en plaats volgens de McDonald criteria aangetoond wordt kan bij iedere patiënt de diagnose MS gesteld worden. Welke van bovenstaande stelling is of welke zijn juist?
alleen 1
113
1. Een axon van een local circuit neuron dat meer mediaal gelegen gedeelten van de voorhoorn innerveert strekt zich in het algemeen over veel meer segmenten uit dan een axon dat meer lateraal gelegen gedeelten innerveert. 2. Een axon van een local circuit neuron dat meer mediaal gelegen gedeelten van de voorhoorn innerveert zal in het algemeen ipsilateraal blijven, terwijl een axon dat meer lateraal gelegen gedeelten innerveert in het algemeen dat ook contralateraal zal doen. Welke van bovenstaande stelling is of welke zijn juist?
alleen 1
114
U denkt aan ALS (amyotrofische lateraal sclerose). Welke bevindingen in het neurologisch onderzoek ondersteunen deze diagnose?
Spieratrofie - krachtsverlies - verhoogde reflexen - aanwezigheid van voetzoolreflexen volgens Babinski
115
Welk van de volgende klachten past niet bij een TIA in het vertebrobasilaire stroomgebied?
een taalstoornis
116
Welke structuren ontstaan uit de metencephalon?
cerebellum, pons
117
Welke kenmerken passen het best bij de vier diagnosen genoemd in de tabel (epilepsie, reflexsyncope, cardiale syncope, psychogeen)?
Epilepsie - laterale tongbeet - > 20 schokken - hoofddraai Reflexsyncope - <10 schokken - na maaltijd Prodroom met bleek, misselijk, zweten Cardiale syncope - Bij plotse schrik - Tijdens inspanning Psychogeen - ogen dichtknijpen - bekken bewegingen
118
Na hoeveel minuten dient een epileptische aanval gecoupeerd te worden?
na 5 minuten
119
Wat is de glycinereceptor?
chloridekanaal
120
Een 48-jarige man komt op je spreekuur, hij is stratenmaker van beroep, met de klacht “dat hij slechter is gaan zien en dat hij steeds meer moeite heeft de stoeptegels recht tegen elkaar aan te leggen”. Het gezichtsveld onderzoek volgens Goldmann laat incomplete bitemporale hemianopsie zien met uitval van de temporale onder kwadranten. Wat is dan van onderstaande de meest waarschijnlijke diagnose?
glioblastoma multiforme
121
Welke fotoreceptoren zijn actief onder mesopisch en fotopische omstandigheden?
Staafjes zijn verzadigd onder fotopische omstandigheden Staafjes en kegeltjes allebei actief onder mesopische omstandigheden.
122
Welk van de onderstaande klachten of afwijkingen komen niet voor bij een patiënt met cholesteatoom?
oorpijn
123
Aan welke systemen draagt de centrale verwerking van vestibulaire informatie bij?
houding
124
Welke van de onderstaande delen van het trigeminus systeem zijn betrokken bij de masseter reflex?
- n. trigeminus - nucleus mesencephalicus - nucleus motorius van de n. trigeminus
125
Welke uitval hebben patiënten met een syndroom van Brown-Séquard (halfzijdige laesie in het ruggenmerg)
Ipsilateraal gestoorde gnostische sensibiliteit en piramidebaansyndroom, contralateraal gestoorde vitale sensibiliteit.
126
Bij een patiënt wordt geconstateerd dat er links uitval is van de sensibiliteit voor pijn en temperatuur in het aangezicht, terwijl in de rest van het lichaam de sensibiliteit voor pijn en temperatuur is uitgevallen aan de rechterzijde. Je bent coassistent en moet bepalen in welk gebied of welke gebieden een laesie gevonden kan worden. In welk gebied of welke gebieden kan bij deze patiënt een laesie gevonden worden?
links in de medulla oblongata, links in de pons
127
Wat zijn dan op basis van kennis en de immunopathologie van gevorderde MS de twee meest relevante eigenschappen waaraan een medicijn moet voldoen?
1. Geneesmiddel moet over de bloedhersenbarrière komen 2. Geneesmiddel moet specifiek de cellen betrokken bij MS aanpakken
128
Wat is niet een verschil tussen Golgi-sensoren en spierspoeltjes? A Golgi-sensoren staan in serie met de spier geschakeld, spierspoeltjes parallel. B Afferente informatie van Golgi-sensoren gaat via Ib vezels, van spierspoeltjes via Ia. C Golgi-sensoren geven informatie over spierspanning, spierspoeltjes over spierlengte. D Golgi-sensoren geven informatie over de stand van een gewricht, spierspoeltjes niet.
D
129
Welk patroon in zwakte geeft een myopathie over het algemeen?
overwegend proximale zwakte (zwakte van de bovenarmen en bovenbenen)
130
Welk medicijn is het minst geschikt bij een vrouw van 19 jaar met juveniele myoclonus epilepsie?
valproinezuur/valproaat
131
Hoe werken de volgende anti-epileptica: 1 Benzodiazepines 2 Tiagabine 3 Vigabatrine
remmen GABA afbraak Benzodiazepines remmen GABA transporter Tiagabine verhogen affiniteit van GABA voor de GABAA receptor Vigabatrine
132
Waarbij passen postictale sufheid en pijn in nek/schouders?
Postictale syfheid: epileptische aanval Pijn in nek/schouders: syncope
133
Alcohol abusus is een bekende oorzaak van epileptische aanvallen. Wat veroorzaakt meestal de epileptische aanvallen bij patiënten met alcohol abusus?
Plotse onttrekking van de alcohol
134
Wat markeert de overgang van scotopisch zien naar mesopisch zien?
de drempelintensiteit waarbij kegeltjes actief worden
135
Plaats de volgende structuren die deel uit maken van de retina in de juiste volgorde in de richting van invallend licht. 1 Retinaal pigmentepitheel (RPE) 2 Binnenste plexiforme laag 3 Buitenste kernlaag 4 Fotoreceptorlaag
1 Binnenste plexiforme laag 2 Buitenste kernlaag 3 Fotoreceptorlaag 4 Retinaal pigmentepitheel (RPE)
136
Welke van onderstaande stellingen over het relatief afferent pupil defect is of zijn juist? Het RAPD is ook te testen bij lage visus veroorzaakt door cataract of een amblyopie. De efferente baan bij het testen van het RAPD wordt onder andere gevormd door het ganglion ciliaris en de n. oculomotorius. Wanneer het aangedane oog wordt belicht, worden beide pupillen nauw, maar niet volledig. Dit wordt veroorzaakt door een probleem in de afferente baan
allemaal juist
137
In welk(e) van de drie delen van het corpus ciliare bevinden zich de kamervocht producerende cellen?
pars plicata
138
Een kind dat scheel ziet, hoeft niet altijd een lui oog te hebben. Bij welke van onderstaande situaties komt het voor dat een kind dat scheel ziet geen lui oog heeft?
als het scheelzien van jongs af aan divergent is
139
Wat is een cholesteatoom?
Keratinevormende matrix, (1/2 p) meestal uitgaand van het trommelvlies, (1/2 p) met Stapeling van keratine, (1/2 p) gelokaliseerd in het middenoor en mastoid, (1/2 p) en Ontsteking (1/2p) van mucosa (1/2p) en onderliggend bot (1/2p) leidend tot osteolyse
140
Bij een progressieve, autosomaal dominante vorm van doofheid is er sprake van mutaties in het gen voor een speciaal type K-kanaal, het KCNQ4. Dit kaliumkanaal komt (onder andere) tot expressie in het basale gedeelte van zowel binnenste als buitenste haarcellen. Van dit kaliumkanaal is bekend dat het al bij vrij negatieve potentialen activeert: het staat al open rond de rustmembraanpotentiaal. Wat gebeurt er als door een mutatie dit kanaal niet meer functioneel is?
depolarisatie van zowel binnenste als buitenste haarcellen
141
Op je spreekuur komt een 67-jarige man met plotseling opgetreden dubbelzien en ptosis. Ook loopt hij niet stabiel. Nader onderzoek wijst op een oculomotorius parese rechts gecombineerd met nystagmus en een atactisch looppatroon. MRI toont een kleine focale lesie aan met een diameter van ongeveer 12 mm. Waar zou een dergelijk kleine laesie deze combinatie van problemen bij deze man kunnen veroorzaken?
mesencephalon
142
Geef van de volgende items aan of ze (meestal) verhoogd, verlaagd, of gelijk gebleven zijn in Lambert-Eaton myastheen syndroom (LEMS) en in myasthenia gravis (MG) 1. Gemiddelde grootte miniatuur eindplaat potentiaal 2. Aantal cholinerge blaasjes (vesicles) dat in de neuromusculaire overgang bij een presynaptische actiepotentiaal wordt afgegeven (“quantal content”) 3. Presynaptische Ca2+ influx tijdens een actiepotentiaal in de neuromusculaire overgang 4. Reflexen
LEMS vs MG: 1. gelijk verlaagd 2. verlaagd gelijk 3. verlaagd gelijk 4. verlaagd gelijk
143
1. De belangrijkste functie van extrafusale spiervezels is het meten van de spierlengte. 2. Spierspoeltjes worden efferent geïnnerveerd door γ-motorische neuronen. Welke stelling is of welke zijn juist?
alleen 2 Extrafusale spiervezel = verantwoordelijk voor de kracht die wordt uitgeoefend door samentrekking van een skeletspier Intrafusale spiervezel = spiervezel die veranderingen in spierlengte detecteert om de hersenen te informeren
144
Flexie van de rechter wijsvinger wordt geïnitieerd door piramidecellen in de cerebrale cortex. Waar zijn deze neuronen gelegen?
Deze neuronen zijn gelegen in het centrale deel van de linker gyrus precentralis
145
Vanuit welk telencephaal hersengebied wordt de ‘Duchenne smile’ aangestuurd?
gyrus cinguli
146
Wat is meestal de lokalisatie van een central cord laesie?
cervicale myelum
147
Uit welke onderdelen bestaat de hersenstam?
- middenhersenen - pons - medulla oblongata
148
Waarin gaat het mesencephalon caudaal over?
rhombencephalon
149
Als wat voor een aanval is een absence in het kader van het epilepsiesyndroom “absence epilepsie van de kinderleeftijd” te classificeren?
gegeneraliseerde aanval, niet motorisch
150
Welk bestanddeel dient veel voor te komen in het ketogeen dieet?
vet
151
Waarnaar moet patient kijken bij het gezichtsveldonderzoek van Donders?
Dat de patiënt met zijn rechter oog in jouw linker oog kijkt en dat de patiënt zijn linker oog gesloten heeft en jij je rechter oog gesloten hebt
152
Als hij naar links kijkt, ziet hij verticaal dubbel. De afstand tussen de beelden neemt toe wanneer hij naar beneden kijkt om de trap af te lopen. Hij houdt het hoofd iets gekanteld naar de linker schouder. Welke hersenzenuw van welk oog is verlamd?
n. trochlearis rechts
153
In een neurofysiologisch experiment meet je de activiteit van een ON-center bipolaire cel in de retina. Eerst meet je de activiteit van deze cel terwijl het hele receptieve veld gelijkmatig maar zwakjes wordt verlicht. Vervolgens verhoog je de intensiteit van het licht specifiek op het rand van het receptieve veld. Wat gebeurt er als reactie op deze verhoging met de activiteit van deze cel?
deze cel gaat hyperpolariseren
154
1. Geef een definitie van chronische otitis media. 2. Noem drie afwijkingen in het oor die door otitis media kunnen ontstaan.
1. middenoorinfectie waarbij irreversibele weefselschade is opgetreden. 2. Irreversibele veranderingen aan het middenoorslijmvlies osteomyelitis botresorptie gestoorde drukregulatie middenoor atrofie trommelvlies ankylose gewrichten gehoorbeentje cholesteatoom trommelvlies perforatie tympanosclerose
155
Bij een familie met slechthorendheid wordt gevonden dat een mutatie in het otoferline gen voor de slechthorendheid verantwoordelijk is. Met immunocytochemie blijkt dat dit gen vrijwel uitsluitend in binnenste haarcellen tot expressie komt. Twee stellingen over de slechthorendheid binnen deze familie zijn: 1. de slechthorendheid is non-syndromaal 2. otoakoestische emissies zijn normaal, terwijl de Brainstem Evoked Response Audiometry (BERA, ook wel ABR genoemd) afwijkend is Welke stelling is of welke zijn logischerwijs juist op grond van de in deze casus gegeven informatie?
1 en 2
156
Kies de juiste alternatieven om onderstaande zinnen over de consequenties van een verminderde werking van de pompen in de stria vascularis voor de endocochleaire potentiaal en de evenwichtspotentiaal van K+ (EK) aan de apicale zijde van de haarcel kloppend te maken. 1. De endocochleaire potentiaal wordt... 2. De EK aan de apicale zijde van de haarcel wordt....
1. negatiever 2. negatiever
157
Wat wordt er bedoeld met de term oscillopsie?
een schijnbare beweging van de visuele omgeving tijdens een hoofdbeweging
158
In welke drie hersendelen vindt centrale verwerking plaats van vestibulaire informatie?
1. cerebellum 2. hersenstam 3. cortex
159
Welk vestibulair neurontype is gevoeliger voor hoofdbewegingen? (1p) Welk neurontype heeft een lagere detectiedrempel?
1. irregular neuronen 2. regular neuronen
160
Wanneer zijn fasciculaties van de tong het best zichtbaar?
fasciculaties in de tong zijn het best zichtbaar in rust, met de tong in de mond
161
1. Activatie van α-motorische neuronen leidt tot een ... van de activiteit in de Ia vezels van dezelfde spier. 2. Activatie van γ-motorische neuronen leidt tot een ... van de activiteit in de Ia vezels van dezelfde spier.
1/ verlaging 2/ verhoging
162
Je trapt met je linkervoet op een scherp steentje. De locatie van de pijn wordt waargenomen door neuronen in de cerebrale schors. Waar zijn deze neuronen gelegen?
deze neuronen zijn gelegen in het mediale deel van de rechter gyrus postcentralis
163
Je bent neuroloog en onderzoekt een 83-jarige man die op basis van een maligniteit compressie heeft van het thoracale myelum. Welke symptomen zijn buiten de acute fase te verwachten onder het niveau van de compressie van het ruggenmerg?
1. areflexie niet 2. fasciculaties niet 3. pathologische reflexen wel 4. spastische tonus wel
164
Welk type sensibiliteit uit het hoofd wordt primair verwerkt in het caudale deel van de nucleus spinalis van de nervus trigeminus (= de spinale trigeminus kern)?
pijn vanuit de wang
165
Waarin onderscheidt gyrus cinguli aansturing van de facialis zich ten opzichte van gyrus precentralis aansturing van de facialis?
gyrus cinguli is emotioneel - bilateraal – vnl bovenste mimische spieren Gyrus precentralis is vrijwillig – contralateraal – vnl onderste mimische spieren
166
Welke bewering over de piramidebaan is of welke zijn juist? 1 De piramidebaan is een efferente verbinding van motoneuronen in ruggenmerg en hersenstam. 2 De piramidebaan heeft in al zijn vezels zowel anterograad als retrograad axonaal transport. 3 De piramidebaan is voor een groot deel van zijn verloop onderdeel van de witte stof. 4 De piramidebaan maakt zowel monosynaptische als polysynaptische verbindingen met motoneuronen in ruggenmerg en hersenstam
juist: 2, 3, 4 onjuist: 1
167
Waarom is een kaliumkanaalblokker zoals 3,4-diaminopyridine een goede keus bij de behandeling van Lambert-Eaton myasthenic syndrome (LEMS)?
omdat een kaliumkanaalblokker de calcium instroom in de zenuweindiging verhoogt
168
Hoe wordt vastgesteld dat deze patiënt een latente parese aan het been heeft?
Als de patiënt bij liggen met gesloten ogen het gebogen been niet in de lucht kan houden
169
Hieronder staan 5 beweringen over de granulationes arachnoidales. Welke bewering is juist?
De granulationes arachnoidales draineren liquor cerebrospinalis naar de sinus.
170
De activiteit van een retinale ganglion cel codeert de golflengte van het licht dat op kegeltjes valt. Deze activiteit wordt uiteindelijk door de hersenen omgezet in een waarneming van kleur. 1. Op welke wijze codeert de retinale ganglion cel de golflengte? 2. Hoe is dit anders bij rood-groen kleurenblindheid?
1. De ganglion cel vergelijkt de activiteit die het licht opwekt in verschillende type kegeltjes. 2. Bij kleurenblinden zijn dit dezelfde soort kegeltjes
171
Hoe staat het aangedane oog bij een verlamming van N. trochlearis?
naar boven en naar buiten gerold
172
Beschrijf de onderdelen van een Cochleair implantaat en ligt de werking toe.
Uitwendig deel bestaat uit: Een microfoon, voor opvang geluid Spraakprocessor voor digitaliseren spraaksignaal Zendspoel voor communicatie met inwendig deel Magneet voor de positionering van de in en uitwendige spoel tov elkaar Inwendig deel bestaat uit: Magneet voor de positionering van de in en uitwendige spoel tov elkaar Ontvangspoel, die het gedigitaliseerde signaal ontvangt Electrode die in de cochlea geplaatst wordt en de N VIII stimuleert, en hierbij gebruik maakt van de tonotopie van de cochlea en de N VIII. Van belang is dat de gehoorzenuw goed werkt
173
1. de somato-sensibele schors 2. de ganglion cellen in het sensibele ganglion 3. de thalamus Welke van de bovenstaande structuren is een efferent van de achterstrengkernen en welke is een afferent?
efferente structuur de thalamus afferente structuur de ganglion cellen in het sensibele ganglion
174
p je spreekuur komt een 46-jarige man met blanco voorgeschiedenis die acuut pijn in zijn rug heeft gekregen bij het omspitten van zijn moestuin. Nu een dag later heeft hij uitstralende pijn in zijn linkerbeen. De pijn straalt uit, vooral bij drukverhogende momenten, over het frontolaterale bovenbeen en knie naar het anteromediale onderbeen en de mediale malleolus en de binnenzijde van de voet en de grote teen. In dit gebied geeft de patiënt ook aan een wat doof gevoel te hebben. De kniepeesreflexen zijn +2/-2, de achillespeesreflexen zijn +1/+1, de voetzoolreflexen tonen beiderzijds een flexierespons. Er is geen spierzwakte. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Radiculair syndroom wortel L4 door een HNP tussen wervel L3 en L4
175
1. De asymmetrische verdeling van de spierzwakte kan goed passen bij een voorhoornaandoening. 2. De levendige reflexen en voetzoolreflexen volgens Babinski passen niet bij een aandoening van de voorhoorn. Welke bewering is of welke zijn juist?
alleen 1
176
1. Patiënten met de ziekte van Alzheimer tonen vertragingen bij de start en uitvoering van doelgerichte handbewegingen. 2. Patiënten met de ziekte van Parkinson hebben moeite met het onderdrukken van reflexmatige oog- en handbewegingen. Welke bewering is of welke zijn juist?
1 en 2
177
Uit onderzoek blijkt een gliacel is betrokken bij bloedvat verwijding door toenemende activiteit in een bepaald hersengebied. Welk type gliacel is dit?
astrocyt
178
Je wordt als huisarts geroepen bij een 96-jarige man die plots last heeft gekregen van draaiduizeligheid, dronken spraak en een gestoorde coördinatie. Bij neurologisch onderzoek vind je een nauwere pupil rechts, een geringe ptosis rechts, een gestoorde articulatie, nystagmus, een pijnzinstoornis rechts in het gelaat en links op de romp en ledematen en een gestoorde coördinatie van de rechter lichaamshelft. Je denkt aan een beroerte en stuurt de patiënt met spoed in naar de neuroloog. Ongeveer twee uur na het ontstaan van de klachten komt de patiënt aan op de SEH. Welk van onderstaande symptomen heeft de patiënt niet?
een hemi-ataxie links
179
Welke van onderstaande beweringen met betrekking tot het maken van onderscheid tussen een herseninfarct en hersenbloeding is juist?
Bewusteloosheid komt vaker voor bij een hersenbloeding dan bij een herseninfarct.
180
Een vergiftiging met strychnine (‘rattengif’) kan aanleiding geven tot een wakker, tonisch-clonisch insult. Wat vormt de beste verklaring voor het feit dat dit tonisch-clonisch insult kan plaatsvinden zonder verlies van bewustzijn?
glycine receptoren komen vooral voor in het ruggenmerg
181
Tijdens een oogheelkundige screening op een reguliere basisschool wordt bij een 6 jaar oud kind een subnormale gezichtsscherpte vastgesteld. Het gezichtsveld onderzoek volgens Goldmann laat incomplete bitemporale hemianopsie zien met uitval van de temporale onderkwadranten. Er wordt een MRI gemaakt die afwijkingen toont. Wat is de meest waarschijnlijke bevinding die bij deze patiënt op de MRI te zien is?
craniopharyngeoom
182
1. Glomus tumor 2. Acute otitis media 3. Hematotympanum Welke afwijking in het middenoor geeft of welke afwijkingen geven een rode verkleuring van het trommelvlies?
1 en 2
183
Beschrijf de onderdelen van een beengeleidingstoestel, ligt de werking toe en geef de indicatie voor het gebruik van een beengeleidingstoetstel.
Onderdelen 1 punt geluidprocessor die omgevingsgeluid omzet in trillingen Bij implanteerbare toestellen 1 punt titanium schroef die onder de huid in het schedelbot is geplaatst en die vastgroeit in het bot. Een verbindingsstukje dat beide onderdelen transcutaan verbindt, en de trillingen van de processor doorgeeft aan de schroef in het bot. Bij niet implanteerbare toestellen wordt het toestel op een beugel, haarband of op een bril gedragen, die het toestel op de hoofdhuid drukt. De trillingen worden dan door de huid heen aan het bot doorgegeven, hierbij gaat energie verloren. Werking 1 punt De schedel, met de daarin gelegen cochlea, wordt in trilling gebracht. Deze trillingen worden waargenomen in het orgaan van Corti. Indicatie 1 punt Conductieve gehoorverliezen en gemengde gehoorverliezen. Wanneer de perceptie bij een gemengd gehoorverlies slechter is dan ong 50 dB is het toestel niet krachtig genoeg meer
184
e bent arts assistent op de afdeling neurologie en onderzoekt een 66-jarige man met een herseninfarct in zijn hersenstam. Bij neurologisch onderzoek vind je, nadat je het ooglid van het linkeroog hebt opengetrokken (omdat patiënt het oog zelf niet kan openen), aan het linkeroog een wijde lichtstijve pupil. Het linkeroog staat iets naar buiten (lateraal) en naar beneden gedraaid. Bij de oogvolgbewegingen krijgt patiënt het linkeroog niet naar nasaal, niet omhoog en niet omlaag bewogen. Aan het rechteroog zijn er géén bijzonderheden. In welk deel van de hersenstam is het herseninfarct waarschijnlijk gelokaliseerd?
links in het mesencephalon
185
1. De pariëtale schors is betrokken bij het integreren van sensorische informatie. 2. De frontale schors is betrokken bij de executie van motorprogramma’s. Welke bewering is of welke zijn juist?
alleen 1
186
ataxie vs apraxie
ataxie: ongecoordineerde handelingen apraxie: niet doelmatige handelingen
187
Twee beweringen betreffende behandeling bij verdenking op een maligne dwarslaesie zijn: 1. Bij een verdenking op ernstige myelumcompressie door tumorweefsel moet men direct (nog voor de beeldvorming) starten met dexamethason. 2. De dosis dexamethason die aangeraden wordt bij een ernstige maligne dwarslaesie is 8-16mg (hoog gedoseerde corticosteroiden behandeling). Welke bewering is of welke zijn juist?
1 en 2