W2 - HC9 Pathologie van schildklieraandoeningen Flashcards
1
Q
Welke moleculaire afwijking hoort bij welke schildkliertumor?
A
?
2
Q
Wat heeft een TSH-producerend adenoom van de hypofyse als vorm?
A
= Zeldzaam
Diffuse hyperplasie door hoog TSH
3
Q
Wat heeft M. Graves als vorm?
A
Diffuse hyperplasie door laag TSH
4
Q
Wat heeft een toxisch struma als vorm?
A
(Meestal is struma euthyreoid)
Nodulaire hyperplasie (hobbelig), met laag TSH. Colloid lekt weg.
5
Q
Wat heeft een toxisch adenoom voor vorm?
A
(Meestal zijn adenomen euthyreoid)
Adenoom maar met laag TSH
6
Q
Welke vorm heeft exogeen jodium geinduceerde hyperthyreoidie?
A
(laag TSH)
7
Q
Wat is een kernmerk van hyperfunctie?
A
Versterkte resorptie vacuoles
8
Q
Welke hyperfunctie stoornissen bestaan er?
A
- TSH producerend adenoom van de hypofyse
- M. Graves
- Toxisch struma
- Toxisch adenoom
- Exogeen jodium geinduceerde hyperthyreoidie
9
Q
Welke hypofunctie stoornissen/hypothyreoidie bestaan er?
A
- Genetisch defecten in synthese/secretie
- Endemisch struma o.b.v. langdurig te laag jodium
- Ontsteking
- Bestraling/chirurgie/geneesmiddelen/hypopituiarisme
