Vetten Flashcards

(21 cards)

1
Q

Hoeveel kcal/g heeft vetten?

A

9 kcal/g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de vet oplosbare vitamines van vetten

A

A, D, E

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(Bakvetten)
Wat is een hulpmiddel bij de functies van vetten?

A

Warmtetransport

(Bakken en frituren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(Bakvetten)
Welke type vet adviseer je om te gebruiken voor bakken en frituren van producten en waarom?

A
  • Verzadigd vet heeft goede kwaliteit, minder snel oxidatie.
  • onverzadigd vet nodig voor vloeibaar frituurvet. Echter deze kan minder goed tegen verhitten. (Hydrolyse en oxidatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort vetten zijn verzadigde vetten en onverzadigde vetten?

En welke is gezond en welke niet?

A

Verzadigde vetten: dierlijk (ongezond)
Onverzadigde vetten: plantaardig (gezond)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(Mayonaise)
Wat is de functie van vet?

A
  • Viscositeit (door volumefractie deeltjes)
  • Smaak (romig), mondgevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(Mayonaise)
Wat voor vet adviseer je?
(Welke eigenschappen van het vet)

A
  • Neutrale smaak
  • Vloeibare olie (kristallen niet nodig voor viscositeit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(Slagroom)
Welke functies van vet zijn belangrijk voor de fysische stabiliteit?

A

Stevigheid structuur door kristallisatie en partiële coalescentie

(alleen mogelijk met gekristalliseerd vast vet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(Slagroom)
Welke functies van vet zijn belangrijk voor de sensorische eigenschappen?

A
  • al het vet moet smelten in de mond
  • vast vet geeft koelend effect, warmte nodig om kristallen te smelten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

(Margarine)
Welke functies van vet zijn belangrijk voor de fysische eigenschappen?

A
  • Kristallisatie geeft stevigheid en structuur
    • Alleen met gekristalliseerd vast vet
    • Smeerbaar uit de koelkast, vast bij kamertemperatuur
  • Olie werkt als smeermiddel tussen vetkristallen voor een gladde structuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(Margarine)
Welke functies zijn belangrijk voor de sensorische eigenschappen?

A
  • Vet moet smelten in de mond voor een glad gevoel.
  • Vast vet koelt af bij smelten; warmte nodig om kristallen te smelten.
  • smaak door vet oplosbare aroma’s
  • kleine kristallen voor glad mondgevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(Vet voor bladerdeeg)
Wat is de functie van vet?

A
  • smaak
  • scheiden deeglaagjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(Vet van bladerdeeg)
Welk type vet adviseer je om te gebruiken voor bladerdeeg?

A

Verzadigd vet met hoog percentage vast vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de functies van vetten

A
  • energie bron
  • energie opslag
  • bescherming van organen
  • isolatie (warmte-isolatie)
  • opname van vetoplosbare vitaminen
  • bouwstof voor cellen en hormonen
  • smaak en verzadiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is een vet een micro of macro nutriënt?

A

Macro nutriënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke hoofd vetten zijn er?

A
  • dierlijk
  • plantaardige oliën
  • vis oliën
  • tropische oliën
17
Q

Waar is vet uit opgebouwd?

18
Q

Benoem de algemene functies van vetten

A
  • nutritioneel
  • sensorisch
  • hulpmiddel
  • fysische stabiliteit
  • chemische (in) stabiliteit
  • enzymatische (in) stabiliteit
19
Q

Wat zijn de sensorische functies van vetten?

A
  • smaak, opgeloste geur-en smaakstoffen
  • mondgevoel
  • textuur
20
Q

Wat zijn de functies van vetten bij fysische stabiliteit?

A
  • smeermiddel w/o emulsie
  • stabiliseren luchtbellen (schuimen)
  • stevigheid en structuur door kristallisatie
  • voorkomen vochtmigratie
21
Q

Producteigenschappen worden beïnvloed door?

A
  • vet percentage (vb viscositeit)
  • type vet (vb smeltgedrag cacaoboter)
  • bereidingswijze (vb tempereren)
  • modificaties