Verslaving Flashcards

(22 cards)

1
Q

Indicaties voor (medicinale) cannabis?

A

Epilepsie, MS, misselijkheid/ braken (vooral tijdens chemo-, radio- en HIV combinatie therapie), slaapproblemen, depressie, pijn tijdens kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Negatieve effect cannabis?

A

Er is associatie aangetoond met depressie en schizofrenie

- THC verhoogt afgifte dopamine in mesolimbische gebieden (positieve symptomen inductie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3-MMC

  • werkingsmechanisme?
  • bijwerkingen?
A
  • werkingsmechanisme: remt re-uptake van noradrenaline, dopamine en serotonine
  • bijwerkingen: hartritme stoornissen, hyperthermie en convulsies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Abstinentie syndroom (lichamelijke afhankelijkheid

A

Stimulatie opioid receptor leidt tot

  • verlaging cAMP
  • opening kalium kanalen (hyperpolarisatie)
  • sluiting calcium kanalen (transmitter release daalt)

Reactie lichaam

  • down regulatie receptor
  • up regulatie calcium kanalen
  • meer adenylyl cylase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tolerantie

- werkingsmechanisme

A
  • downregulatie receptoren
  • upregulatie cAMP in locus coeruleus
  • afgenomen receptoraffiniteit
  • versneld metabolisme (leidt tot kortere halfwaardetijd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Betrokken neurotransmitters bij craving?

- werkingsmechanisme

A
  • GABA, dopamine, endogene opioiden

- werkingsmechanisme: in nucleus accumbens komt veel dopamine vrij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Therapie om craving tegen te gaan?

A
  • partiële D receptor agonist

Tijdens periode hoog dopamine leidt partiële D agonist tot kleiner effect en we zullen dit zien als antagonisme. Tijdens periode laag dopamine leidt partiële D agonist toch tot enig effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Werking Mu receptor (opioid receptor)?

A
  • remmende effect van GABA valt weg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behandelingsmogelijkheden verslaving?

A
  • GABA stimulantia: gabapentine, topiramaat
  • opioid receptor antagonist (naloxon, naltrexon)
    • helpt ook tegen acute ernstige bijwerking heroine
  • clonidine (a2 receptor agonist; onderdrukt sympatisch zenuwstelsel —> verhoogde aanwezigheid cAMP): onderdrukt autonome component abstinentie syndroom
  • methadon (natuurlijk beloop van afbouwen wordt nagebootst) —> specifiek gebruik voor heroine verslaving
  • buprenorphine (partiële agonist) —> specifiek gebruik voor heroine verslaving
  • precursors noradrenaline/ dopamine (tyrosine) en/of serotonine (tryptofaan) —> bij cocaine verslaving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Detox opname alcoholverslaving

A
  • herstel GABA Glutamaat balans
  • voorkomen delirium en convulsies
  • afbouwschema benzodiazepines
  • altijd thiamine geven tegen Korsakov
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stoffen bevinden zich in papaverbol?

A
  • morfine
  • codeine
  • noscapine
  • papaverine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschil opiaten en opioiden?

A
  • opiaten: stoffen met morfine achtige structuur

- opioiden: stoffen die effecten morfine kunnen nabootsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom hebben drugsverslaafden liever heroïne dan morfine?

A
  • heroine is beter wateroplosbaar en passeert bloed hersen barriere sneller
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptomen heroine abstinentie syndroom

A
  • ademhaling (in uiterste gevallen ademstilstand)
  • midriasis
  • diarree
  • kippenvel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Werking cocaine

- gevolgen cocaine overdosis

A
  • vermindert slaap en eetbehoefte
  • leidt tot hyperactiviteit
  • vasoconstrictie
  • tachycardie
  • verhoogt zelfvertrouwen

Bij overdosis: paranoïde psychose, stereotiep gedrag, convulsies en (dodelijke) coronairspasmen of ritmestoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Symptomen cocaïne abstinentiesundroom

A
  • agitatie
  • dysforie
  • honger
  • lethargie
17
Q

Wat zijn problemen die optreden bij snuiven van coke?

A
  • septum perforatie
  • chronsiche rhinitis
  • necrose mucosa
18
Q

Welke stof wordt verantwoordelijk gehouden voor alcohol gerelateerde ziektes en verslavingsproces?

A
  • aceetaldehyde
19
Q

Afbraak alcohol (enzymen)

A
  • alcohol dehydrogenase
  • aldehyde dehydrogenase
    • nulde ord eproces: vaste hvlheid wordt per tijdseenheid afgebroken (NAD+ is beperkende factor)
    • Aziaten beschikken over minder actieve variant aldehyde dehydrogenase
    • thiram (rubberindustrie) leidt tot remming aldehyde dehydrogenase
  • bij alcoholisten cytochroom P450
20
Q

Deze receptoren zullen veranderen tgv langdurig alcoholgebruik:

A
  • downregulatie GABAa receptoren
  • upregulatie calciumkanalen
  • upregulatie glutamaatreceptoren
21
Q

Symptomen alcoholabstinentiesyndroom

A
  • <24 uur: tremor, zweten, bloeddrukstijging en tachycard, misselijkheid, agitatie en slaaptekort
  • 1-2 dagen: convulsies en delirium tremens
22
Q

Behandeling alcoholisme

A
  • benzodiazepines (slaaptekort en convulsie tegen)
  • clonidine en propranolol (sympatische activatie tegen)
  • acamprostaat (NMDA receptor antagonist)
  • naltrexon (antagonist opioid receptor)
  • topiramaat