Unit 3 In Gang Flashcards
(81 cards)
vieren(fee-run)
to celebrate|We vieren haar verjaardag in het café. (We’re celebrating her birthday at the café)
verjaardag(ver-yahr-dakh)
birthday|Gefeliciteerd met je verjaardag! (Happy birthday!)
samen(sah-mun)
together|Zullen we samen lunchen? (Shall we have lunch together?)
gefeliciteerd(khuh-fay-li-see-taird)
congratulations|Gefeliciteerd met je nieuwe baan! (Congratulations on your new job!)
prettig kennis te maken(preh-tikh keh-nis tuh mah-kun)
nice to meet you|Prettig kennis te maken
kennen(keh-nun)
to know (people)|Hoe kennen jullie elkaar? (How do you know each other?)
trakteren(trahk-tay-run)
to treat|Ik ben geslaagd
graag willen(khrahkh vil-lun)
would like|Ik wil graag een koffie bestellen. (I would like to order a coffee)
pilsje(pils-yuh)
beer (diminutive)|Een pilsje voor mij. (A beer for me)
nemen(nay-mun)
to take/have|Ik neem een thee. (I’ll have a tea)
roepen(roo-pun)
to call|Zal ik de ober roepen? (Shall I call the waiter?)
ober(oh-bur)
waiter|Pardon
mogen(moh-khun)
may/to be allowed|Mag ik bestellen? (May I order?)
bestellen(buh-steh-lun)
to order|Wil je iets bestellen? (Do you want to order something?)
alstublieft(als-too-bleeft)
please (formal)|De menukaart
poosje(poh-shuh)
little while|Een poosje later… (A little while later…)
zullen(zul-lun)
shall|Zullen we gaan? (Shall we go?)
nog een keer(nokh ayn kayr)
once more|Nog een keer hetzelfde? (The same again?)
rondje(ron-chuh)
round (of drinks)|Dit rondje is voor mij! (This round is on me!)
betalen(buh-tah-lun)
to pay|Wie gaat er betalen? (Who’s going to pay?)
afrekenen(af-ray-kuh-nun)
to settle the bill|Kunnen we afrekenen? (Can we get the bill?)
hetzelfde(het-zelf-duh)
the same|Voor mij hetzelfde. (The same for me)
eigenlijk(ay-khun-luk)
actually|Hoe gaat het eigenlijk met je? (How are you actually doing?)
daarom(dahr-om)
therefore/that’s why|Ik ben jarig