Week 3 Flashcards

V.i., v.v. en vast middelpunt (nationaal, OECD, fictie, jurisprudentie), antiontgaansbepalingen MLI. Scheep-/luchtvaartwinsten, beginselen TP en v.i.-winstallocatie (nationaal, OECD, UN, jurisprudentie). Toerekening EV/VV (nationaal en verdrag). (38 cards)

1
Q

Anti-fragmentatieregel (VPB, algemeen, groep, v.i.)

A

Art. 3-6 VPB
Verrichten werkzaamheden gedurende 30 dagen (in)direct.
30-dagen hoeft niet aaneengesloten te zijn voor een vennootschap in een groep of groep vennootschappen.
Werkzaamheden verrichten in/op/over (…) 30 dagen = v.i.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

through which

A

waardoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fixed

A

vast (middelpunt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Recurrent

A

Terugkerend, steeds weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Off-shore bepaling

A

Continentaal plat-bepaling
Werkzaamheden op continentaal plat = v.i.
(VK en Zweden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onafhankelijke vertegenwoordiger (OECD)

A

Art. 5-6 OECD
Lichaam of natuurlijk persoon, die in een staat voor de belastingplichtige, handelt in de normale uitoefening van z’n bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

‘place of management’

A

Plaats formele zetel van bestuur, waar belangrijke beslissingen worden genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

‘place of effective management’

A

Plaats waar de daadwerkelijke leiding en controle over de onderneming plaatsvinden, vaak doorslaggevend voor de fiscale vestigingsplaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

‘key place of management’

A

Plaats waar strategische en dagelijkse managementbeslissingen worden genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2 componenten ‘fixed’ Art. 5-1 OECD

A

Geografische en temporele component.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geografische component, Art. 5-1 Par. 5 OECD Commentaar

A

De invloed van de fysieke locatie van activiteiten, activa of belastbare gebeurtenissen op de fiscale behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Temporele component, Art. 5-1 Par. 6 OECD Commentaar

A

De invloed van tijd op fiscale situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Turnkey overeenkomst

A

Contractvorm waarbij geheel bouwproject aan 1 partij wordt uitbesteed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Turnkey bepaling

A

Bepaling over winsttoerekening in geval van bedrijfsklare projecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kostenbijdrage-/costsharing bepaling

A

Bepaling over de verdeling van concernkosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

‘preparatory or auxiliairy character’ (art. 5-4 slot OECD)

A

Voorbereidend of ondersteunend karakter.

17
Q

provided

18
Q

Vaste vertegenwoordiger (OECD)

A

Art. 5-5 OECD
Persoon die machtiging bezit om in bronstaat in de naam van de onderneming overeenkomsten af te sluiten, niet zijnde onafhankelijke vertegenwoordiger.

19
Q

Commissionair

A

Tussenpersoon, die in eigen naam overeenkomsten sluit, maar voor rekening van een opdrachtgever (onrechtstreekse vertegenwoordiging).

20
Q

Transfer Pricing

A

Interne verrekenprijzen

21
Q

3 transfer pricing methodes

A

Least complex routine entity
Cost plus
Resale minus

22
Q

Least complex routine entity (TP-methode)

A

Routinematige beloning, geen key value drivers en routinematige activiteiten.

23
Q

Cost plus (TP-methode)

A

Fabriek geniet routinematige winst (‘de mark up’) en verkoopkantoor geniet de restwinst.

24
Q

Resale minus (TP-methode)

A

Fabriek geniet restwinst, verkoopkantoor geniet routinematige winst (‘de minus’)

25
Functionele analyse
Welke functies worden uitgeoefend? Functies, activa en risico's (significant people functions)
26
Vergelijkbaarheidsanalyse
Onderzoek doen naar vergelijkbare functies. Wat ga je toerekenen per functie?
27
Significant people function
Functies t.z.v. actief beslissingen nemen. Beslissingen m.b.t. eigendom van activa en het aangaan/beheren van risico's
28
Profit split
Winsttoerekening van een willekeurige transactie. Hoeveel winst maakt de transactie wereldwijd en dat verdelen o.b.v. omzet, activa en loonkosten.
29
Single entity approach (OECD) (functionele benadering)
Art. 7-1 OECD Toerkenening inkomsten/uitgaven welke voortvloeien uit activiteiten van v.i.
30
Internal dealings
Interne transacties (tussen v.i. en rest onderneming). Deze moeten 'at arms length' worden beloond. Bv. rente (lening), royalty (ter beschikking stellen intellectueel eigendom) management fee en ter beschikking stellen van activa en diensten.
31
Corresponding adjustments (OECD)
Art. 7-3 OECD Corresponderende aanpassing/correctie van de winst m.b.t. verrekenprijzen bij gelieerde partijen.
32
Intangibles
Immateriële activa
33
AOA
Authorized OECD Approach
34
Free capital
Eigen vermogen
35
Causale winstsplitsing
Welke omstandigheden hebben een winstvormende invloed gehad.
36
Ondernemingssplitsing
Toerekening voordelen aan v.i. alsof zij een zelfstandige onderneming zou zijn m.b.t. zelfde werkzaamheden en omstandigheden.
37
Functionele benadering (ondernemingssplitsing + soorten)
Aansluiten bij functies die v.i. vervult. Soorten benaderingen zijn civielrechtelijk, eng en ruim.
38
Territoriale benadering (ondernemingssplitsing + soorten)
V.i. wordt omgevormd tot een zelfstandig rechtssubject gevestigd in de v.i.-staat. Soorten benaderingen zijn eng en ruim.