Werkw. 7-9 Flashcards
(142 cards)
aggiungere (-ere)
toevoegen
allogiare (-are (iare))
logeren
avere freddo (onregelmatig)
kou hebben
baciare (-are (iare))
kussen
bastare (-are)
volstaan / genoeg zijn
cadere (-ere)
vallen
camminare (-are)
wandelen
corrispondere (-ere)
in overeenstemming zijn
decidere (-ere)
beslissen
diventare (-are)
worden
esistere (-ere)
bestaan
esplorare (-are)
exploreren
essere (onregelmatig)
zijn
fare (onregelmatig)
doen / maken
fare birdwatching (onregelmatig)
vogels bekijken
fare una foto (onregelmatig)
een foto nemen
fare sport invernali (onregelmatig)
wintersporten
fare un giro (onregelmatig)
onderweg zijn / een reis maken
fare una grigliata (onregelmatig)
barbecueën
fumare (-are)
roken
giocare a bocce (-are)
petanque spelen
giocare nella neve (-are)
in de sneeuw spelen
godersi (-ere (wederkerend))
genieten van
ignorare (-are)
negeren