Week 5 - Professionals Flashcards
(17 cards)
Wat is professionele autonomie?
(op welke levels kan het betrekking hebben?
Autonomie kan betrekking hebben op het individu, maar ook op de groep.
Individu:
zelfbeschikking van het individu; zelf bepalen wat je doet. Het zelf maken van beslissingen. Zonder bemoeienis van buitenaf kunnen handelen.
Voorbeeld groep:
groep bepaalt welke training hebben we nodig?
Autonomie kan door de groep weggehaald worden.
Een organisatie kan dat niet.
Een ziekenhuis kan je wel ontslaan maar niet zeggen, je bent geen dokter meer. De professie kan dat wel.
Welke twee eigenschappen kent autonomie?
- Liberty – onafhankelijk van controlerende invloeden van buitenaf.
- Agency – er wordt van je verwacht dat je dingen zelf uitvoert
Welke verschillende soorten autonomie zijn er?
- Politieke autonomie => politieke beslissingen
- Economische autonomie => beslissen over je eigen ‘fees’/verdiensten,
-Klinische autonomie => practice you have
* gefocused op het proces => hoe is het proces van zorg georganiseerd?
* gefocused op de inhoud (professional discretion) => welke zorg lever je?
Welke verschillende perspectieven zijn er op professionalisme?
- A list of traits and behaviours
- As a role played in society (functionalism)
- As a social construction
- As means and affect of social control (critical studies)
Wat kan je zeggen over professionalisme als een ‘list of traits and behaviours’?
Bestaat uit een lijst van karakteristieken(eigenschappen en gedragingen)
Op groepsniveau (professie):
- Zij bepalen de standaard van training; wat heb je nodig om professional te worden?
- Zij bepalen de criteria waar je aan moet voldoen (criteria of competence)
- Ze bepalen de kwaliteitscriteria
- Gedragscode (code of ethic)
- Exclusieve recht om bepaalde taken uit te voeren.
Op individueel niveau:
- Ze hebben gespecialiseerde kennis
- Ze zijn altruïstisch => ze willen doen wat het beste is voor hun patiënt
- Ze hebben reflexivity => ze kunnen reflecteren.
Wat kan je zeggen over professionalisme als een ‘role played in society’ (functionalism)?
Het functioneel zijn voor de samenleving.
Vanuit dit perspectief:
-Hebben professies bepaalde traits omdat ze een functie hebben in de samenleving.
-Ze handelen uit algemeen belang en hebben een unieke rol.
-Trust vs control => moeilijk te controleren omdat ze specifieke (complexe) taken hebben daarom geven we ze vertrouwen.
Wat kan je zeggen over professionalisme als een ‘social construction’?
Focust zich op het perspectief dat professionals zich continue proberen te verdedigen en het vergroten van hun domein (autonomie).
Er ontstaan professional clashes;
Verschillen in over wat zegt evidence?
-Wat is safe practice?
-Wat is kwaliteit?
-Hoe gebruiken we standaard zorgpaden?
-Wat is het belang van teamwork?
Je ziet veel boundary work in healthcare:
Activiteiten die professionals nemen om mensen te overtuigen dat hun perspectief de juiste is.
Wat kan je zeggen over professionalisme als een ‘means and affect of social control (critical studies)’?
Social reality in which institutions are created
Professionalism is een instutition: het heeft educatie, law, allerlei elementen die een sterk effect hebben op de samenleving.
De institutie professionalisme; wat betekent dat voor de samenleving?
Zijn er negatieve consequenties?
Professionals bepalen => wat is ziek wat is niet, wat is zorg en wat is geen zorg.
Dat heeft consequenties.
Over welke onderwerpen wordt gesproken mbt het verliezen van status van professionals?
-Deprofessionalisatie:
het verliezen van unieke eigenschappen van ene professie (autonomie, monopolie, autoriteit)
-Proletarisatie:
Verlies van macht en status
-Post-professionalisme:
Verlies van exclusieve kennis en vaardigheden
Is er sprake van deprofessionalisatie?
- Veel externe regulatie (overheid, managers)
- Steeds meer bureaucratie (paperwork); kan negatief effect hebben op professionalisme
- Steeds meer performance measurements; kost veel tijd (er is control/geen trust =>verlies autonomie)
- Empowerment van klanten; kan positief zijn (SMDM), maar ook negatief (mensen zeggen de dokter wat ze hebben)
- Multidsciplinary team work => minder autonomie voor de dokter, maar het kan wel goed zijn voor een ‘better informed decision’
- Professional control: meer protocollen, kan voelen als een verlies van autonomie. (Belangrijk: professionals kunnen afwijken van protocollen)
Hoe kunnen professionals omgaan met het verliezen van professionele autonomie?
- Compliance
- Co-opting
- Adaptation
- Circumvent
- Resistance
Komt er een einde aan professionalisme?
Veel protocollen, multidisciplinaire teams etc.
- Toch worden de guidelines en indicatoren opgesteld door de professie.
- Professionals kunnen vaak ‘deviaten’
- Professionals werken vaak ‘around the system’, je ziet dat met co-opting, adapting etc.
- Meten heeft consequenties, audits, zorgverzekeraars die invloed hebben => dit heeft een effect.
Verliezen professionals autonomie?
Ja, ze verliezen autonomie (politieke en economische) en een deel van hun klinische autonomie.
Political; in organisaties en samenleving zijn er andere stakeholders die beleid bepalen
Economic; door healthcare insurers die bepalen verdiensten
Clinical; organization of processes (door doktoren en managers) Het bepalen van de behandeling is nog steeds de autonomie van de professional.
Dus: Professional discretion is still in place. En dat is het grootste gedeelte van wat een professional is.
Welke soorten fouten zijn er?
Professional error
System error
Wat kan je zeggen over system error?
Het maken van fouten is menselijk.
We kunnen dit alleen tegengaan door het ‘repareren’ van de organisatie.
Systeem benadering. => Als professionals niet uit zichzelf het goede doen, dan hebben we nieuwe standaarden (protocollen, richtlijnen) nodig. We hebben een blame free environment nodig. Dan kunnen we er van leren. Mensen moeten zich vrij voelen om fouten toe te geven.
Waar ligt de verantwoordelijkheid?
Professional approach kijkt heel erg vanuit eigen perspectief.
Ik ben verantwoordelijk, ik maak de fout.
Vanuit system approach wordt er gekeken naar het systeem.
Hoe hadden we het systeem in moeten richten zodat de fout niet gemaakt had kunnen worden?
Beroep van verpleegkundige wordt steeds complexer. Niet alleen meer wassen, verzorgen van wonden etc. Je ziet meer diversiteit. Verpleegkundigen worden getraind op meerdere niveaus.
Leg de verschillende manieren waarop professionals om kunnen gaan met het verliezen van autonomie uit.
Co-opting:
Ze accepteren de nieuwe strategie, maar de implementatie hiervan wordt wel door de professionals gedaan. Zelf monitoren
Adapting:
Kaders die manager geeft bevallen niet, dus kaders moeten aangepast worden. Het systeem moet passen bij de professionals. bijv: We nemen het over maar we passen de indicatoren aan
Circumventing:
je neemt het doel over, maar niet het instrument. Je hebt zelf een beter instrument om het doel te bereiken. Het idee is goed, maar professionals houden het bij bestaande manier van werken.