W2 - Uitwerking ZO's Flashcards

(31 cards)

1
Q

Hoe bereken je de productiesnelheid onder evenwichtscondities?

A

Productiesnelheid = serumconcentratie x klaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt als er geen terugkoppeling plaatsvindt?

A

Zal als de klaring halveert de serumconcentratie verdubbelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er als er wel feedback plaatsvindt?

A

Dan zal de productiesnelheid ook halveren zodat de serumconcentratie gelijk blijft voor de verandering van de klaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor effect heeft een eiwitbinding op de klaring?

A

Eiwitbinding van een hormoon verlaagt de klaring van het normaal. Alleen de vrije fractie kan worden afgebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er bij verdubbeling van de concentratie bindend eiwit wanneer er geen feedback systeem actief is?

A

De totale hormoonconcentratie veranderd niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er bij verdubbeling van de concentratie bindend eiwit wanneer er het feedback systeem actief is?

A

Dan zorgt het vrije hormoon voor de terugkoppeling, productie hormoon neemt toe als hoeveelheid bindend eiwit toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer stopt de productie van hormoon?

A

Totdat de vrije hormoonconcentratie genormaliseerd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet hCG uit de placenta op T4 en TSH?

A

Stimuleert de T4 productie maar remt TSH productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is het probleem bij secundaire CHT?

A

In hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is het probleem bij tertiaire CHT?

A

In de hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waardoor kan primaire CHT veroorzaakt worden?

A

Door dysgenesie, stoornis in aanleg van de schildklier of door dyshormonogenese (stoornis in synthese van schildklierhormoon).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 3 vormen dysgenesie bestaan er?

A

Agenesie, ectopie en hypoplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt er op CHT gescreend bij de hielprik?

A

Eerst screening op T4, dan op TSH (voorkomen missen secundair en tertiaire CHT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen T4 en T3?

A

T4 is inactieve vorm en T3 de actieve vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat moet er gebeuren als een pasgeboren kind een sterk verlaagde T4 en sterk verhoogde TSH concentratie heeft?

A

Onmiddelijk behandelen met T4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waardoor kan een kind een sterk verlaagde T4 concentratie hebben bij een normale TSH?

A

Door een TBG deficientie (bevestigen door TBG bepaling) of door een secundaire/tertiaire hypothyreoidie

17
Q

Wat gebeurt er bij een defecte foetale schildklier?

A

De foetus blijft voorzien van moederlijk schildklierhormoon, dit leidt niet tot ernstige gevolgen voor de ontwikkeling

18
Q

Waar kan jodiumgebrek tot leiden?

A

Tot een blijvende stoornis in de ontwikkeling van de hersenen doordat de hersenen onvoldoende aanbod van T4 krijgen waardoor de lokale T3 concentratie in de hersenen te laag wordt.

19
Q

Wat zijn CHT symptomen?

A

Geelzucht, slechte eetlust, verstopping en veel slapen

20
Q

Wat zijn CHT symptomen van een opgroeiend kind?

A

Struma, mentale/motorische retardatie en groeiachterstand

21
Q

Welke klachten horen bij een hyperthyreoidie?

A
  • Vermoeidheid
  • Warmte intolerantie
  • Warme vochtige huid
  • Snelle pols
  • Gewichtsafname (afbraak cholesterol geremd; daling plasma cholesterol)
  • Hartkloppingen
  • Overmatig transpireren
  • Nervositeit
  • Tremor van de vingers
  • Verkorte achillespeesreflex (stimulatie zenuwgeleiding)
22
Q

Welke klachten horen bij een hypothyreoidie?

A
  • Vermoeidheid
  • Koude intolerantie
  • Koude droge huid
  • Trage pols
  • Gewichtstoename; verhoogde plasma cholesterol en verhoogde kans op atherosclerose (schildklierhormoon stimuleert zowel synthese als afbraak cholesterol; cholesterol afbraak overheerst)
  • Trage spraak
  • Geheugenverlies
  • Depressie
  • Obstipatie
  • Verlengde achillespeesreflex (vertraging zenuwgeleiding)
23
Q

Wat voor effecten heeft schildklierhormoon?

A
  • Stimulerend effect op Ca2+ flux van SR > cytoplasma en andersom.
  • Stimulerend effect op contractiesnelheid, relaxatiesnelheid en het energieverbruik in zowel rust als tijdens arbeid van de spier (relaxatiesnelheid > contractiesnelheid, diastole > systole).
24
Q

Hoe worden ook wel knobbels en bobbels in de schildklier genoemd?

25
Waarover wordt er gesproken bij een struma + toegenomen schildklierhormoonproductie?
Toxisch multinodulair struma
26
Wanneer is er sprake van subklinische hypothyreoidie?
Als serum TSH verhoogd is met een nog normaal serum FT4
27
Hoe onderscheid je een primaire hypothyreoidie van een secundaire hypothyreoidie?
- Bij primair is TSH concentratie verhoogd - Bij secundair is de TSH concentratie normaal/verlaagd (Primair komt het meest voor)
28
Hoe ontstaan er problemen in de oog bij Graves?
Vetweefsel en oogspieren kunnen ontstoken raken en opzwellen > weefsel meer ruimte in beslag met als gevolg dat de ogen naar voren gedrukt worden.
29
Welke 2 oorzaken kent graves ophtalmopathie met een verminderde gezichtsscherpte?
- Uitpuilende ogen waardoor oogleden het hoornvlies niet meer bedekken > droogt uit en kan beschadigingen oplopen. - Ontsteking van het vetweefsel en ernstige zwelling van oogspieren > oogzenuw in de oogkas bekneld raakt en minder goed gaat functioneren.
30
Waardoor kunnen oogverschijnselen verergeren?
Bij overbehandeling van hyperthyreoidie door ziekte van Graves door verhoging serum TSH.
31
Hoe kan graves ophalmopathie optreden?
Ook schildklier-onafhankelijk.