Week 6 Flashcards
(130 cards)
Waaruit bestaat het perifeer zenuwstelsel?
- 12 paar hersenzenuwen
- 31 paar spinale zenuwen
- autonome (viscerale) zenuwen (reizen mee met hersen en spinale zenuwen)
Wat is het verschil tussen sensorisch en sensibel?
Sensorisch: de zintuigen betreffend (sensor zorgt voor receptie)
Sensibel: het gevoel betreffend (cortex zorgt voor perceptie/ waarneming)
Het ontvangen van informatie is noodzakelijk voor het waarnemen ervan, echter veel ontvangen informatie wordt niet waargenomen
Welke soorten sensibiliteit zijn er?
- Viscerosensibel (enteroceptie: receptoren in organen)
- Somatosensibel (proprioceptie: receptoren in bewegingsapparaat + exteroceptie: receptoren in huid)
* Proprioceptie
* Tast (fijn en grof)
* Temperatuur
* Pijn
* Jeuk
Wat voor receptortypen zijn betrokken bij somatosensibiliteit?
Mechanoreceptor: tast (druk), proprioceptie
Thermoreceptor: temperatuur
Chemoreceptor/ thermoreceptor/ mechanoreceptor: pijn
Welke specifieke receptoren zijn betrokken bij somatosensibiliteit?
Gnostische systeem (fijne tast, proprioceptie): merkel disks, ruffini, pacinian, meissner, samen met proprioceptief-> peeslichaampjes en spierspoeltjes
Vitaal (pijn, temperatuur, grove tast, jeuk): vrije zenuwuiteinden
Hoe werken de mechanoreceptoren van het somatosensibele systeem?
Mechanische rekking van de membraan opent een ion-kanaal (dus omzetting van mechanische in elektrische energie). Open door zowel directe rekking als rekking door extracellulaire componenten
Wat zijn piezo 1 en 2 eiwitten?
- Mechano-sensitieve eiwitten die in verschillende structuren in het lichaam aanwezig zijn, zoals bloedvaten, kraakbeen, blaaswand, darmen etc.
- In de dorsale ganglia en in het TG (trigeminus ganglion) zijn ze aanwezig in zenuwvezels betrokken bij zowel (fijne) tast en proprioceptie, als ook bij mechanische pijn.
- Bij opening van het kanaal gaan positief geladen ionen de cel in, met name Na+ en Ca2+
- Betrokken bij verschillende ziektes (lymfatisch, gastro-intestinaal, vormen kanker enz)
Hoe kunnen sensoren in de huid onderverdeeld worden?
In snel en langzaam adapterend en met verschillende receptieve velden.
- Hoe dichterbij de oppervlakte hoe preciezer je kan voelen. Meissner en merkel gevoeliger (kleiner receptief veld) dan pacini en ruffini (grof gebied).
- Rapidly adapting (meissner en pacini) vs slowly adapting (merkel en ruffini)
Wat zijn de kenmerken van tastzin (fijne tast)?
- is verschillend voor verschillende delen van het lichaam
- is gerelateerd aan de grootte van de receptieve velden van individuele vezels
- resolutie kan globaal worden vastgesteld met een 2-punts discriminatie test
Noot: resolutie en gevoeligheid zijn
verschillende eigenschappen van tastzin
Wat zijn receptieve velden?
De grootte van de receptieve velden is belangrijk voor de nauwkeurigheid van de waarneming: het oplossend vermogen van het systeem
* Receptieve velden overlappen
* Vezel is gevoeliger (genereert meer actiepotentialen) in het centrum van zijn receptief veld
* Geen visuele controle
Hoe wordt gevoeligheid van sensoren gemeten?
Von Frey haren
Wat zijn de functies van de verschillende gnostische sensoren?
Merkel: vorm en textuur (randen, hoeken, punten, bogen)
Meissner: bewegingsdetectie, grip control (huid beweging)
Pacinian: vibratie
Ruffini: bewegingsdirectie (huid rekking)
Wat zijn de eigenschappen van de verschillende gnostische receptoren?
Merkel: receptieve veld 9 mm2, innervatie dichtheid 100/cm2, spatial acuity 0,5 mm
Meissner: 22 mm2, 150/cm2, 3 mm
Pacinian: hele vinger of hand, 20/cm2, 10+ mm
Ruffini: 60 mm2, 10/cm2, 7+ mm
Welke typen vezels zijn er?
Hoe dikker de myelineschede, hoe sneller de geleidingssnelheid van de actiepotentiaal:
C-vezels = ongemyeliniseerde vezels voor pijn en temperatuur
A∂ vezels = dun gemyeliniseerde vezels voor pijn en temperatuur
Aß vezels = gemyeliniseerde vezels voor tast
Ia afferenten = dik gemyeliniseerde spierspoelafferenten
Ib afferenten = dik gemyeliniseerde Golgi-pees afferenten
Wat is de geleidingssnelheid van de verschillende vezels?
Huid:
C-vezels: 0,2-1,5 μm 0,5 – 2 m/s
A∂ vezels: 1-5 μm 5 – 30 m/s
Aß vezels: 6-12 μm 35-75 m/s
Proprioceptie:
Ia/Ib vezels: 12-20 μm 80-120 m/s
II vezels: 5-12 μm 30-70 m/s
Hoe zijn zenuwen opgebouwd?
Elk zenuw heeft een epineurium eromheen, daarbinnen bloedvaten en BW en zenuwbundels, binnen elke bundel axonen. Om elk axon zit een endoneurium
Ongemyeliniseerde vezels (C-vezels) zijn wel omgeven door een Schwann cel
Hoe verlopen zenuwen vanuit het ruggenmerg?
Dorsale radix (wortel) sensibel + ventrale radix (motorisch)-> spinale zenuw-> dorsale en ventrale ramus (gemengd)
Dorsale ramus
* alleen naar nek en rugzijde
* relatief klein
* geen plexus-vorming
Ventrale ramus
* ventrale zijde thorax en abdomen
* extremiteiten
* plexus vorming: cervicaal, brachiaal, lumbosacraal
Hoe is een plexus opgebouwd?
Plexus heeft verschillende divisies: cord, division, trunk, root. Radiculopathie kan ook gaan over de wortel van de plexus
Wat is de relatie tussen dermatomen en zenuwen?
Bij de ledematen: sensibiliteit via perifere zenuw – plexus – ventral ramus – dorsale wortel (geen eenduidige relatie tussen spinale en perifere zenuw)
Bij thoracale dermatomen: perifere zenuw = dorsale wortel (geldt ook voor rugdermatomen)
Wat is de relatie tussen de trigeminus en bijbehorende dermatomen?
Trigeminus heeft meerdere kernen. Gevoel komt vn in de principele trigeminus kern, spinale kern loopt door tot cervicale ruggenmerg→ 3 onderverdelingen onderste doet vn pijn. Elk tak van de trigeminus heeft een eigen dermatoom
Geen C1 dermatoom, alleen vezels die C1 lopen
Hoe ontstaat de cauda equina?
Door ascensus medullae: stop vermenigvuldiging neuronen voor stop groei ruggenmerg, ruggenmerg omhoog ‘getrokken’. Conus medullaris met daaronder de cauda equina
Wat zijn de klinische functies van de ruimte rondom de cauda equina?
Cauda nog steeds omgeven door dura en arachnoid, tia mater eindigt bij de medulla. In subarachnoidale ruimte liquor, hier groter dus makkelijker voor epidurale anesthesie, spinale anesthesie en lumbaalpuncties
Waaruit bestaat het ruggenmerg?
Grijze stof (celkernen/ neuronen)
* dorsale hoorn
* intermediaire zone
* ventrale hoorn
Witte stof (vezelbanen/ axonen)
* dorsale funiculus
* laterale funiculus
* ventrale funiculus
Waaruit bestaat de dorsale funiculus?
(=achterstreng; =dorsale kolom) bestaat uit fasciculus gracilis en fasciclus cuneatus
Fasciculus gracilis oa informatie van de benen/ onderlichaam, cuneatus van de armen, lumbaal dus maar 1 fasciculus