Week 1: ZO3 ==> epidemie Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van een epidemie?

A

Optreden van een ziekte / andere aan gezondheid gerelateerde gebeurtenis in een bepaalde populatie in een “hogere frequentie dan verwacht”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke stappen zitten er in een uitbraakonderzoek?

A

Vaststellen van de epidemie

Oorzaak vinden

Maatregelen treffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren zijn van belang bij het vaststellen van de epidemie?

A

Frequentie: huidige en achtergrondfrequentie
==> kijk ook of de meldprocedure is veranderd

Casusdefinitie: wat ga je beschouwen als wel / niet ziek?
==> ruime criteria: veel mensen, weinig echt de ziekte
==> nauwe criteria: weinig mensen, veel ook echt de ziekte

Ga altijd uit van epidemie tot het tegendeel bewezen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke informatie is belangrijk bij het vaststellen van de oorzaak van de epidemie?

A

Datum, tijdstip, locatie van ziektegevallen
Meteorologische gegevens
Patiëntgegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe helpen het RR en het 95% CI om de oorzaak van een epidemie waarschijnlijk te maken

A

RR = Ia / I0
==> geeft aan hoeveel groter het risico is (op ziekte) in de blootgestelde groep t.o.v. de controlegroep
==> Ia = risico van mensen in de blootgestelde groep op de ziekte

95% CI
==> is betrouwbaarheidsmaat
==> geeft aan dat er 95% kans is dat de echte waarde (van het RR) ook in het interval zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar moet op worden gelet bij het kiezen van een maatregel bij een epidemie?

A

Kosten van de maatregel vs Kosten van de zorg voor de ziekte (incl. medicatiekosten en kosten bij verzuim van werk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly