Week 4 Flashcards

v.i.-winstallocatie, staatssteun, internationale fiscale ethiek, gebruik/misbruik belastingverdragen, antiontgaansbepalingen in richtlijnen, jurisprudentie, Pillar 2 en minimumbelasting. (27 cards)

1
Q

Staatssteun

A

Met staatsmiddelen gefinancierde maatregelen van lidstaten, ter bevoordeling van ondernemingen of producties.
Verstoort de concurrentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Coöperatieve structuur

A

Structuur om de belastingdruk voor vrijgestelde pensioenfondsen te minimaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maatstaf alloceren activa

A

Uiteindelijk gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aftrekwinst

A

V.i.-winst die vrijgesteld moet worden ter voorkoming van dubbele belasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bijdragewinst

A

Voordelen uit activiteiten (van de v.i.) welke bijdragen aan de generale winst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ZORA (definitie + arrest)

A

Converteerbare nulcouponobligatie
Engie HvJ 2024

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ZORA (terugbetaling + formule)

A

Terugbetaling d.m.v. uitgifte aandelen.
Terugbetaling = Nominaal bedrag lening + Premie (ZORA-aanwas) - Belastingheffing (cf. afspraak LUX BD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Converteren

A

Omzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nulcouponobligatie

A

Obligatie waarbij de belegger geen periodieke rentevergoeding ontvangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ZORA-aanwas (positief/negatief)

A

Alle winst c.q. verlies die de lening nemer (dochter) gedurende de looptijd van de ZORA heeft gerealiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Selectieve maatregel

A

Maatregel die onderscheid maakt tussen derden die in een vergelijkbare situatie zitten, zonder rechtvaardiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ruling

A

Voorafgaande beslissing.
Bepaalt hoe belastingwetgeving wordt toegepast in een specifieke situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Selectief voordeel

A

Een beperkte groep ondernemingen heeft voordeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Main Pupose Test (MPT)

A

Transacties moeten hoofdzakelijk (70%) akkoord zijn, dan is verdragstoepassing mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Principal Purpose Test (PPT)

A

Transacties en structuren moeten nagenoeg geheel (90%) zakelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Remittance-based bepaling

A

NL hoef slechts een belastingvrijstelling te geven voor zover desbetreffende inkomen rechtstreeks wordt overgemaakt naar het woonland.
Heffingsrecht wordt verschoven naar bronstaat indien woonland geen heffing heft m.b.t. deze bepaling.

17
Q

Beneficial Owner (3)

A

Np die uiteindelijk eigenaar is.
Degene die zeggenschap heeft.
Degene namens wie een transactie wordt uitgevoerd.

18
Q

Incorporatieleer

A

Rp wordt beheerst door en zal gedurende het bestaan beheerst blijven worden door het recht dat op zijn oprichting van toepassing is.

19
Q

Substance

A

Er moet voldoende activiteit aanwezig zijn.

20
Q

ETR

A

Effective tax rate
Te betalen belasting / commerciële winst

21
Q

Hallmarcks

A

Agressieve structuren

22
Q

Statutair tarief

A

In de wet vastgestelde belastingtarief dat gehanteerd wordt bij belastingheffing over bedrijfswinsten.

23
Q

Subject to tax rules (STTR)

A

Beperkte BB voor bepaalde betalingen, tussen verbonden ondernemingen.
Heffing tegen een lager tarief als het minimum belastingtarief.

24
Q

Gilti

A

Een geacht bedrag aan inkomsten afkomstig van gecontroleerde buitenlandse ondernemingen (CFC) wanneer een Amerikaanse persoon een 10% (in)directe aandeelhouder is.

25
IIR
inkomensinclusiebijheffing
26
UTPR
onderbelastewinstbijheffing
27
Fiscaal kolonialisme (pillar 2)
Ontwikkelingslanden worden fiscaal bezet/uitgebuit, de ontwikkelde landen krijgen de opbrengsten i.p.v. ontwikkelingslanden.