Week 5 Flashcards

Onroerende zaken, arbeidsinkomen, overige inkomsten, dividend, interest, royalty's en vervreemdingswinsten (20 cards)

1
Q

notwithstanding

A

ongeacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Toerekeningsbreuk (werkdagen)

A

Aantal dagen werkelijk gewerkt / Aantal dagen werk in werkstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Artiest

A

Persoon die optreedt in theater, film of voor radio of tv en musici.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Passieve inkomsten

A

Inkomsten die je genereert zonder dat je er actief voor moet werken (interest, dividend en royalty’s).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

‘treaty shopping’ (+ doel)

A

Multinationale ondernemingen die gebruik (proberen te) maken van de verschillende verdragsvoordelen van bepaalde jurisdicties.
Doel, zoveel mogelijk belasting te ontwijken/ontduiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Conduit

A

Vennootschap die ertussen is geschoven.
Heeft geen/nauwelijks rechten om te beschikken over rente/dividend.
Vaak juridisch gehouden om door te betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Effectively connected

A

Toerekenbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dual resident

A

Dubbel inwonerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dividend (OECD)

A

Art. 10-2 OECD
Uitdeling winst door lichamen met in aandelen verdeeld kapitaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Interest (OECD)

A

Art. 11-3 OECD
Opbrengst van alle soorten van schuldvorderingen.
Boetes vanwege late betaling vallen hier niet onder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Royalty (OECD)

A

Art. 12-2 OECD
Betaling voor het gebruik van rechten/zaken.
Overname eigendom in copyright zijn géén royaltybetalingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Capital gains (OECD)

A

Art. 13 OECD
Vervreemdingswinsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Alienation (+ vb.)

A

De overdracht of vervreemding van activa.
Bv. verkoop van onroerend goed of aandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Reverse credit

A

Bronstaat mag heffen, maar moet voorkoming verlenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onroerende zaken (+ vb.)

A

Goederen die fysiek niet verplaatst kunnen worden.
Bv. grond, gebouwen en infrastructuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Roerende zaken (+ vb.)

A

Alle bezittingen die geen onroerende zaken zijn en fysiek verplaatsbaar zijn.
Bv. voertuigen, machines en inventaris.

17
Q

Economische realiteit

A

Fiscale regels moeten aansluiten bij de werkelijke economische omstandigheden en niet alleen bij de juridische vorm.

18
Q

Reële substance

A

De daadwerkelijke economische aanwezigheid en activiteiten van een onderneming, los van slechts een formele juridische structuur.

19
Q

TIER 1

A

‘one tier board’
Directie en toezichthouders vormen 1 bestuur.

20
Q

TIER 2

A

‘two tier board’
Scheiding tussen bestuurders en toezichthouders, 2 besturen.