Week 4 Flashcards

(32 cards)

1
Q

levensfasen van de mens?

A

Embryo = conceptie – geboorte
Neonaat = 1 – 28 dag
Zuigeling = 1 – 364 dag
Peuter = 1 – 3/4 jaar
Kleuter = 3/4 - 6 jaar
Schoolkind = 6 – 12 jaar
Adolescent = 12 – 18 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat doet de hielprik en wat zijn hier voorbeelden van (4)?

A
  • opsporing van stofwisselingsziektes in de eerste week
    Taaislijmziekte (CF)
    § Longen + maagdarmstelsel hebben veel last ervan ==> makkelijk ontstaan van
    infecties
    § Oplossing: medicatie

o Fenylketonurie (PKU)
§ Stapeling van fenylalanine
§ Oplossing: dieet waar dat aminozuur niet/heel weinig in zit

o Sikkelcelziekte (SZ)
§ Komt in NL niet veel voor

o Congenitale hypothyreoïdie (CH)
§ Slechtwerkende schildklier vanaf de geboorte
§ Oplossing: medicatie met schildklierhormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ontwikkeling orgaanstelsels kind?

A

Circulatie ==> afname hartfrequentie
Spijsvertering ==> van melkgebit naar volwassengebit
Ademhaling ==> afname ademfrequentie, spreken
Huid ==> relatief minder huid per volume
Hormonen ==> groeihormoon en schildklierhormonen
Zenuwstelsel ==> meer verbindingen
Sensorisch à gewenning smaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

enuresis?

A
  • zindelijkheid
  • begint voor het 2e en eindigt voor de 5de verjaardag
  • definitie: > 2 week bedplassen bij 5-jarig
    >1 maand bij een 7-jarige
  • geen onderliggende urinewegproblemen
  • gevolgen ouder worden: schaamte, pesten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

behandeling enuresis?

A

Algemeen
o Motivatie, goed contact, plassen-rust-plassen
o Geen fris, energiedrank en ijsthee voor het slapen - Plaswekker à als je nat wordt gaat de wekker en dat is het signaal dat je moet plassen
o Meest effectief (na paar werken)
o Drang en prikkel, zoals wekker - Medicatie
o Bij 70% effectief, maar recidieven komen vaker voor
o Desmopressine 0,1 of 0,2 mg 1 uur voor het slapen
o Goed uitplassen voor het slapen - Combinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ziekte van kinderleeftijd?

A
  • Genetisch ==> CF, syndroom van Down, M. Duchenne
  • Metabool ==> PKU, stofwisselingsziekten
  • Allergisch ==> eczeem, astma, rhinitis
  • Auto-immuun ==> DM type 1
    -Infecties/afweer
  • Epilepsie
  • Oncologie ==> acute lymfatische leukemie & hersentumor
  • Psychiatrie ==> autisme, ADHD, anorexia nervosa
  • Zeldzame ziekten
  • Syndromen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de hielprik voor type preventie?

A

secundaire preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

groepsimmuniteit?

A

een vorm van indirecte bescherming tegen infectieziektes die wordt bereikt
doordat een groot deel van een populatie immuun is voor een infectie en deze zich niet of moeilijk
kan verspreiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke prik krijgt de moeder tijdens de 22e week van de zwangerschap?

A

moeder krijgt kinkhoest prik ==> maakt immunoglobulinen
aan ==> baby krijgt ze ook via de placenta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke 3 componenten van de levensloop zijn er?

A

Drie componenten levensloop: groeien, rijpen en leren
Op elk moment van je leven is sprake van minstens een van de drie componenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

groei?

A

de toename in afmeting (lengte, breedte en volume
- kwantitatief begrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

differentiatie en specialisatie?

A

Differentiatie = dat bepaalde groepen cellen zich in bouw gaan onderscheiden van andere groepen
cellen
Specialisatie = het vermogen van de cel om zich toe te leggen op een specifieke functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rijping?

A

het bereiken van volle wasdom

Kan betrekking hebben op cellen en weefsels, maar ook op organen, orgaanstelsels en op het
hele individu
Kwalitatief begrip
Mate van rijping zegt iets over de hoedanigheid van het functioneren, over de efficiëntie
waarmee cellen, organen, orgaanstelsels of het individu hun taak of taken uitoefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

leren?

A

het zich eigen maken van kennis en vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

endogene en exogene factoren?

A

Endogene factoren = binnen de mens zelf gelegen
- Erfelijke aanleg en hormonale regeling
- Hormonen die een belangrijke rol spelen tijdens de ontwikkeling zijn het groeihormoon, het
schildklierhormoon en de geslachtshormonen

Exogene factoren = sociale, culturele, economische en milieuomstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fysiologische leeftijd?

A

de leeftijd die het individu in biologische zin heeft -

Te bepalen door de skeletleeftijd (botleeftijd) vast te stellen

17
Q

8 fases van de levensfases?

A
  1. Neonatale fase
    o Eerste 4 weken
    o Aanpassing aan de grote veranderingen die opgetreden zijn door de geboorte
  2. Zuigelingfase
    o Babytijd ==> 0-1 jaar
    o Hulpeloosheid en volledige afhankelijkheid
    o Ontwikkeling van zintuiglijke gewaarwordingen
  3. Peuterfase
    o 1-3 jaar
    o Streven van het kind naar autonomie en taalontwikkeling
  4. Kleuterfase
    o 3-6 jaar
    o Initiatief staat centraal
    o Spelen, onderzoeken en ondernemen
  5. Fase van het schoolkind
    o 6-12 jaar
    o Constructieve instelling ==> competitief en groepsgericht
    o Leer- en sociale ontwikkeling staan centraal
  6. Adolescentiefase
    o 12-20 jaar
    o Puberteitsfase van 12-16 jaar ==> seksuele ontwikkeling
  7. Volwassenheid
    o 20-60 jaar
  8. Fase van de ouderdom
    o 70-dood
    o Zichtbare veroudering van weefsels en organen
18
Q

vergrijzing en dubbele vergrijzing?

A

Vergrijzing = het aantal ouderen in de totale bevolking neemt toe
Dubbele vergrijzing = het aantal 80-plussers binnen de groep 65-plussers neemt toe

19
Q

de hartfrequentie van kind en peuter en adolescentie?

A

peuter/kleuter= 80 slagen/minuut
adolescentie= 70-75 slagen/minuut

20
Q

veranderingen na 25 ste levensjaar van circulatiestelsel?

A

De sterkte van de hartwand neemt af
o Het slagvolume neemt af
o De elasticiteit van de vaatwanden van met name de slagaders wordt minder
(verstijving van de slagaders), waardoor de bloeddruk stijgt
o Er ontstaat bloedvatvernauwing door plaquevorming (arteriosclerose) en dat treedt
bij iedereen in zekere mate op

21
Q

verouderingsverschijnselen van circulatiestelsel?

A

Minder functioneren van het hartprikkelgeleidingssysteem
o Afname van de hartcapaciteit
o In kwaliteit afnemen van de hartkleppen
o Minder effectief zijn van het immuunsysteem

22
Q

colostrum (biest)= ?

A

de allereerste melk die de moeder na de bevalling produceert
o Bevat veel eiwitten, fosfolipiden, albumine, natriumchloride en vitamine A
o Heeft een licht laxerende werking, om de eerste ontlasting van de baby te stimuleren

23
Q

chymase?

A

De maagwand van de zuigeling vormt chymase, een enzym dat de melk stremt ==> eiwitten
blijven langer in de maag ==> komt de vertering ten goede

24
Q

meconium?

A

de eerste ontlasting van de pasgeborene
o Is een reukloze taaie, donkergroene tot zwarte substantie
o Bestaat uit ingedikte vruchtwaterresten, spijsverteringssappen, darmslijm,
darmcellen en gal

25
zindelijk worden?
Zindelijk worden = het proces van het onder controle krijgen van de buitenste kringspier van zowel de anus als de blaas
26
verouderingsverschijnselen urinewegstelsel?
De elasticiteit van de blaas neemt af à vaker plassen + kracht van urinelozing neemt af o Neiging tot het verkrijgen van een negatieve vochtbalans o Frequenter moeten plassen o Incontinentie voor urine
27
groeihormoon?
Groeihormoon o Continu gevormd in de adenohypofyse o Is in bepaalde concentratie, kenmerkend voor de ontwikkelingsfase, in het bloed aanwezig o Is in de kinderjaren verantwoordelijk voor de lengtegroei, doordat het kraakbeengroei in de groeischijven van de pijpbeenderen stimuleert o Is samen met geslachtshormonen verantwoordelijk voor de groeispurt tijdens de puberteit o Speelt in de volwassenheid een rol bij de stofwisseling en het weefselherstel
28
schildklierhormoon?
Schildklierhormonen o Worden continu in bepaalde mate geproduceerd o Nodig voor de gorei en ontwikkeling tijdens de kinderjaren o Stimuleren in het hele lichaam de celstofwisseling en de celgroei, ook op latere leeftijd
29
sensorisch stelsel bij pasgeborene?
Reukzin o Bij een pasgeborene goed ontwikkelt o Neemt tijdens de ontwikkeling tot volwassenheid niet veel toe Smaakzin o Pasgeborene heeft voorkeur voor zoet Tastzin o Bij pasgeborene volledig aanwezig ==> vormt de belangrijkste schakel in het contact met de omgeving Pijnzin o Is tijdens de eerste levensdagen nog niet volledig ontwikkeld, waarschijnlijk helpt dit de pasgeborene de traumatische gebeurtenis van de geboorte te doorstaan Zien o Pasgeborene kan licht en donker onderscheiden o Zuigeling kan een bewegend object met zijn ogen volgen o Rond 4 maanden kan baby accommoderen, maar kan in de verte niet scherp zien Horen o Foetus kan in de baarmoeder al horen o Gehoor van jonge mensen heeft een frequentiebereik van 20-20.000 Hz o Met het ouder worden neemt de soepelheid van de basaalmembraan af, waardoor ouderen vooral hoge tonen niet goed meer kunnen horen o Ouderen hebben een frequentiebereik van 50-8000 Hz Evenwichtszin o Evenwicht bewaren ontwikkelt zich in de peuterfase o In de ouderdom verslechtert het enigszins Verouderingsverschijnselen van het sensorisch stelsel o Algemene achteruitgang van zintuigfuncties o Ouderdomsdoofheid o Ouderdomsverziendheid (leesbril nodig) o Ooglensvertroebeling (cataract)
30
hoe verloopt de motorische ontwikkeling tijdens het eerste jaar?
hoofd opheffen--> hoofd rechtop houden--> van buik naar rug rollen--> van rug naar buik rollen --> zitten --> staan
31
verouderingsverschijnselen van motorisch stelsel?
Afname van botmassa ==> osteopenie o Broos worden van de botten o Afname van de spiermassa ==> sarcopenie o Gewrichtsslijtage ==> artrose
32