Zinnetjes 4-6 Flashcards

(249 cards)

1
Q

non c’è problema

A

geen probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Senta

A

Hoort u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mi dispiace

A

Het spijt me

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Il cellulare non prende

A

Er is geen gsm-ontvangst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Preferisco una camera grande

A

Ik verkies een grote kamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vivo con Sebastiano, il mio ragazzo

A

Ik woon samen met Sebastiano, mijn vriend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Purtroppo abitiamo in un appartamento piccolo e caro

A

Spijtig genoeg wonen wij in een klein en duur appartement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Venezia non è economica, ma io lavoro qui

A

Venetië is niet goedkoop, maar ik werk hier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Abbiamo una sola stanza: zero spazio

A

We hebben maar één kamer: helemaal geen plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Per fortuna il quartiere è silenzioso, non è in una zona turistica

A

Gelukkig is de buurt rustig, het is niet in een toeristisch gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dormiamo molto bene

A

We slapen heel goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Abito in un vecchio appartamenta in centro

A

Ik woon in een oud appartement in het centrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

La zona è fantastica

A

Het gebied is fantastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mangiare con gli amici è importante a case mia

A

Eten met de vrienden is bij mij thuis belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ho una cucina grande con un tavolo per 12 persone

A

Ik heb een grote keuken met een tafel voor 12 personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vivo con i miei due bambini in un appartemento nuovo ma rumoroso per il traffico

A

Ik woon met mijn twee kinderen in een nieuw appartement maar het is lawaaierig vanwege het verkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

I bambini dormono male, per questo voglio cambiare case.

A

De kinderen slapen slecht, daarom wil ik verhuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

La mia stanza preferita è il terrazzo, adoro le piante

A

Mijn favoriete kamer is het terras, ik hou van planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Prezzo speciale per i clienti al ristorante

A

Speciale prijs voor de klanten van het restaurant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Cucina tipica a base di pesce

A

typische keuken op basis van vis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Tu abiti in una viletta in periferia e io abito in un appartamento in centro

A

Jij woont in een vrijstaand huis aan de rand van de stad en ik woon in een appartement in het centrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

In vacanza preferisci un agriturismo e vuoi essere nella natura

A

Op vakantie geef je de voorkeur aan een agriturismo en wil je in de natuur zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

stanze e mobili

A

kamers en meubels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ci sono fotografo e taxi in hotel

A

Er is een fotograaf en een taxi in het hotel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
animali ammessi
dieren toegelaten
26
in zona
in de buurt
27
prenotare una camera in albergo
een kamer boeken in een hotel
28
una vacanza unica
een enige vakantie
29
una atmosfera mediterranea
een Mediterraanse atmosfeer (sfeer, subjectieve perceptie)
30
uno stile tradizionale
een traditionele stijl
31
colazione internazionale inclusa
internationaal ontbijt inbegrepen
32
una ambiente elegante
een elegante omgeving (fysieke omgeving)
33
per una persona che ama l'arte italiana
voor een persoon die houdt van Italiaanse kunst
34
per una persona che ama mangiare bene
voor een persoon die houdt van goed eten
35
per una persona che ama fare shopping
voor een persoon die houdt van shoppen
36
fotografo in hotel
fotograaf in het hotel
37
lo staff parla lingue straniere
het personeel spreekt vreemde talen
38
wi-fi gratuito
gratis wifi
39
cento euro a notte
honderd euro per nacht
40
lo staff è simpatico, ma parla solo italiano
het personeel is vriendelijk, maar spreekt alleen Italiaans
41
ragazzi, dovete studiare inglese
jongens, jullie moeten Engels studeren
42
posto ideale per le vacanze
ideale plek voor vakanties
43
albergo pulito, camere silenziose
Proper hotel, stille kamers
44
rapporto qualità-prezzo molto buono: 50 euro per una camera matrimoniale
zeer goede prijs-kwaliteit verhouding: 50 euro voor een tweepersoonskamer
45
purtroppo anche in vacanza devo dormire in hotel economici
helaas moet ik zelfs op vakantie in goedkope hotels slapen
46
non ho soldi
ik heb geen geld
47
qui è un disastro
hier is het een ramp
48
una televisione rotta
een kapotte televisie
49
niente wi-fi
geen wifi
50
perché non chiudono questi alberghi vecchi?
waarom sluiten ze die oude hotels niet?
51
consiglio questa sistemazioni
ik raad deze accommodatie aan
52
questo hotel è ideale per dormire, per queste tariffe economiche è perfetto
dit hotel is ideaal om te slapen, voor deze lage tarieven is het perfect
53
preferisco una camera doppia silenziosa
ik verkies een stille tweepersoonskamer
54
per me è importante un letto nuovo
voor mij is een nieuw bed belangrijk
55
in albergo
in het hotel (algemeen)
56
nell'albergo moderno
in het moderne hotel (specifiek)
57
in centro
in het centrum (algemeen)
58
nel centro storico
in het historisch centrum (specifiek)
59
L'Albergo si trova a 100 metri dal mare e offre una cucina regionale. C'è una piscina e un parcheggio e il Wi-Fi è gratuito. La colazione è inclusa nella tariffa. Agli ospiti piace molto l'animazione serale. E infine, anche i cani sono ammessi.
Het hotel bevindt zich op 100 meter van de zee en biedt regionale gerechten aan. Er is een zwembad en een parkeerplaats, en Wi-Fi is gratis. Het ontbijt is inbegrepen in de prijs. Gasten genieten erg van het avondentertainment. En tot slot zijn ook honden toegestaan.
60
per la gente che ama gli animali: i cani sono ammessi
voor de mensen die houden van dieren: honden zijn toegelaten
61
per chi ama…
voor wie houdt van…
62
in che tipo di hotel preferisci passare le vacanze?
in welk type hotel ga jij graag op vakantie?
63
preferisco andara in un hotel elegante in città
ik verkies om te gaan naar een elegant hotel in de stad
64
preferisco gli hotel con spa
ik verkies hotels met een wellness
65
per me è importante avere il wi-fi
voor mij is het belangrijk om wifi te hebben
66
uno stile moderno, tradizionale, elegante
een moderne, traditionele, elegante stijl
67
in periferia
in de buitenwijken
68
fuori città
buiten de stad
69
essere nella natura
in de natuur zijn
70
l'hotel offre diversi servizi come una cucina italiana, una piscina e l'animazione serale
het hotel biedt verschillende diensten aan, zoals een Italiaanse keuken, een zwembad en avondanimatie
71
un letto aggiunto
een extra bed
72
una camera convista sul mare
een kamer met zicht op zee
73
Ci sono giochi i animatori per i bambini
Er zijn spelletjes en animatoren voor de kinderen
74
Buongiorno, vorrei una camera doppia
Goedemorgen, ik zou graag een tweepersoonskamer willen.
75
Buongiorno, per quante notti?
Goedemorgen, voor hoeveel nachten?
76
Per due notti, dal 23 marzo al 25 marzo
Voor twee nachten, van 23 maart tot 25 maart.
77
Vuole la colazione o con mezza pensione?
Wilt u ontbijt of halfpension?
78
Quanto costa la colazione?
Hoeveel kost het ontbijt?
79
Va bene. C'è un parcheggio? E una piscina?
Dat is prima. Is er parkeergelegenheid? En een zwembad?
80
Sì, c'è un parcheggio, ma non c'è una piscina
Ja, er is parkeergelegenheid, maar er is geen zwembad.
81
Ha un documento?
Heeft u een identiteitsbewijs?
82
Ecco la mia carta d'identità
Hier is mijn identiteitskaart.
83
Buongiorno, avete una camera per 3 persone?
Goedemorgen, heeft u een kamer voor 3 personen?
84
Sì, abbiamo una camera matrimoniale con letto aggiunto
Ja, we hebben een tweepersoonskamer met een extra bed.
85
La camera è con bagno?
Heeft de kamer een eigen badkamer?
86
No, la camera è con doccia
Nee, de kamer heeft een douche.
87
C'è un ristorante?
Is er een restaurant?
88
Allora, vorrei prenotare per 3 notti
Oké, ik zou graag voor 3 nachten willen reserveren.
89
A che nome?
Op welke naam?
90
Abbiamo una camera singola conbagno, ma dà sulla strada molto traficata
We hebben een eenpersoonskamer met een eigen badkamer, maar deze kijkt uit op de zeer drukke straat.
91
La doccia è in corridoio
de douche bevindt zich in de gang
92
Ecco la chiave
Hier is de sleutel
93
In quale albergo siete? Siamo all'albergo Mazoni
In welk hotel zijn jullie? We zijn in hotel Mazoni
94
Allora, siete proprio in un posto tranquillo
Dus jullie zijn echt op een rustige plek
95
è nella zona pedonale, ma è piuttosto rumoroso
Het is in het voetgangersgebied, maar het is behoorlijk lawaaierig.
96
senti, hai da fare stasera
luister, heb je plannen voor vanavond?
97
Vengo all'albergo e poi andiamo a cena insieme, va bene?
Ik kom naar het hotel en dan gaan we samen uit eten, oké?
98
Vorrei prenotare una camera per due notti
Ik wil graag een kamer reserveren voor 2 nachten
99
al quinto piano
op de vijfde verdieping
100
Romeo vuole uscire, ma non può
Romeo wil naar buiten gaan, maar kan niet
101
Sono sicurissimo
Ik ben heel zeker
102
Deve fare la pipi?
Moet hij pipi doen?
103
Sempre la stessa storia
Altijd hetzelfde verhaal
104
gli alberghi economici
de goedkope hotels
105
in un agriturismo puoi dormire nel silenzio della natura e mangiare prodotti biologici come frutta fresca e verdure di stagione
In een agriturismo kun je slapen in de stilte van de natuur en biologische producten eten zoals vers fruit en seizoensgroenten
106
Molti agriturismi hanno una piscina e qualcuno ha anche una spa
Veel agriturismo's hebben een zwembad en sommige hebben ook een spa
107
non faccio mai la colazione
ik ontbijt nooit
108
a colazione non mangio niente
ik eet niets als ontbijt
109
in albergo non può venire nessuno
niemand kan naar het hotel komen
110
da lunedì a giovedì
van maandag tot donderdag
111
dal primo all' otto aprile
van de eerste tot de achtste april
112
l'aria condizionata funzia male
de airconditioning werkt slecht
113
il nostro hotel si trova a Pescara, sul mare.
ons hotel bevindt zich in Pescara, aan de zee
114
ci sono camere grandi con vista bellissima
er zijn grote kamers met een heel mooi uitzicht
115
Offriamo un parcheggio gratuito, con due stazione di ricarica
we bieden een gratis parking aan met twee laadstations
116
I prodotti in restorante non sone freschi e il caffè a il sapore di pesce
de produkten in het restaurant zijn niet vers en de koffie smaakt naar vis
117
Ce l'avete fatta
Jullie hebben het gedaan
118
Senta, ho un problema
luister, ik heb een probleem
119
Può venire qualcuno?
Kan er iemand langskomen?
120
Oggi non può venire nessuno
Vandaag kan er niemand komen
121
un'altra cosa: il cellulare non prende… e non funziona neanche il wi-fi
iets anders: mijn gsm heeft geen bereik en de wifi werkt ook niet
122
deve usare il telefono fisso
u moet de vaste telefoon gebruiken
123
comunque non sono sodisfatto
Hoe dan ook, ik ben niet tevreden
124
Voglio cambiare camera: le finestre sono rotte e il letto è scomodo.
Ik wil van kamer veranderen: de versters zijn kaport en het bed is niet comfortabel
125
avete ancora una camera doppia libera
heeft u nog een dubbele kamer vrij?
126
per qualche giorno
voor enkele dagen
127
per alcuni giorni
voor enkele dagen
128
per qualche notte
voor enkele nachten
129
per alcune notti
voor enkele nachten
130
qui non è possibile fare una telefonata
hier is het niet mogelijk om te telefoneren
131
chiudere bene la finestra
de venster goed sluiten
132
non funziona l'aria condizionata
de airco werkt niet
133
non funzionano l'areia condinzionata e il wi-fi
de airco en de wifi werken niet
134
manca una sedia
er mist een stoel
135
mancano due bicchieri
er zijn twee glazen tekort
136
non c'è una finestra
er is geen venster
137
non ci sono asciugamani
er zijn geen handdoeken
138
il televisore e rotto
de televisie is kapot
139
le lenzuola sono sporche
de lakens zijn vuil
140
il divano non è comodo / è scomodo
de sofa is niet comfortabel / is oncomfortabel
141
è possibile avere ancora una sedia?
is het mogelijk om nog een stoel te krijgen?
142
Vorrei avere ancora un letto
ik zou nog een bed willen hebben
143
Ci porta un'altro letto (=ancora un letto)
kan u ons nog een bed brengen?
144
è una esperienza orribile
het is een verschrikkelijke ervaring
145
Perché conviene prenotare in anticipo?
Waarom is het goed om op voorhand te reserveren?
146
Quali due cose sono interessanti da sapere quando prenotiamo
welke twee zaken zijn interessant om te weten wanneer we reserveren?
147
come chiediamo aiuto
hoe vragen we om hulp?
148
potete far venire un tecnico? (form)
kan u een technieker laten komen
149
che cosa pensi di questo?
wat denk je hiervan?
150
dormo molto il weekend
ik slaap veel in het weekend
151
Luisa mangia poco a cena
Luisa eet weinig tijdens het avondeten
152
questo hotel è molto buono
153
questo film è poco interessante
154
parlo inglese molto malo
155
le camere sono piccole
156
gli appartamenti grandi sono cari
157
senta, scusi …
sorry, …
158
ci vuole pazienza per imparare una nuova lingua
Er is geduld nodig om een nieuwe taal te leren
159
Ci vogliono molti soldi per fare un viaggio intorno al mondo
Er is veel geld nodig om een reis om de wereld te maken
160
sul treno
op de trein
161
mi sa dire?
kan u me zeggen?
162
fare il biglietto
een ticket kopen
163
che ore sono? / Che ora è?
hoe laat is het?
164
sono le otto e quaranta
het is twintig voor negen
165
sono me nove meno venti
het is twintig voor negen
166
sono le sette e mezza / mezzo
het is half acht
167
sono le otto e un quarto
het is kwart na acht
168
è l'una
het is één uur
169
a che ora?
om hoe laat?
170
quanto costa
hoeveel kost
171
tra 5 minuti
binnen 5 minuten
172
suonare alla porta
aan de deur bellen
173
niente paura!
geen angst!
174
tutto a posto?
is alles duidelijk?
175
Venezia è rica di storia e di cultura
Venetië is rijk aan geschiedenis en cultuur
176
Ci sono molti palazzi antichi, musei, chiese e ponti storici
Er zijn veel antieke huizen, musea, kerken en historische bruggen
177
A Milano ci sono grattacieli e uffici, ma anche un centro storico
In Milaan zijn er wolkenkrabbers en kantoorgebouwen, maar er is ook een historisch centrum
178
Chi c'è in la banca?
Wie is er in de bank?
179
Che cosa c'è di fronte alla farmacia?
Wat is er tegenover de apotheek?
180
In bocca al lupo! - Crepi (il lupo)
Succes! - Dank u (niet grazie)
181
Per andare in centro, che mezzi posso prendere?
Welke vervoersmiddelen kan ik gebruiken om naar het centrum te gaan?
182
Senta, scusi, c'è un negozio qui vicino?
Excuseer, is er een winkel in de buurt
183
l'edicola è vicino alle stazione
het krantenwinkeltje is dichtbij het station
184
la banca è di fronte all'ufficio postale
de bank is tegenover het postkantoor
185
il supermercato è a sinistra, di fronte alla farmacia
de supermarkt is links, tegenover de apotheek
186
la farmarcia è fra l'edicola e la banca
de apotheek is tussen het krantenwinkeltje en de bank
187
C'è una fermata della metro qui vicino, accanto alla stazione ferroviaria
er is hier een metrostation in de buurt, naast het treinstation
188
di fronte all'ingresso della banca
tegenover de ingang van de bank
189
la cattedrale è nel centro storico
de kathedraal staat in het historisch centrum
190
nel centro storico c'è la cattedrale
in het historisch centrum is er een kathdraal
191
prende la prima a destra
neem de eerste rechts
192
Lei gira a sinistra, prende la seconda a destra e va sempre dritto
U slaat linksaf, neemt de tweede rechts en gaat altijd rechtdoor
193
Quando arriva alla piazza, gira a sinistra e all'incrocio gira a destra
Wanneer u bij het plein aankomt, slaat u linksaf en bij de kruising slaat u rechtsaf
194
Va al semaforo e da lì può prendere l'autobus
Ga naar het verkeerslicht en vanaf daar kunt u de bus nemen
195
dietro l'angelo
achter de hoek
196
ha presente il semaforo, devi prendere la seconda a destra
je hebt het verkeerslicht voor je, dan moet je de tweede rechts nemen
197
scusi, sa dov'è …
Excuseer, weet u waar … is
198
mi sa dire / può dire dov'è
Kan u me zeggen waar … is
199
ci sono poche macchine
er zijn weinig auto's
200
quanto tempo ci vuole per andare da Milano a Palermo in aereo
Hoe lang duurt het om van Milaan naar Palermo te vliegen?
201
Per andare in centro ci vogliono 10 minuti
Het duurt 10 minuten om naar het centrum te gaan
202
la giornata tipo
typische dag
203
la giornata tipica
gewone dag
204
non parla con nessuno
hij spreekt met niemand
205
si occupa dei bambini
hij houdt zich bezig met de kinderen
206
parla con molte / moltissime persone
hij praat met veel mensen
207
non mangio mai
ik eet nooit
208
non faccio mai
ik doe nooit
209
non vedo nessuno
ik zie niemand
210
non mangio niente
ik eet niets
211
dopo colazione
na het ontbijt
212
dopo scuola
na de school
213
prima della colazione
voor het ontbijt
214
tutta la mattina
heel de ochtend
215
alle quatordici
om 14 uur
216
durante la settimana
tijdens de week
217
Di solito durante la settimana mi sveglio alle 8
Door de week word ik meestal om 8 uur wakker
218
Poi faccio colazione con mio marito
Daarna ontbijt ik met mijn man
219
Mangio spesso un panino con prosciutto e bevo sempre un caffè con latte
Ik eet vaak een broodje ham en drink altijd koffie met melk
220
Dopo la colazione mi preparo per il lavoro: mi faccio la doccia e mi vesto
Na het ontbijt maak ik me klaar voor het werk: ik douche en kleed me aan
221
Non mi pettino, perché i capelli sono corti
Ik kam me niet omdat mijn haar kort is
222
Il sabato mi piace pranzare abbondantemente con tutta la famiglia
Op zaterdag geniet ik graag van een stevige lunch met het hele gezin
223
Non guardo mai la TV
ik kijk nooit TV
224
dalle otto alle nove
van 8 uur tot 9 uur
225
Usciamo insieme?
Gaan we samen uit?
226
Andiamo a fare …?
Gaan we … doen?
227
Ti piace andare…?
Wil je naar … gaan?
228
Facciamo qualcosa insieme?
Doen we iets samen?
229
Ti va di uscire?
Lukt het je om uit te gaan?
230
Hai voglia di uscire?
Heb je zin om uit te gaan?
231
Mi dispiace, non posso
Sorry, ik kan niet
232
Ho altri impegni
Ik heb andere verplichtingen
233
Sono molto impegnato / a
ik heb het druk
234
Devo lavorare
Ik moet werken
235
Devo aiutare mia madre
Ik moet mijn moeder helpen
236
Sono stanco / a
Ik ben moe
237
Non ho voglia
Ik heb geen zin
238
Non ne ho voglia
Ik heb er geen zin in
239
Facciamo sabato? (informeel)
Zullen we zaterdag gaan?
240
Va bene
OK
241
D'accordo
Eens
242
Con piacere
Met plezier
243
Volentieri
Dat zou ik fijn vinden
244
Perfetto
Perfect
245
Okay
OK
246
Perché no
waarom niet
247
Che ne dici di…
Wat vind je van / wat zeg je van …
248
Come rimaniamo?
Hoe spreken we af?
249
Facciamo / Ci vediamo alle 7 avanti dal bar
Laat ons om 7 uur voor de bar afspreken