W1 - HC8 Endocriene hypertensie Flashcards

1
Q

Wat is het effect van aldosteron op de nier?

A

Binding M-receptor > transcriptie ENAC > Na-retentie en werking op Na/K pomp > Na terug in urine en K andere kant op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het primair hyperaldosteronisme?

A

Syndroom van Conn
In de kliniek: hypertensie, hypokaliemie (niet altijd), verhoogd plasma aldosteron en onderdrukt plasma renine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn oorzaken van primair hyperaldosternisme?

A

Bilaterale bijnierhyperplasie, aldosteron producerend adenoom voornamelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer screenen voor primair hyperaldosteronisme?

A
  • Hypertensie + hypokalimie (spontaan/diuretica).
  • Ernstige hypertensie
  • Behandeling met 3 of meer antihypertensiva
  • Hypertensie op jonge leeftijd
  • Bijnierincidentaloom
  • Hypertensieve familieleden van patienten met PHA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de diagnostiek van primair hyperaldosteronisme?

A

1e screening: plasma aldosteron/renine activiteit ratio.
Cave: effect medicatie (o.a. diuretica en B-blokkers).
- Diuretica op RAAS > activatie doordat je met diuretica circulerend volume onttrekt waardoor renine stijgt > secundaire hyperaldosteronisme.
Indien hypertensie zonder hyperaldosteronisme, maar wel diureticum met hoge aldosteron en renine waarden dan geen aldosteronisme.

  • Bblokkers remmen renine productie en kunnen dan ook een vals verhoogde ratio geven. Een alfa-blokker heeft geen effect op RAAS.

2e zoutbelastingstest: NaCl normaal hypertensie, renine moet hierop reageren om te dalen ook aldosteron.

Diagnostiek: CT/MRI bijnieren en biliataire bijniervene sampling (gouden standaard).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt een primair hyperaldosteronisme behandeld?

A
  • Chirurgie: adrenalectomie
  • Mediamenteus: M-receptor antagonist (spinorolacton/eplerenon), amiloride en of thiazide-diuretica.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bij een feochromocytoom overgeproduceerd?

A

Adrenaline, noradrenaline en dopamine

(Feochromocytoom > chromaffiene cellen > neuroectodermale origine & sympatisch zenuwstelsel).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar zit een feochromocytoom?

A

Bijnier, extra-adrenaal > para-aortaal, lever/nierhilus of thorax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen van een feochromocytoom?

A

Symptomen komen voor in aanvallen. Klassieke symptomen: hoofdpijn, transpireren en palpitaties. Komen ook voor die geen hypertensie geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer een vermoeden op een feochromocytoom?

A
  • Typisch klachtenpatroon
  • Refractaire hypertensie
  • Maligne hypertensie
  • Hypertensieve respons op B-blokker
  • BD labiliteit
  • Vastgestelde bijniertumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe stel je de diagnose feochromocytoom?

A
  • Plasma (nor)adrenaline, (nor)metanefrine
  • Urine: (nor)metanefrine
  • CT/MRI bijnieren
  • 123I MIBG scan (123I is een voorloper van catecholamines en wordt door een feochromocytoom opgenomen).
  • Gallium PET scan
  • Geen punctie (risico grote bloeding daling/stijging) ook geen anesthesie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de therapie bij een feochromocytoom?

A
  • Adrenalectomie: curatief, 10% feochromocytoom > maligne beloop of na voorbehandeling.
  • Medicamenteus: alfablokker, calciumantagonisten en nitroprusside & nitroglycerine.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doe je bij een maligne feochromocytoom?

A
  • 131I MIBG : Jodium in tumor en lokaal stralen > frictie
  • PRRT
  • Chemotherapie
    5 jaarsoverleving: 50%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly