Uitgewerkte tentamen info IEBR 2 Flashcards

Woonplaats, MAP, Arbitrage, NVF, winsttoerekening, BB en grensoverschrijdende inkomsten, anti-misbruikbepalingen en hybride structuren, comparability anlayse en TP, relevante EU-richtlijnen en voorstellen. (40 cards)

1
Q

Stap 1. (5)
Stap 2.
Stap 3.
Stap 4.
Stap 5.

A

1) Bepaal hoofdonderwerp:
Inwonerschap, v.i./v.v., winsttoerekening, BB of anti-misbruik.
2) Bepaal relevante wetgeving.
Nationaal, belastingverdrag, EU-bepalingen, jurisprudentie.
3) Pas de juiste regels toe, check vereisten/feiten/omstandigheden.
4) Beoordeel de feiten kritisch, zijn er omstandigheden die andere uitkomst mogelijk maken?
5) Goed onderbouwde conclusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inwonerschap

A

Nationaal: Art. 4 AWR (feiten/omstandigheden), IB (binnen- en buitenlands), VPB, jurisprudentie.
OECD: Art. 1, 3 en 4 OECD, tiebreakers, dual resident, MAP, v.i./v.v.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stappenplan inwonerschap (4)

A

1) Bepalingen nationaal recht.
2) Nationale criteria jurisprudentie (duurzaam tehuis, pers./econ. banden).
3) Beoordeel Art. 4 Verdrag/OECD, kijk naar tiebreakers (Duurzaam tehuis > Middelpunt > Verblijf > Nationaliteit > Onderling overleg).
4) Onderzoek mogelijk sprake van v.i./v.v., kijk naar fysieke aanwezigheid en soort machtiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Winstallocatie mb.t. v.i. (4)

A

1) V.i. + Winsttoerekening (Art. 7 OECD en VI-rapport 2008).
2) Attributie winst aan v.i. en verdeling tussen hoofdhuis en v.i.
3) Impact financiering v.i.-winst (tracing/fungibility methodes).
4) Anti-misbruikregels v.i. (MLI, LOB, PPT).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stappenplan winstallocatie v.i. (3)

A

1) Is er sprake van een v.i.? (verdragstoepassing, art. 1, begrippen, art. 3 dan naar art. 4) Fysieke bedrijfsruimte of v.v.?
2) Bepaal toe te rekenen winst (activa/passiva/kosten/baten).
3) Toepassing nationale bepalingen winsttoerekening.
4) Toepassing verdragsrechtelijke bepalingen winsttoerekening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Belastingheffing grensoverschrijdende inkomsten (OECD, richtlijnen, anti-misbruik)

A

Art. 10 t/m 12 OECD
IRR, MDR
Gevolgen voor BB
Anti-misbruik door uiteindelijk gerechtigde, LOB en PPT.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stappenplan grensoverschrijdende inkomsten (3)

A

1) Bepaal kwalificatie van de betaling.
2) Identificeer verdragsbepalingen en evt. EU-richtlijnen.
3) Onderzoek of er sprake is van anti-misbruikbepalingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Anti-misbruikbepalingen en hybride entiteiten (3)

A

1) LOB/PPT
2) Check the box en hybride mismatches
3) Verdragsinterpretatie en misbruikstructuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stappenplan misbruik en hybride structuren (3)

A

1) Identificeer entiteitsclassificatie in relevante jurisdicties (vanuit beide partijen)
2) Bepaal of structuur hybride mismatch is
3) Controleer of nationaal/verdrag anti-misbruikmaatregelen bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anti-misbruikbepalingen hybride structuren (5, verdrag, MLI en nationaal)

A

1) LOB
2) PPT
3) MLI Art. 3 en 5
4) ATAD
5) CFC-regelgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Impact verdragswoonplaats op belastingheffing (4)

A

1) Verdeling heffingsbevoegdheid.
2) Beperking heffing bronstaat.
3) Voorkomen/verminderen dubbele belasting.
4) Belastingbesparing bij voordeliger belastingverdrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tiebreaker bepalingen natuurlijk persoon OECD (5)

A

Art. 4-2 OECD:
1) Duurzaam tehuis
2) Middelpunt levensbelangen
3) Gewoonlijk verblijf
4) Nationaliteit
4) Onderlinge overlegprocedure (MAP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aandachtspunt inwonerschap

A

Dual resident o.b.v. nationale wet/belastingverdrag/tiebreakers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

MAP (definitie)

A

Mechanisme voor het oplossen van dubbele belastinggeschillen tussen staten (onderling overlegprocedure).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer is MAP toepasbaar? (4)

A

1) Dubbele belastingheffing tussen 2 lidstaten.
2) Verdragsinterpretatieverschil tussen 2 lidstaten.
3) Belastingplichtige dient zelf verzoek in bij bevoegde autoriteit.
4) Autoriteiten van beide landen onderhandelen over een oplossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is arbitrage relevant? (2)

A

1) MAP biedt geen oplossing binnen 2-3 jaar (afhankelijk verdrag).
2) Arbitrageclausule in MLI of belastingverdrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Aandachtspunten MAP/arbitrage (3)

A

1) Is er geschil over verdragsinterpretatie?
2) Wordt MAP geblokkeerd door een van de staten?
3) Zijn verdragsbepalingen of MLI-regels die arbitrage verplichten?

18
Q

NFV (+ uitleg)

A

Notitie fiscaal verdragsbeleid.
Beschrijft Nederlandse onderhandelingspositie bij belastingverdragen.

19
Q

Wanneer is NFV van toepassing? (2)

A

1) Bij onderhandelingen over nieuwe belastingverdragen.
2) Als richtlijn voor verdragsinterpretatie in fiscale rechtszaken.

20
Q

Belangrijke onderwerpen NFV (3)

A

1) Strengere anti-misbruikbepalingen (LOB/PPT).
2) Uitbreiding heffingsrechten bij digitale economie/offshore-activiteiten.
3) Voorkoming dubbele belasting via belastingverdragen en nationale regels.

21
Q

Aandachtspunten NFV (2)

A

1) Is NL bezig met een nieuw verdrag?
2) Bevat het verdrag een bepaling uit de NFV?

22
Q

Winsttoerekening

A

Nationaal: Art. 8b VPB en Verrekenprijsbesluit 2022.
Verdragsrechtelijk (en OECD): Art. 7 (v.i.-winst) en Art. 9 (TP verbonden ondernemingen) en VI-Rapport 2008

23
Q

Verrekenprijsbesluit 2022

A

Nederlands besluit dat invulling geeft aan hoe NL de OESO TPG toepast binnen nationale belastingpraktijk. Het bevat richtlijnen over hoe verrekenprijzen moeten worden bepaald en geeft uitleg over Nederlandse interpretatie van het at arms length beginsel.

24
Q

TPG

A

Dit zijn internationale richtlijnen opgesteld door de OESO die landen helpen bij het vaststellen van verrekenprijzen tussen gelieerde ondernemingen. De OESO-richtlijnen bieden een wereldwijd aanvaarde standaard, maar landen kunnen hier in hun nationale wetgeving en beleid eigen interpretaties aan geven.

25
VI-Rapport 2008
Authorized OECD Approach Bepaalt toerekening aan v.i.
26
Aandachtspunten winsttoerekening (2)
1) Worden zakelijke verrekenprijzen gebruikt? 2) Is de winstverdeling tussen vestigingen correct?
27
IRR
Interest Royalty Richtlijn: Vrijstelling BB binnen EU als M-D bedrijven aan voorwaarden voldoen.
28
Gevolgen grensoverschrijdende inkomsten (2)
1) Dividenden, rente en royalty's worden belast in bronstaat, tenzij verdrag of richtlijn dit beperkt. 2) Anti-misbruikregels kunnen verdragstoegang beperken (LOB/PPT).
29
Aandachtspunten grensoverschrijdende inkomsten (2)
1) Geldt er een richtlijnvrijstelling? 2) Zijn anti-misbruikregels van toepassing?
30
Anti-misbruikbepalingen (hybride structuren)
Nationaal: ATAD, CFC-regels. Belastingverdragen: LOB en PPT. MLI: Hybride entiteiten, Art. 3 en 5 MLI.
31
Aandachtspunten hybride structuren (2)
1) Is er sprake van een hybride mismatch? 2) Zijn er substance-eisen waaraan niet wordt voldaan?
32
Wanneer comparability (vergelijkbaarheids) analyse? (2)
1) Bij vaststellen of een transactie 'at arms lenght' is cf. OECD-richtlijnen. 2) Vergelijking van functies, activa en risico's tussen bedrijven.
33
Functionele analyse
Wie draagt economische risico’s en voert de cruciale functies uit?
34
Doel substance-eisen
Bedoeld om te voorkomen dat bedrijven kunstmatige structuren opzetten voor belastingontwijking.
35
Substance-eisen voor hybride structuren (4)
1) Fysieke aanwezigheid 2) Echte besluitvorming 3) Economische realiteit 4) Geen doorsluisvennootschap
36
Fysieke aanwezigheid (substance)
Eigen kantoor, werknemers en management in het land van vestiging.
37
Echte besluitvorming (substance)
Directieleden moeten daadwerkelijk de strategische beslissingen nemen.
38
Economische realiteit (substance)
De entiteit moet economische activiteiten uitvoeren die verder gaan dan alleen fiscale planning.
39
Geen doorsluisvennootschap (substance)
Er moet sprake zijn van reële waarde creatie en niet alleen een doorgeefluik van inkomsten.
40
EU-Richtlijnvrijstellingen m.b.t. BB grensoverschrijdende inkomsten (2)
1) Moeder-Dochter-Richtlijn 2) Interest-Royalty-Richtlijn