Week 2 Flashcards

(74 cards)

1
Q

wat produceert de adenohypofyse?

A

produceert gonadotrope hormonen –> hormonen die invloed hebben op de werking
van gonaden (geslachtsklieren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gonadotropen?

A

Gonadotrope hormonen: zetten de gonaden aan tot de vorming van geslachtshormonen -
Vrouw –> follikelstimulerend hormoon (FSH) + luteïniserend hormoon (LH) -
Man –> interstitiëlecellenstimulerend hormoon (ICSH)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geslachtshormonen?

A

beïnvloeden de ontwikkeling van geslachtscellen en bij de vrouw de
instandhouding en ontwikkeling van de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uit welke 3 fases bestaat de menstruele cyclus?

A
  1. menstruatiefase
    - Ongeveer 5 dagen
    - Treedt op als de eicel niet bevrucht is
    - Wordt in gang gezet zodra het progesterongehalte afneemt, hierdoor treden
    vaatkrampen in de arteriolen in het endometrium op
    - Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten –> bloedverlies via de vagina
  2. proliferatiefase (opbouw fase)
    o 5e – 15e dag van de cyclus
    o Kenmerkt zich door verdikking van het endometrium door groei van het slijmvlies en
    toename van de bloedvatvoorziening
    o Doet het klierweefsel in de borsten iets uitbreiden - - -
    o Wordt gestimuleerd door oestrogeen uit de graaffollikel van de eierstok
    o Eindigt na de ovulatie, als de graaffollikel ontwikkelt tot gele lichaam
    o Ook wel “oestrogene fase”
  3. Secretiefase (afscheidingsfase)
    o 15e – 28e dag
    o Staat onder invloed van oestrogeen en progesteron uit het gele lichaam
    o Kenmerkt zich door opslag van glucose in en sponsachtig opzwellen van het
    endometrium
    o Eindigt met het te gronde gaan van het gele lichaam
    o Ook wel “gestagene fase”

Als er geen bevruchting optreedt, nemen de progesteron- en oestrogeenproductie ongeveer
na de 23e dag van de cyclus sterk af
Vooral daling van de progesteronconcentratie leidt ertoe dat er vaatkramp in de arteriolen
plaatsvindt –> capillairen krijgen geen bloedtoevoer meer en het endometrium sterft af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de ovariele cyclus?

A

Vindt tegelijk met de menstruele cyclus plaats, in een van de eierstokken
Eens in de vier werken wordt een eifollikel rijp, gevolgd door de ovulatie (eisprong)
Wordt gereguleerd door de gonadotrope hormonen uit de adenohypofyse
o Adenohypofyse wordt negatief teruggekoppeld door oestrogeen en progesteron
Oestrogeen beïnvloedt de werking van de adenohypofyse
o Oestrogeen koppelt de hypofysevoorkwab negatief terug wat betreft de vorming van
FSH ==> productie FSH neemt af
o Oestrogeen stimuleert de hypofysevoorkwab om LH af te geven ==> LH bevordert het
rijpingsproces van de eifollikel en vervolgens de ovulatie
LH verandert de graaffollikel na de ovulatie in het corpus luteum à gaat progesteron
produceren ==>negatieve terugkoppeling op de adenohypofyse voor LH ==> LH-productie
neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe werkt de hormonale regulatie van de man?

A

FSH stimuleert de spermatogenese in de zaadbuisjes
Leydigcellen (interstitiële cellen) in de testes produceren onder invloed van ICSH testosteron
Testosteron bevordert en handhaaft de secundaire geslachtskenmerken + stimuleert de
spermatogenese en de werking van zaadblaasjes en prostaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doen de hormonen FSH, LH en ICSH?

A

FSH (Follikelstimulerend hormoon)

Bij vrouwen: Stimuleert de rijping van follikels in de eierstokken en bevordert de productie van oestrogeen.

Bij mannen: Bevordert de productie en rijping van zaadcellen in de testes.

LH (Luteïniserend hormoon)

Bij vrouwen: Zorgt voor de eisprong (ovulatie) en stimuleert daarna de omzetting van de follikel in het corpus luteum, dat progesteron produceert.

Bij mannen: Stimuleert de productie van testosteron door de Leydig-cellen in de testes.

ICSH (Interstitiële-cellen-stimulerend hormoon)

Dit is eigenlijk een andere naam voor LH bij mannen. Het stimuleert de Leydig-cellen in de testes om testosteron te produceren, wat essentieel is voor de ontwikkeling van mannelijke geslachtskenmerken en de productie van zaadcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

embryogenese?

A

embryonale ontwikkeling = de ontwikkeling van het embryo vanaf het eencellige
stadium tot ongeveer 9 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

klievingsdeling?

A

mitose zonder plasmagroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

blastocyte?

A

4-5 dagen oude embryo met vocht gevuld blaasje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is nidatie?

A

innesteling, Gebeurt 6 dagen na de bevruchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tijdens de embryonale ontwikkeling ontstaat het lichaam uit 3 kiembladen:

A
  1. ectoderm, buitenste deel==> huid, delen van het hormonale stelsel, zenuwstelsel en sensorisch stelsel
  2. mesoderm, middelste blad==> circulatiestelsel, urinewegstelsel, delen van hormonale stelsel, motorisch stelsel, voortplantingsstelsel
  3. endotherm, binnenste blad==> spijsverteringsstelsel, ademhalingsstelsel en delen van hormonale stelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hechtsteel?

A

ontwikkelt zich tot navelstreng, die voeding en zuurstof toevoert naar het embryo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke 3 navelstrengbloedvaten zijn er?

A

Vena umbilicalis ==> navelstrengader
Twee arteriae umbilicales ==> navelstrengslagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vruchtwater?

A

werkt als buffer en biedt een goede bescherming tegen schokken, bewegingen van de
moeder en druk van buitenaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dermatomen, myotomen en sclerotomen?

A

huidsegmenten, skeletspiersegmenten, wervelhelften met bijhorende rib

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

foetogenese?

A

foetale ontwikkeling -
Kenmerkt zich door een snelle ontwikkeling van de aangelegde orgaanstelsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welke 3 soorten geboorteliggingen zijn er?

A
  1. Hoofdligging (96%)
  2. Stuitligging (3,5%)
  3. Dwarsligging (0,5%)
    o 3 vormen: rugligging, buikligging en zijligging
    De meest voorkomende ligging is de achterhoofdsligging à wordt bevorderd door de bouw van de
    baarmoeder en de bekkeningang, in combinatie met de bouw van het ongeboren kind.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Uit welk kiemblad ontwikkelt zich het circulatiestelsel?

A

Mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe krijgt de foetus tot de 12e week zijn zuurstof en voedingsstoffen?

A

Via diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de functie van de placenta?

A

Bestaat uit chorionvlokken met een uitgebreid bloedvatennetwerk; moederlijk bloed stroomt hieromheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

In hoeveel lobben is de placenta verdeeld in volgroeide toestand?

A

15-20 lobben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de lengte van de navelstreng?

A

60 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoeveel navelstrengaders en navelstrengslagaders zijn er?
1 navelstrengader en 2 navelstrengslagaders
26
Wat is het foramen ovale?
Opening tussen rechter- en linkerkamer
27
Wat verbindt de ductus arteriosus?
Verbinding tussen a. pulmonalis en de aorta
28
Wat gebeurt er met het foramen ovale en de ductus arteriosus na de geboorte?
Ze sluiten zich en scheiden de kleine en grote circulatie
29
Wanneer wordt de thymus aangelegd?
In de 5e week
30
Wat voorkomt de thymus?
Dat embryonale lymfocyten antistoffen tegen lichaamseigen eiwitten produceren
31
Uit welk kiemblad ontwikkelt zich het spijsverteringsstelsel?
Entoderm
32
Wat is de oerdarm?
Het eerste stadium van het spijsverteringsstelsel
33
Welke delen omvat de voordarm?
Slokdarm, maag en twaalfvingerige darm
34
Wat ontstaat er rond de 3e week in het urinewegstelsel?
Een voornier
35
Wat gebeurt er met de gang van Wolff bij vrouwelijke en mannelijke embryo's?
Verdwijnt bij vrouwelijke embryo's, ontwikkelt tot zaadleider bij mannelijke embryo's
36
Wat ontstaat uit het ectoderm?
Huid
37
Wat gebeurt er in de 4e week met de kieuwbogen?
Zes kieuwbogen ontstaan
38
Wat ontwikkelt zich uit de neurale buis?
Het zenuwstelsel
39
Wat begint in de 8e week van de ontwikkeling?
Aanleg van het oor
40
Wat gebeurt er in de 1e maand na de bevruchting met het skelet?
De ontwikkeling van het skelet begint
41
Waaruit ontwikkelen de meeste botten?
Kraakbenige voorstadia
42
Wanneer ontstaan de stamcellen van de geslachtscellen?
Na 4 weken
43
Wat ontwikkelen bij de meisjes vanaf de 7e week?
Eierstokken, eileiders, baarmoeder en vagina
44
Wat gebeurt er met de zaadballen in de 3e maand?
Ze zakken af naar het lieskanaal
45
wat is het eerste duidelijke teken van het uitblijven van de zwangerschap ?
uitblijven van de menstruatie, dit wordt veroorzaakt door het in stand blijven van het corpus luteum onder invloed van het hormoon HCG, gevormd door trofoblastcellen
46
a terme datum?
datum eerste dag laatste menstruatie + 7 dagen + 9 maande
47
welke aanpassingen voeren het circulatiestelsel voor om het kind voldoende voedingsstoffen en zuurstof toe te dienen?
- Vorming van spiraalarteriën in het endometrium waardoor moederlijk bloed tussen de chorionvlokken van de placenta stroomt - Toename hartminuutvolume met 25-50% - Toename bloedvolume met 20-30% - Toename hoeveelheid bloedplasma in verhouding met de bloedcellen --> meestal iets lager Hb-gehalte
48
wat doet het zwangerschapshormoon humaan chorionsomatomammotrofine (HCS) ?
wordt gevormd door de placenta ==> zorgt voor een verhoging van de bloedsuikerspiegel en van de hoeveelheid vrije vetzuren in het bloed + stimuleert de ontwikkeling van het melkklierweefsel
49
wat voor invloed heeft zwangerschap op het spijsverteringsstelsel?
- behoefte aan ijzer, kalk en vitaminen - zwangerschapslusten - afkeer tegen bepaalde etenswaren - obstipatie, vertraagde peristaltiek
50
wat heeft zwangerschap voor invloed op urinewegstelsel?
- meer bloed zuiveren dan normaal - RR kan toenemen, door niet altijd alle zout uit bloed te halen - niet alle glucose wordt terug geresorbeerd--> glucoserie - urine blaas vaak in verdrukking--> zorgt voor vaker plassen
51
wat voor effect heeft zwangerschap op het ademhalingsstelsel?
- verhoogde toevoer zuurstof naar moederlijk bloed - zuurstofverbruik neemt 20-30% toe - ademminuutvolume wordt met 40% verhoogd - ademfrequentie neemt toe bij inspanning
52
invloed zwangerschap op huid?
- donkerder worden tepelhof - groter worden van tepel - strae -toegenomen pigmentatie van gezicht
53
wat zijn belangrijke zwangerschapshormonen? (3)
HCG à meteen na de innesteling door trofoblastcellen van het embryo gevormd ==> houdt het corpus luteum in stand o Oestrogeen en progesteron § Worden tijdens de eerste 12 weken geproduceerd door het corpus luteum § Worden tijdens de rest van de zwangerschap geproduceerd door de placenta § Houden het endometrium in de secretiefase in stand en remmen follikelrijping
54
en andere belangrijke hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap?
o Toename van het melanocytenstimulerend hormoon (uit de adenohypofyse) ==> huid wordt op bepaalde plaatsen donkerder o Toename van thyroxine (uit de schildklier) ==> celstofwisseling wordt intensiever o Toename van prolactine (uit de adenohypofyse) ==> ontwikkeling van borstklierweefsel wordt gestimuleerd
55
welke 2 zenuwstelsel hebben geen effect van de zwangerschap?
Zenuwstelsel: geen meetbare veranderingen Sensorisch stelsel: geen fysiologisch of anatomische veranderingen, maar reuk- en smaakzin veranderen bij zwangere vrouwen
56
effect van zwangerschap op motorisch stelsel?
- - Versterkte lumbale lordose ==> door extra gewicht aan de voorkant van het lichaam Verweking van de ligamenten van de lage wervelkolom en de bekkengordel o Beweeglijkheid van de bekkenverbindingen neemt toe ==> gunstig voor baring o Instabiliteit van gewrichten kan optreden ==> pijn in bekken, onderbuik en benen Soms ’s nachts spierkrampen, vooral in kuitspieren als gevolg van de belemmerde bloedtoevoer naar de benen door de vergrote baarmoeder
57
wat voor effect heeft het voortplantingsstelsel?
- teken van chadwick==> kleurverandering van roze naar blauwrood van kleine schaamlippen, vaginawand en portio - vorming van slijmprop in de baarmoedermond==> antibacteriele werking - groei van baarmoeder en borsten
58
waar vind conceptie plaats?
in de wijste deel of trechter deel van de eileider (tuba)
59
wat doet het HCG hormoon?
HCG heeft hetzelfde effect als LH op het corpus luteum van de moeder. Dit blijft dan progestagenen produceren, zodat het endometrium geschikt blijft en glad spierweefsel verslapt. Na ongeveer drie maanden neemt de placenta de hormoonproductie over van het corpus luteum.
60
embryonale fase en foetale fase?
Embryonale fase - - Eerste 10 weken na conceptie: embryo ontstaat met alle organen erin Eerste drie maanden zijn het meest kritiek, omdat dan misvorming van grote structuren kan ontstaan Foetale fase - - - - Vanaf de 3e maand groeit de foetus vooral Groei van de foetus is in te schatten door de fundushoogte (bovenste deel baarmoeder) te voelen Positieve discongruentie = dat de fundus hoger gevoeld wordt dan verwacht/berekend o Meerlingen, molagraviditeit (vlokkenzwangerschap) en polyhydramnion (te veel vruchtwater) Negatieve discongruentie = dat de fundus lager wordt gevoeld dan verwacht/berekend o Foetale groeivertraging door chromosomale afwijkingen, infecties, intoxicaties, placentaire doorbloedingsproblemen of oligohydramnion (te weinig vruchtwater)
61
mid pregnancy drop?
Mid pregnancy drop = een bloeddrukdaling in het middelste trimester - Daarna stijgt het circulerend volume zo, dat de RR weer normaliseert in het 3e trimester
62
relaxine?
een hormoon dat de gewrichten beweeglijker maakt om passage van de foetus te bevorderen
63
a terme, prematuur en serotien?
À terme = normale zwangerschap ==> 37-42 weken Prematuur = als het kind eerder komt Serotien = zwangerschap langer dan 42 weken
64
geboorte kan zich op 3 manieren aankondingen?
Partus (geboorte) kan zich op 3 manieren aankondigen 1. Regelmatige in kracht toenemende weeën 2. Vruchtwaterverlies 3. Slijmprop met een spoortje bloed
65
voorwaarden voor krachtige weeën?
1. Lege blaas 2. Barende voelt zich veilig 3. Geen uitgeputte aanstaande moeder
66
volledige ontsluiting?
als de cervix 10cm geopend is
67
Als de navelstreng rond de nek zit, zijn er drie manieren om zo’n omstrengeling op te lossen:
1. Lus over het hoofd halen 2. Kind door lus geboren laten worden 3. Doorknippen tussen twee klemmen
68
handgreep van Bracht?
wordt toegepast bij een stuitbevalling
69
Na de geboorte wordt gelet op rupturen (inscheuren) en episiotomie (knip) (3)
Eerstegraadsruptuur: huid en vaginawand ingescheurd ==> genezen spontaan Tweedegraadsruptuur: ook spieren gescheurd, maar anussfincter is gespaard ==> paar hechtingen Derdegraadsruptuur: ook sfincter ani ingescheurd ==> geopereerd door gynaecoloog om incontinentie te voorkomen
70
zwangerschapshypertensie?
Zwangerschapshypertensie: wordt vastgesteld als de bloeddruk na de 20e week 2x hoger wordt dan 90 mmHg of 1x hoger dan 110 mmHg diastolisch - Verder geen klachten en de tensie normaliseert na de zwangerschap - Hoge bloeddruk vóór de zwangerschap of vóór de 20e week, dan sprake van chronische hypertensie
71
pre-eclampsie?
hypertensie en proteïnurie (meer dan 300mg/24 uur) - RR boven de 90 mmHg diastolisch en/of 160 mmHg systolisch + hoeveelheid eiwit in de urine - - Ook een eiwit-creatinineratio van > 35 mg/mmol bij een hypertensieve zwangere is genoeg om de diagnose te stellen Klachten zoals hoofdpijn en buikpijn door oedeem van hersenen en lever
72
HELLP?
hemolyse (extra bloedafbraak) elevated liverenzymes (gestegen leverenzymen) low platelets (minder bloedplaatjes) Wordt vastgesteld als LDH stijgt Daling van Hb met een stijging van bilirubine past ook bij hemolyse Verhoogd asat en alat in bloed ==> leverschade Low platelets is aangetoond als het trombocytenaantal is afgenomen
73
verschijnselen van pre-eclampsie, HELLP en eclampsie? en behandeling?
- - Pre-eclampsie ==> hoofdpijn, zien van sterretjes, snoerende pijn boven in de buik en tintelende vingers + oedeem over het hele lichaam o Intracraniële drukverhoging kan leiden tot hoofdpijn, braken, bewustzijnsverlies en insulten/convulsies Eclampsie ==> bewustzijnsverlies, symmetrische krampen en schokken met urineverlies gevolgd door een slappe fase HELLP ==> snoerende pijn boven in de buik door leverschade o Verlaagde aantal trombocyten + hoge RR kan leiden tot (hersen)bloedingen beleid: Vaatverwijdende antihypertensiva ==> zwangerschapshypertensie, pre-eclampsie en HELLP o Kunnen hoofdpijn en reflextachycardie veroorzaken Magnesiumsulfaat ==> ter voorkoming van eclampsie Corticosteroïden à bij een nog onrijp kind en mogelijke vroeggeboorte à om de longrijping te bevorderen Meeste effectieve therapie bij zwangerschapshypertensie, pre-eclampsie en HELLP ==> kind en placenta eruit Verschijnselen van pre-eclampsie en HELLP verdwijnen binnen 48 uur na de bevalling
74