Week 4 Flashcards

(106 cards)

1
Q

Hoe kan otitis media ingedeeld worden?

A
  1. Acuta
  2. Chronica (>6 wk)-> +/- cholesteatoom of met effusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van otitis media acuta?

A

Otalgie
Koorts, ziek
Otorrhoe
Mastoiditis
Meningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de kenmerken van otitis media met effusie?

A

Geen infectie
Geen gehoorverlies
Vocht achter trommelvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke lagen bestaat de trommelvlies?

A

bestaat uit 3 lagen (van buiten naar binnen): epitheellaag (huid), bw laag, mucosalaag. Door ontstekingen kan structuur bw laag veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen van een chronische otitis media?

A

Verandering structuur trommelvlies:
Gestoorde drukregulatie middenoor
Conductief gehoorverlies
Perceptief gehoorverlies
Boterosie (cholesteatoom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke structuurveranderingen van het trommelvlies kunnen optreden bij een chronische otitis media?

A
  • myringosclerose
  • atrofie lamina propria
  • perforatie trommelvlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan de drukregulatie van het middenoor verstoord worden bij een chronische otitis media?

A
  • atelectase middenoor
  • cholesteatoomvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan er conductief gehoorverlies optreden bij een chronische otitis media?

A
  • taaie gezwollen mucosa middenoor
  • hypoventilatie middenoor
  • tympanosclerose gehoorbeentjes
  • perforatie trommelvlies
  • erosie gehoorbeentjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de definitie van een cholesteatoom?

A

Ophoping van epitheel in het middenoor met opstapelen van keratine. Ontstaat vanuit een invaginatie in het trommelvlies (door onderdruk, vaak pars flaccida)
Superinfectie met otorroe, ostitis en ontsteking van de mucosa met granulaties kan hierbij voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen van een cholesteatoom?

A

Leidt tot resorptie van:
 mastoïd, mn de achterwand van de gehoorgang
 gehoorbeentjes
 benige begrenzing horizontale kanaal
 tegmen tympani (dun bot tussen oor en schedelgroeve)→ kans op meningitis
 N VII kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is er bij otoscopie van een cholesteatoom te zien?

A

Retractiepocket (pars flaccida of pars tensa) met retentie van cerumen/keratine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke klachten passen bij een chronische otitis media met cholesteatoom?

A
  • Gehoorverlies (erosie keten (conductief), aantasting binnenoor (perceptief)
  • Loopoor (superinfectie)
  • Duizeligheid (fistel)
  • Facialisuitval
  • Meningitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de incidentie van cholesteatomen?

A

Geschatte incidentie cholesteatoom: 10/100.000 per jaar
1600 nieuwe gevallen in NL per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt een cholesteatoom behandeld?

A

Chirurgie!
Doelstellingen chirurgie:
1. Radicale verwijdering (geen residu cholesteatoom)
2. Voorkomen nieuwvorming cholesteatoom (geen recidief cholesteatoom) (bv door trommelvlies verstevigen met kraakbeen)
3. Waterbestendig, droog en zelfreinigend oor
4. Gehoor zo goed mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn mogelijke compicaties van een otitis media met cholesteatoom?

A

Mastoïditis
N Facialis uitval, erosie N VII kanaal
Labyrintitis, erosie (horizontale) semicirculair kanaal
Intracraniële complicaties, erosie tegmen tympani
Trombose sinus sigmoïdeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn mogelijke complicaties van een chronische otitis media zonder cholesteatoom?

A
  • perforatie trommelvlies (infectie middenoor)
  • gehoorverlies (perforatie, erosie keten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de kenmerken van mastoiditis bij een acute otitis media?

A
  • Ziek, koorts
  • Otalgie
  • Gehoorverlies (conductief)
  • Trommelvlies: rood bomberend.
  • Afstaand oor, rode fluctuerende zwelling mastoïd
  • Haemophilus influenzae, streptococcus pneumoniae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke soorten trauma kunnen oorschade geven?

A

Schedelbasisfractuur
Lawaaitrauma
Barotrauma
Ototoxiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de klinische tekenen van een schedelbasisfractuur?

A

 Battle sign (bloeduitstorting achter het oor)
 Haematotympanum
 Otoliquorroe (bij breuk in tegnum kan liquor uit het oor lopen)
 Soms: dislocatie gehoorbeenketen
 Soms: uitval n VII of labyrinth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waaraan is gehoorschade gerelateerd?

A

Gehoorschade is gerelateerd aan: volume van het lawaai duur van de expositie aan lawaai
D X D = D
decibels X duration = damage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Na welke expositietijden aan lawaai ontstaat er schade?

A

80 dB 8 uur
83 dB 4 uur
86 dB 2 uur
89 dB 1 uur
91 dB 30 min
94 dB 15 min
97 dB 8 min
100 dB 4 min
103 dB 2 min
106 dB 1 min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke schade ontstaat er als eerst bij lawaaischade?

A

schade geeft niet direct symptomen:
 spraakverstaan frequentiebereik tussen 500 en 4000 Hz.
 lawaaischade bij 4000Hz wordt niet onmiddellijk gemerkt
aanvankelijk enig herstel
cumulatief effect:
 gehoorverlies
 vervorming
 oorsuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke soorten tinnitus zijn er?

A

Subjectieve tinnitus 96%
Objectieve tinnitus 4%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe vaak komt tinnitus voor?

A

6-30% volwassenen
0.5-2.4% zeer ernstige mate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoe wordt tinnitus gediagnosticeerd/
audiometrie  Toonaudiogram  Suisanalyse  (Spraakaudiogram) uitsluiten medische oorzaak oorsuizen,  bijwerking medicatie, glomus, myoclonus, dehiscentie, vestibulair schwannoom zoeken naar onderhoudende factoren, negatieve emoties, slaaptekort, depressie, angst
26
Welke soorten objectief oorsuizen zijn er?
pulsatiel:  durale AV malformaties, carotis stenose, carotico-caverneuze fistel, aneurysma  dehiscentie sinus sigmoideus  glomustumor,  idiopatische intracraniële hypertensie tikken:  myoclonus  buis van Eustachius bij slikken tuba aperta:  geluid en druk van de ademhaling doordat buis v Eustachius continu open is
27
Wat is de meest voorkomende vorm van objectief oorsuizen?
Dehiscentie sinus sigmoideus: als bot over bloedvat dat door mastoid loopt verdwijnt (bv door ontsteking) horen ze bloed in oor kloppen
28
Wat is het belang van aandacht voor gehoorstoornissen?
~5% van de wereldbevolking (vaak op oudere leeftijd) heeft last van gehoorverlies (>30-40 dB). Belang neemt toe en presbyacusis (ouderdomsslechthorendheid) zit in Europa op plek 8 qua ziektelast Belangrijkere risicofactor voor dementie dan: lage opleiding, roken, hypertensie, obesitas, depressie, gebrek aan lichaamsbeweging, sociale isolatie of diabetes
29
Welke soorten toondrempelaudiogrammen zijn er?
Sound Pressure Level (SPL): bepaalde geluidsdruk waarbij 0 dB is gedefinieerd als 20 micropascal. Drempels tussen 1 en 4 kHz het laagst Hearing Level (HL): 0 dB is gedefinieerd als normaal goed horende jongeren. In kliniek gebruikt
30
Uit welke onderdelen bestaat het oor?
1.Uitwendige oor (auris externa) -oorschelp (auricula) -uitwendige gehoorgang (meatus acusticus externus) 2. Middenoor (auris media) -trommelholte (cavitas tympanica) -gehoorbeentjes (ossicula auditus) 3. Binnenoor (auris interna) -vliezige labyrint (orgaan van Corti en evenwichtsorgaan) -benige labyrint
31
Hoe is de buitenste gehoorgang opgebouwd?
Gehoorgang is conisch→ geluid wordt geconcentreerd op het trommelvlies. Bestaat grotendeels uit kraakbeen, binnenste 1/3e rotsbeen. Bekleed met oa talgklieren, zweetklieren en epitheelcellen
32
Wat zijn de functies van de membrana tympani (trommelvlies)?
Functies: -dient er voor om trillingen over te brengen op de steel van de hamer -barrière voor infecties
33
Benoem de onderdelen van het trommelvlies
- Pars tensa - Pars flaccida (oftewel membraan van Shrapnell) - Umbo: diepste deel, daar vast aan hamersteel - Lichtreflex (van Politzer): lateraal naar beneden gericht
34
Welke gehoorbeentjes zijn er?
* malleus: hamer * incus: aambeeld * stapes: stijgbeugel
35
Wat is het recessus epitympanicus?
Recessus epitympanicus (koepelholte): ruimte in middenoor boven trommelvlies, achter bot dus niet door vlies te zien. Recessus hypotympanicus onder trommelvlies
36
Welke structuren lopen nog meer in het middenoor?
- toegang tot mastoid - deel kanalen evenwichtsorganen - n. facialis - ovale venster waar plaat stijgbeugel op zit→ binnenoor in trilling - promontorium (uitbochting van de basale winding van het cochlea) - eminentia pyramidalis (stukje waarin m. stapedius zit die aanhecht aan de stijgbeugel) - chorda tympani (tak n. facialis dat terugloopt naar oa de speekselklieren) - v jugularis interna, a carotis interna - m tensor tympani (hecht aan hamer)
37
Wat zijn de functies van de gehoorbeentjes?
* Water heeft andere akoestische eigenschappen dan lucht, er is sprake van een impedantie-mismatch. * De gehoorbeentjes zorgen ervoor dat de kinetische energie zo efficiënt mogelijk op de perilymfe in de scala vestibuli wordt overgebracht.
38
Welke 3 dingen zijn van belang bij efficiente overdracht via de gehoorbeentjes?
(1) Hefboomwerking: incus is ca 20% korter dan de malleus, dus 1.2x minder beweging en 1.2x meer druk bij de stapes (2) Trommelvliesoppervlak is ca. 20x stapes-oppervlak-> bij ovale venster grotere drukverschillen (druk= kracht/ opp) (3) Selectieve geluidsoverdracht op het ovale venster
39
Welke spiertjes zitten in het middenoor?
- M. tensor tympani hecht aan de hamersteel en kan naar voren en achter laten bewegen (loopt via buis v Eustachius) - M. stapedius hecht aan de stapes en trekt het een beetje naar achter. - Als deze aantrekken verstijft de keten en wordt energie minder goed overgebracht, mogelijk bescherming tegen hard geluid, spant ook aan als je praat
40
Wat is het rotsbeen?
Pars petrosa van het os temporale
41
Wat betekent een gekleurd trommelvlies?
Wit trommelvlies: pus Geel: vocht, past bij effusie Zwart: bloed, kan na trauma ontstaan Rood: kan passen bij een chromis? tumor
42
Wat is het verlies tussen geleidings- en perceptief gehoorverlies?
Geleidings: verlies door probleem in middenoor Perceptief: slakkenhuis zelf werkt minder goed (retrocochleair: probleem met gehoorzenuw)
43
Hoe wordt het gehoor getest?
Gehoor getest in audiocabine. Blokje achter oor om slakkenhuis functie te meten, brengt schedel in trilling en daarmee ook de cochlea. Middenoor door koptelefoon
44
Wat zijn de normale prestaties van het auditieve systeem?
-drempel bij vibraties van 0.3 nm in cochlea -frequenties van 50-16000 Hz waarneembaar -frequentieverschillen van <1% waarneembaar -minimaal waarneembaar hoekverschil tussen 2 geluidsbronnen: ca. 1 graad -precisie in interaurale tijdsverschillen: 10 μs
45
Beschrijf de anatomie van de cochlea
- Cochlea maakt 2,5 winding - Membrana vestibularis (Reissner) tussen scala vestibuli en scala media (ductus cochlearis, daarin haartjes) - Tussen scala media en scala tympani zit de lamina spiralis met daarop membrana basilaris waarop orgaan van corti rust - Aan apex helicotrema waar scala vestibuli overgaat in scala tympani - Stria vascularis: wandcellen in de scala media die de endolymf maken waar de haartjes van de haarcellen zich in bevinden - Cochlea slingert om modeolus, daar bevinden zich de cellichamen van de vezels van de gehoorzenuw, geclusterd in ganglion spirale (innerveren de haarcellen)
46
Uit welke 2 onderdelen bestaat het binnenoor?
1. Vliezige labyrint 2. Benige labyrint
47
Waaruit bestaat het vliezige labyrint?
-ductus semicirculares -utriculus -sacculus -ductus cochlearis -saccus endolymfaticus (gevuld met endolymfe, die wordt geproduceerd in de ductus cochlearis en geresorbeerd in de saccus endolymfaticus)
48
Waaruit bestaat het benige labyrint?
Gedeelte van het rotsbeen dat zich om het vliezige labyrint bevindt -canales semicirculares -vestibulum -cochlea (tussen het benige en het vliezige labyrint bevindt zich perilymfe)
49
Wat is het verschil tussen endolymfe en perilymfe?
Perilymfe lijkt op normale liquor cerebrospinalis met hoog Na laag K, endolymfe heeft afwijkende samenstelling (hoog K)
50
Hoe wordt het binnenoor geinnerveerd?
N. cochlearis en vestibularis verenigen tot n. vestibulocochlearis (8e hersenzenuw)
51
Hoe zijn vestibulum en cochlea verbonden?
Sacculus via ductus reuniens verbonden met de ductus cochlearis
52
Wat is de lopende golf theorie van Von Bekesy?
Von Békésy ontdekte dat er een lopende golf onstaat die op zekere plaats in de cochlea een maximum amplitude bereikt en vervolgens snel uitdooft
53
Wat is tonotopie?
Het plaatsprincipe voor frequentieonderscheid: de ligging van het maximum hangt van de frequentie af, omdat de stijfheid van het basilair membraan verloopt over de cochlea. Aan de basis (smal en stijf) de hoge frequenties, aan apex (breed en slap) de lage frequenties. Alle geluiden moeten dus langs basis→ gehoorverlies hoge frequenties op oudere leeftijd
54
Waar ligt het orgaan van Corti en wat doet het?
Rust op basilair membraan Basilair membraan gaat ook bewegen→ haartjes in haarcellen gaan afbuigen→ kanalen open waardoor ionen naar binnen stromen en de cellen depolariseren→ actiepotentialen in gehoorzenuw
55
Welke soorten haarcellen zijn er in het oor?
- Binnenste haarcellen (1 rij): bewegingsdetectie membrana basilaris-> activatie n. cochlearis - Buitenste haarcellen (3 rijen): bewegingsdetectie membrana basilaris-> veranderen gevoeligheid (hele zachte en hele harde geluiden waarneembaar)
56
Hoe werken de haarcellen?
Haarcellen in de membrana tectorialis. Als ze richting grootste stereocilia buigen trekken de tip links de kanalen open: mechanosensitieve kanalen-> depolarisatie, andere kant dicht
57
Wat is de samenstelling van het endolymfe?
- Scala media gevuld met endolymf, bevat hoog K en laag Na (omgekeerde normaal). K actief erin gepompt door cellen van de stria vascularis waardoor het + geladen is tov de perilymf en haarcellen. - Bij depolarisatie haarcel stroomt K dus de cel binnen, repolarisatie doordat K naar buiten stroomt. - Door depolarisatie gaan Ca kanalen open, vesikels gevuld met glutamaat veroorzaken actiepotentiaal in gehoorzenuw
58
Wat zijn de membraanpotentialen in het binnenoor?
Endolymfe: 80 mV Binnenste haarcellen: -45 mV Perilymfe: 0 mV
59
Hoe verschilt de innervatie van de binnenste en buitenste haarcellen?
- Binnenste haarcellen zwaar geinnerveerd: >90% van de (afferente) dendrieten van de ganglioncellen (gehoorzenuw) zijn op de binnenste haarcellen - Een dendriet van een ganglioncel maakt contact met slechts één binnenste haarcel, maar elke binnenste haarcel wordt door gem. tien ganglioncellen geïnnerveerd. - Buitenste haarcellen worden vnl. efferent geïnnerveerd
60
Wat zijn de eigenschappen van de buitenste haarcellen?
-Spanningsafhankelijke beweging in de lengteas: korter bij depolarisatie-> verandert gevoeligheid orgaan van Corti -Belangrijk bij frequentieselectiviteit-> verhoogt dynamische range (door compressie). Gevoeliger bij zacht geluid en minder bij hard -Verantwoordelijk voor otoakoestische emissies: geluid dat door de binnenoor geproduceerd wordt, brengen membrana basilaris in trilling
61
Hoe ontstaat haarcelbeschadiging?
- Mechanisch: stereocilia afgebroken van haarcellichamen. Oorzaken bv langdurige overstimulatie door machine geluid/ oortjes - Oxotoxische stoffen (bv aminoglycosiden) - Vaak de buitenste haarcellen aangetast
62
Wat is presbyacusis?
Ouderdomsslechthorendheid: * Verlies van gevoeligheid voor vooral hoge tonen * Belangrijkste oorzaak: verlies van haarcellen (mn buitenste), vooral door cumulatieve lawaaibeschadiging * Regeneratie nu nog niet mogelijk * Andere oorzaken: middenoor, stria vascularis (endocochleaire potentiaal), haarcel innervatie, centraal
63
Hoe wordt toonhoogte gecodeerd?
-plaatsprincipe (tonotopie): in auditieve cortex coderen cellen die vlakbij elkaar zitten voor dezelfde toonhoogte -<4 kHz frequentieprincipe (phase locking / volley principe): cellen kunnen alleen binnen bepaalde fasen van het geluid vuren
64
Wat is een tuning curve?
Meet van auditieve neuronen hoe hard (luid) een toon bij verschillende frequenties moet zijn om een verhoging van de vuurfrequentie te krijgen. Het resultaat is een tuning curve De frequentie waar de cel het gevoeligst is heet de karakteristieke frequentie
65
Wat is het volleyprincipe voor frequentiecodering?
Bij laag frequentie depolarisatie en hyperpolarisatie met dezelfde frequentie als het geluid. Tot 4 kHz kan de binnenste haarcel nog enigszins volgen, voor frequenties tot 4 kHz kan een bundel N. VIII vezels voor iedere periode een volley (een burst van meerdere synchrone AP, verdeeld over meerdere vezels) genereren. Het interval tussen de volleys is een maat voor de frequentie
66
Hoe wordt intensiteit van een toon gecodeerd?
-mate van depolarisatie van de haarcel (frequentie van vuren in de afferente vezels): hoe harder het geluid hoe meer klepjes open gaan staan→ meer depolarisatie→ hoger vuurfrequentie -aantal haarcellen dat geactiveerd wordt: meer bij harder geluid - verschillende afferente vezels op dezelfde haarcel hebben verschillende gevoeligheid
67
Wat zijn de voorwaarden voor een functioneel middenoor?
* Vrij bewegend trommelvlies * Luchthoudend middenoor * Mobiele en intacte gehoorbeentjes
68
Wat voor onderzoek kan aan het oor gedaan worden?
Anamnese Otoscopie Gehooronderzoek: bepaling aard en ernst gehoorverlies:  geleidingsverlies  perceptief verlies Beeldvorming  CT-scan  MRI
69
Wat wordt in de anamnese van het ooronderzoek uitgevraagd?
1. Oor -> afwijkend gevoel: pijn, jeuk, drukgevoel -> loopoor (nat oor: pus, liquor, bloed) 2. Gehoor -> verminderd -> extra geluid: suizen (continu of pulsatiel), klikken -> anders: vervorming, hyperacusis 3. Evenwicht 4. N VII 5. Algemene klachten, voorgeschiedenis
70
Welke aspecten van het trommelvlies worden beoordeeld?
Kleur: rood bij infectie en glomustumor, wit bij sclerose, pus en cholesteatoom, geel bij OME, blauw bij hematotympanum Stand: normaal, bomberend, ingetrokken Structuur: normaal, sclerose, atrofie, perforatie Glans: dof bij infectie, sclerose Mobiliteit: normaal, verminderd, opgeheven
71
Welke typen gehoorverlies zijn er?
geleidingsverlies (conductief gehoorverlies) gehoorverlies van het binnenoor (perceptief gehoorverlies) gemengd gehoorverlies retrocochleair gehoorverlies
72
Welke oorzaken van (ernstig) dubbelzijdig perspectief gehoorverlies bij kinderen zijn er?
meningitis: belangrijkste, kan voor cochlea verbening zorgen dus CI snel implanteren Infectieus: postviraal, lues , lyme, herpes, rubella, cytomegalie,bof, mazelen perinatale nood genetisch posttraumatisch enlarged vestibular aquaduct, EVA ECI
73
Welke oorzaken van (ernstig) dubbelzijdig perceptief gehoorverlies bij volwassenen zijn er?
eci genetisch meningitis post traumatisch
74
Wat is een enlarged vestibular aquaduct (EVA)?
Open verbinding tussen het vestibulum en de achterste schedelgroeve, waardoor bij minimaal trauma al schade aan de gehoorzenuw kan optreden
75
Wat zijn de verwijscriteria voor een cochleair implantaat bij kinderen?
Falen van neonatale gehoorscreening (bij consultatiebureau) Na meningitis met uni- of bilateraal verlies >35 dB Proactief verwijzen bij: - Sterke progressie van het gehoorverlies - Stagnerende spraak-taalontwikkeling Minder belangrijke verwijscriteria: - Gehoordrempel >70 dB - Gevalideerd spraakverstaan met hoortoestel <80% bij 65 dB - Bilaterale, asymmetrische verliezen waarbij het slechtste oor niet te revalideren is met een hoortoestel - Ski-slope verliezen (heel steil verlies van hoge tonen bij gehoortesten)
76
Wat zijn de indicaties voor een cochleair implantaat (vergoeding) bij volwassenen?
Bilateraal gehoorverlies waarbij toondrempel perceptief gehoorverlies >70 dB en/of <65% spraakverstaan bij 65 dB Onvoldoende resultaat prothetisering Postlinguaal doof (ontstaan na het leren praten) of verstaanbare spraak Snelle progressie Vastlopen privé of werk Geen leeftijdgrens Verwachtingen reëel CI voor éénzijdige doofheid of tinnitus wordt niet vergoed.
77
Waarvan is het resultaat van een cochleair implantaat afhankelijk?
 Leeftijd (kansen goed horen kleiner bij ouder worden)  Cognitie  Duur gehoorverlies
78
Hoe succesvol zijn cochleaire implantaten?
>400,000 gebruikers Verstaan spraak vaak mogelijk: * Tonotopie door externe microfoon en computer overgenomen * Behoud zenuw voorwaarde * Envelop goede cue voor spraak
79
Hoe is een cochleair implantaat opgebouwd?
Externe spraakprocessor met microfoon Zend- en ontvangspoel Electroden array 16-20 electroden Frequentiespecifieke stimulatie
80
Hoe werkt een cochleair implantaat?
1. Geluid mbv microfoon gedetecteerd en door een processor omgezet in een code van pulsen (tonen gesampled): envelope coding 2. Hoogte van de pulsen doorgegeven aan de elektrode in de cochlea
81
Hoe wordt de elektrode in de cochlea bij een CI ingebracht?
Door het mastoid in het ronde venster, tussen de chorda tympani en n. facialis
82
Welke factoren zijn belangrijk voor de succes van een CI?
* Aantal functionele kanalen (crosstalk, apicaal): hoe meer hoe beter * Tijdstip van implanteren/gehoorverlies: hoe eerder hoe beter (voor zowel taalbegrip en spraak) * Integriteit auditieve zenuw: moet in principe intact zijn
83
Hoe wordt een CI geimplanteerd als de auditieve zenuw niet intact is?
De elketrode kan dan in de nucleus cochlearis of de colliculus inferior geimplanteerd worden dmv een auditory brainstem implant (ABI) of een auditory midbrain implant (AMI) -> Vaak minder goede resultaten
84
Voor welke beginleeftijd is het leren van een taal het meest effectief?
Voor 8 jaar
85
Wat is een beengeleidingstoestel?
- Hoortoestel verankerd in het bot - Geschikt bij conductief gehoorverlies: goede cochlea met slechtwerkend middenoor (bv chronische otitis media) - Trillingen via schedelbot naar cochlea (met versterking)
86
Wat zijn de indicaties voor een beengeleidingstoestel?
1. groot conductief gehoorverlies en goede cochlea * oorzaak: chron otitis media / trauma * voordeel: conventioneel hoortoestel sluit gehoorgang af en kan infectie veroorzaken; beengeleidingstoestel doet dit niet 2. single sided deafness * Lost hoofdschaduweffect op * Spraakverstaan in rumoer en richting horen wordt niet beter
87
Wat is een alternatief voor het beengeleidingstoestel bij eenzijdige doofheid?
CROS (contralateral routing of sound): patient krijgt 2 hoorstellen, 1 met microfoon aan de aangedane zijde en 1 met speaker aan de gezonde zijde. Hierbij geen implantatie nodig
88
Hoe worden geluidssignalen naar de hersenen getransporteerd?
Cochlea→ n. cochlearis→ nucleus cochlearis (ventralis en dorsalis)→ colliculus inferior (in midbrain)→ corpus geniculatum mediale (thalamus)→ auditieve schors. binauraal geluidslokalisatie via n. cochlearis ventralis-> oliva superior-> colliculus inferior
89
Hoe werkt monauraal richtingshoren?
-Door de groeven en vouwen van de pinna gedraagt het buitenoor zich als een richting-afhankelijk filter. -Dit bevordert richtinghoren m.n. in het verticale vlak
90
Hoe werkt binauraal richtingshoren?
-Binauraal horen belangrijk voor lokalisatie m.n. in het horizontale vlak Twee verschillende systemen: -Eén systeem maakt gebruik van verschillen in amplitude (intensiteit) (interaural level difference, ILD) van het geluid aan beide oren -Het andere systeem maakt gebruik van verschillen in fase (tijd) (interaural time difference, ITD) van het geluid aan beide oren
91
Wat is de interaural level difference?
Hoofd fungeert als acoustic mask voor geluid (blokkeert het→ komt luider aan in ene oor), vooral hoogfrequent geluid goed afgeschermd door hoofd, laag makkelijker omheen. Verschillen in amplitude (intensiteit)
92
Hoe bereken je de ITD?
ITD= ((D2-D1)/V) D2-D1:verschil in afstand V: geluidssnelheid ITD: verschil in aankomsttijd (bij 20 cm en 340 m/s max 0.6 ms) timing difference gaat vooral over laag frequent geluid
93
Hoe werkt detectie van laag-frequente faseverschillen?
Nucleus cochlearis ventralis-> oliva superior. Van beide oren komen signalen aan in de mediale kern van de oliva superior (MSO) (EPSP’s), detecteert laag-frequente faseverschillen. Cellen in MSO hebben 2 dendrieten (1 van elk oor), signalen tellen op in het soma, als beide signalen dicht genoeg na elkaar aankomen genoeg signaal om actiepotentiaal op te wekken. Elke cel getuned op een bepaalde ITD→ langere looptijd compenseert voor eerdere aankomsttijd (coincidence detection + delay lines)
94
Tot welke freqeuntie kan de haarcel 'volgen'?
<1,5 kHz depolarisatie en hyperpolarisatie van de haarcel, bij frequenties daarboven kan de binnenste haarcel steeds moelijker volgen
95
Hoe werkt detectie van hoog-frequente intensiteitsverschillen?
Signaal contralaterale kant naar mediale kern corpus trapezoideum (MNTB), zet + signaal om in - signaal naar laterale kern oliva superior (LSO) . Ipsilaterale kant stuurt een + signaal. Kern meet balans excitatie en inhibitie. Remming is dominant, als luid geluid van contralateraal worden de LSO cellen stil. Andere MNTB veel meer geexciteerd terwijl het remmende signaal zwakker is→ cellen zullen vuren. MNTB van kant waar geluid vandaan komt zal vuren
96
Wat zijn de verschillen tussen de mediale en laterale oliva superior?
MSO -contralaterale input exciterend -detekteert ITD (faseverschillen) -vooral <1.5 kHz LSO -contralaterale input inhiberend -detekteert ILD (intensiteitsverschillen) -vooral >3 kHz
97
Welke centrale verbindingen van het gehoor zijn er?
Zware commisurale verbinding (tussen beide hersenhelften) tussen de colliculus inferior, dus monaurale doofheid/slechthorendheid i.h.a. wijst op een perifeer defect. Op schors niveau verbindingen via corpus callosum
98
Wat is tonotopie?
Va verschillende plekken in cochlea verschillende vezels met karakteristieke frequentie. Cellen die vlak naast elkaar zitten bijna dezelfde gevoeligheid voor toonhoogte: tonotopie door hele auditieve systeem
99
Hoe zijn spreken en horen verweven in de cortex?
Auditieve info komt binnen in de gyrus temporalis superior (A1). Achterin de gyrus zit Wernicke’s area, voorin zit Broca’s area. Allebei betrokken bij spraak productie
100
Hoe wordt spraak gerepresenteerd in de auditieve schors?
Bepaalde cellen reageren op bepaalde klanken/ plaats in zin
101
Wat is het probleem met horen bij een cocktailparty?
-Het achtergrondgeluid maskeert het gesprek dat je voert -Dit is sterker naarmate de spectrale inhoud meer overlap vertoont (dwz het achtergrondgeluid moet vallen binnen de kritische bandbreedte van de frequenties waarin je geïnteresseerd bent)
102
Hoe kun je een gesprek voeren tijdens een cocktailparty?
* Sorteren van geluiden (‘stream segregation’) obv spectrotemporele overlap (dus gebruik makend van richtinghoren, toonhoogte, klankkleur, etc.) * Centrale mechanismen (bijv. laterale inhibitie, afdalende projecties) helpen om selectieve aandacht voor geluiden die weinig spectrotemporele overlap hebben met achtergrondgeluiden mogelijk te maken.
103
Wat is presbyacusis?
Ouderdomsslechthorendheid: * Verlies van gevoeligheid voor vooral hoge tonen * Belangrijkste oorzaak: verlies van haarcellen (mn buitenste), vooral door cumulatieve lawaaibeschadiging, met als gevolg o.a. ‘loudness recruitment’. * Regeneratie nu nog niet mogelijk
104
Wat zijn andere oorzaken van presbyacusis?
* middenoor * stria vascularis (endocochleaire potentiaal) * haarcel innervatie * centraal
105
Wat is het middenoorreflex?
Contractie van vooral de m.stapedius (activatie via n. facialis) en in mindere mate m. tensor tympani (activatie via n. trigeminus) maakt de keten van beentjes stijver. Geluid <2 kHz wordt daardoor verzwakt (tot ~25 dB). De reflex in binauraal
106
Wat zijn de functies van het middenoorreflex?
* Bescherming tegen overstimulatie van de cochlea door laag-frequent geluid (Door de 100 ms reactietijd van de reflex is de bescherming tegen impulsgeluid gering.) * Ook contractie als je zelf geluid maakt