Week 3 Flashcards

(19 cards)

1
Q

wat zijn harde buiken?

A

‘Harde buiken’ = sterke contracties van de spieren in het myometrium van de baarmoeder
die goed voelbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat remt de contracties af zodat het kind niet te vroeg geboren wordt?

A

hoge concentratie progesteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer vind de indaling plaats?

A

Rond de 36e week vindt de indaling plaats à hoofdje ligt aan het begin van de bekkeningang
Samenspel tussen oestrogeen, oxytocine en bepaalde weefselhormonen uit de placenta leidt
tot de bevalling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doet oestrogeen bij de bevalling?

A

maakt de uteruswand prikkelbaar voor oxytocine, wat er voor zorgt:
o Verhoging van de oxytocinespiegel in het bloed van de moeder leidt tot krachtige
contracties van de uteruswand en tot de afgifte van prostaglandines door de
placenta
o Prostaglandines versterken de contracties
o In reactie op lichamelijke en emotionele stress komen er meer oxytocine en
prostaglandines vrij à positieve terugkoppeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uit welke 3 fasen bestaat bevalling?

A

1, ontsluiting–>
het proces dat het baringskanaal geschikt maakt voor de passage van het kind -
Baringskanaal = de weg die het kind tijdens de geboorte in het bekken van de moeder aflegt
o Gevormd door het benige bekken met daarbinnen weke delen; baarmoederhals,
bekkenbodem en vagina - - - - -
Wordt veroorzaakt door contracties van de uterus à ontsluitingsweeën
o Volgen elkaar op met tussenpozen van 20-30 minuten à neemt toe tot uiteindelijk
eens in de 2-3 minuten
o Duur van een contractie neemt ook tie, tot wel 1 minuut
Wordt bevorderd doordat voor het hoofdje een wigvormige uitstulping van de vruchtvliezen
gevormd is, de vruchtzak
o Deze drukt de baarmoederhals, bekkenbodem en vagina open
Verstrijken = het stukje bij beetje openen van de portio (baarmoedermond)
Wanneer de portio volledig is verstreken en de uitwendige opening van het kanaal verbreed
is tot ongeveer 10 cm doorsnede, wordt gesproken van volledige ontsluiting
Duurt bij een eerste bevalling gemiddeld 14-16 uur, bij een volgende bevalling gemiddeld 6-8
uur

  1. uitdrijving
    kind wordt via het baringskanaal naar buiten gedreven -
    Vrouw ervaart persdrang - -
    Wordt bevorderd door in het ritme van de contracties mee te persen ==> persweeën
    Duur varieert sterk ==> kan in een paar minuten gebeurd zijn, maar kan ook uren duren
  2. nageboorte
    - duurt gemiddeld 20 min, placenta wordt uitgedreven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

moulage ?

A

het over elkaar heen gaan van de hoofdbeentjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

periode van zwangerschap?

A

0 - ≤ 16 weken = abortus
o > 16 - ≤ 24 weken = partus immaturus
o > 24 - ≤ 37 weken = partus prematurus
o > 37 - ≤ 42 weken = partus à terme
o > 42 weken = partus serotinus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 fases van partus?

A
  1. Ontsluitingstijdperk
    o Volkomen ontsluiting (VO)
  2. Uitdrijvingstijdperk
    o Geboorte kind
  3. Nageboortetijdperk
    o Geboorte placenta + vliezen
  4. Postplacentaire tijdperk
    o Twee uur daarna
    o Baarmoeder moet weer hard worden
    o Conditie moeder en kind blijven controleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

POVIAS?

A

voortgangsonderzoek door arts/verloskundige

= Portio, Ontsluiting, Vliezen, Indaling, Aard (voorliggend deel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer kan een geplande keizersnede worden toegepast?

A

Als het kind te groot is
Als het kind niet goed ligt
Te smalle bekkenbodem
Voorgaande zwangerschap met complicaties
Tweeling/drieling
Angst
Eerdere keizersnede
Als het kind slecht groeit en de bevalling niet aan kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

meconiumhoudend vruchtwater?

A

groen/bruin -
Aanwijzing voor foetale stress, belangrijke risicofactor voor complicaties zoals infecties en
ademhalingsproblemen na de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

inwendige en uitwendige spildraai?

A

Inwendige spildraai vindt plaats wanneer het hoofdje zich tussen de symfyse en de stuit
bevindt en de bekkenuitgang bereikt is
(voor geboorte)
Uitwendige spildraai is de tweede spildraai door de schouders
De schedelbeenderen van het kind kunnen door de aanwezigheid van de fontanellen een
beetje meegeven
(na geboorte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er met de post-natale bloedcirculatie?

A
  • koolstofdioxide stijgt in het bloed, waardoor het niet meer naar placenta wordt afgevoerd
  • binnen een uur worden de verbinding tussen longslagader en aorta afgesloten en de verbinding tussen onderste holle ader en navelstreng
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de apgarscore?

A

Wordt twee keer bepaald ==> meteen na de geboorte en 5 minuten later
Vijf factoren: hartfrequentie, ademhaling, spierspanning, reactie op prikkels en doorbloeding
aan de hand van de kleur van de huid
Normale, gezonde pasgeborene heeft direct na de geboorte een score van minstens 7 en na
5 minuten een score van 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fluxus post partum?

A

Fluxus post partum = meer dan 1L bloedverlies na een vaginale bevalling

Baarmoeder kan door contractie van het myometrium (samentrekken van de spierlaag) het
bloedverlies beperken

Van belang dat de vorm van het cavum uteri zo is, dat het endometrium tegen dat aan de
andere kant drukt

Overrekking van de spieren, abnormale vorm en achtergebleven placenta(delen) verstoren
deze natuurlijke bloedstelping

Vertraagde stolling en rupturen van cervix, vagina of perineum kunnen leiden tot een fluxus
post partum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is uterusatonie en waar komt het vaak bij voor?

A

zwakke contractie van de baarmoeder.
Macrosomie (groot kind) - - - -
Meerlingen
Polyhydramnion (veel vruchtwater)
Placentarest
Volle blaas

17
Q

aanhoudend bloedverlies kan ook komen door ?

A

hemostaseproblemen, zoals :

Trombocytopenie (bij HELLP)

Verbruik van stollingsfactoren (bij bloeding of sepsis)

18
Q

verschijnselen, complicaties shock, onderzoek, eerste hulp en behandeling fluxus post partum?

A

verschijnselen:
- bloedverlies >1 liter
- snelle ademhaling, pols, zweten en onrust

complicaties shock:
- organen weinig zuurstof
- MOF kan optreden
- syndroom van Sheehan, hypofyse uitval door shock
- secundaire amenorroe–> minder FSH. LH
- minder TSH en T3/T4
- moeheid

lichamelijk onderzoek:
- Lichamelijk onderzoek ==> fors vaginaal bloedverlies, vlakke halsvenen bij een liggende
patiënte en een koude bleke huid maken een fluxus post partum waarschijnlijk

Een wat slappe baarmoeder wijst op uterusatonie

Afwijkingen van elektrolyten en ophoping van afvalstoffen wijzen op nierfunctieverlies

eerste hulp:
- Bij verdenking op shock ==> liggen met de benen omhoog
o Halfzittende houding is beter, wanneer liggen leidt tot ademhalingsproblemen
Patiënte met fluxus post partum mag niets drinken
Toedekken in een warme omgeving
Kind aan de borst leggen om de oxytocineafgifte te bevorderen
Patiënte stimuleren om te plassen

professionele behandeling:
- Stop eerst de bloeding
ABC ==> ademhaling, bloedsomloop vullen, contractie
- Infuus aanleggen, want vocht in de bloedsomloop nodig
-Bij fors bloedverlies infusie van erytrocyten nodig