ZO week 3 Flashcards
Wat doet een lens?
Een lens breekt lichtstralen en projecteert daarmee een voorwerp op een beeldscherm of fotogevoelig materiaal. Het beeld is alleen scherp als én de afstand tussen voorwerp en lens, én de afstand tussen lens en beeld, én de lenssterkte met elkaar in overeenstemming zijn.
Wat houdt gezichtsscherpte in? Hoe wordt de beeldgrootte bepaald?
Hoe groter de gezichtsscherpte hoe meer details iemand kan zien. Als deze scherpte te “slecht” is voor de situatie kunnen we soms gebruik maken van een loep, een microscoop, een telescoop, of een bril. Of wij iets kunnen zien (onderscheiden) hangt primair af van de afmeting van de afbeelding op ons netvlies, de beeldgrootte dus. De afmeting van het beeld van een voorwerp op het netvlies hangt natuurlijk af van de grootte van het voorwerp, maar ook van de afstand tussen voorwerp en oog. Als een voorwerp twee keer zo ver weg staat wordt deze twee keer zo klein afgebeeld. Het is daarom nuttig om de grootte van een voorwerp niet in meters uit te drukken, maar in beeldhoeken. Twee voorwerpen met dezelfde beeldhoek hebben dezelfde verhouding tussen grootte en afstand. De voorwerpen worden evengroot afgebeeld op de retina.
hoe kan je voorwerpen met dezelfde beeldhoek toch een andere grootte hebben?
Voor het waarnemen van de grootte maak je niet alleen gebruik van de grootte van de retinale afbeelding, maar ook van allerlei overige informatiebronnen, zoals voorkennis over de grootte van voorwerpen (geheugen), en afstand (diepte perceptie).
Hoe kunnen we het oog accommoderen?
De ooglens is opgehangen aan de zogenaamde zonule-vezels. Deze vezels zijn gespannen tijdens in de verte zien. Activatie van de m. ciliaris leidt tot ontspanning van de zonule-vezels, waardoor de lens boller wordt en de refractieve sterkte toeneemt. Deze aanpassing van de lens noemen we accommodatie. Bij een vaste beeldafstand, zoals het oog, kunnen we met behulp van deze aanpassing een voorwerp scherp af beelden ook al staat het verder weg en dichterbij. Zoals je nu weet, drukken we de sterkte van een lens (D) uit in dioptrie. Het bereik van de ooglens op jonge leeftijd bedraagt ongeveer 14 dpt. Dit bereik neemt wel af met de leeftijd. De (vaste) sterkte van de cornea met traanfilm bedraagt ongeveer 43 dpt.
Wat is myopie?
Myopie, beter bekend als (dicht)bijziendheid, is een aandoening waarbij nabije objecten zichtbaar zijn, terwijl objecten die zich verder weg bevinden wazig worden. Myopie treedt op wanneer de oogbal iets langer is dan normaal. Hierdoor wordt het licht op een punt vóór het netvlies gebundeld in plaats van direct op het oppervlak. In minder voorkomende gevallen is de oorzaak van de bijziendheid een te grote breking door de ooglens of het hoornvlies. Met andere woorden, het minimale refractieve vermogen van een myoop oog is te groot voor de aslengte van het oog, waardoor parallel invallend licht niet scherp op de retina kan worden afgebeeld. Myopie kan gecorrigeerd worden met een divergerende (negatieve) lens
welke regel is er om myopie om het te voorkomen?
Oogfonds adviseert voor kinderen en jongeren de 20-20-2-regel:
- na 20 minuten dichtbij kijken (bijvoorbeeld op telefoon of tablet);
- een pauze van 20 seconden om in de verte te kijken;
- en kom 2 uur buiten per dag
Wat is hypermetropie?
Hypermetropie (verziendheid), komt voor bij een minder groot deel van de bevolking in vergelijking met (dicht)bijziendheid. Het probleem ontstaat doordat het licht op een punt achter het netvlies wordt gebundeld in plaats van direct erop. De oogbal van een verziend persoon is meestal korter dan normaal. Deze aandoening kan echter ook optreden wanneer het brekend vermogen van de lens niet sterk genoeg is. Met andere worden, het maximale refractie vermogen van een hypermetroop oog is te klein voor de aslengte. De lens kan dus niet voldoende accommoderen worden om voorwerpen die dichtbij staan scherp af te beelden. Mensen met hypermetropie hebben vaak last van hoofdpijn door vermoeidheid van de ogen. Hypermetropie kan gecorrigeerd worden met een convergerende (positieve) lens.
wat is astigmatisme?
Astigmatisme (cilindrische afwijking) komt vrij vaak voor, bij 1 op de 3 mensen, meestal in combinatie met myopie of hypermetropie. Het probleem bij astigmatisme is dat de cornea geen perfecte bolvorm heeft. Het oppervlak van het hoornvlies heeft dus niet in elke richting dezelfde kromming, lijkt op een rugbybal en heeft meer een langwerpige (ovale) vorm. Hierdoor wordt het licht afkomstig uit een enkel punt afgebeeld op meerdere punten, en krijg je dus altijd een onscherpe afbeelding. Met andere woorden, de aslengte van het oog is altijd te groot of te klein voor minstens 1 richting. Astigmatisme is te corrigeren door een cilindrische lens die het verschil in kromming in de verschillende richtingen opheft.
Waarom helpt het bij astigmatisme niet om het voorwerp dichterbij of verder weg te houden?
Doordat de brandpuntsafstand niet gelijk is voor alle richtingen wordt het beeld nooit in alle richtingen scherp op de retina geprojecteerd. Dit is onafhankelijk van de afstand waarop het voorwerp staat.
Stel, iemand met astigmatisme kijkt zonder bril of lenzen naar een puntlichtbron en ziet een verticaal streepje. Wat zou hij zonder correctie zien als hij naar een lange verticale streep kijkt? Wat zou hij zien als hij dan naar een lange horizontale streep kijkt?
Een scherpe verticale streep. Het verticale beeld is weliswaar onscherp, maar dat is niet zichtbaar voor een lange verticale streep. Het beeld ziet er dus gewoon uit, als een scherpe verticale streep. De horizontale streep is in verticale richting onscherp. Elke puntje op de streep “smeert zich uit” in verticale richting en wordt dus als vaag gezien.
Wat is presbyopie?
Presbyopie (ouderdomszien) wordt veroorzaakt doordat gedurende het hele leven de ooglens blijft groeien. Hierdoor wordt de lens stugger en komen de zonule-vezels verder op de lens te liggen. Het gevolg is dat het accommodatie vermogen afneemt. De accommodatie amplitude van een oog is de maximale hoeveelheid (in dioptrie) dat een ooglens kan accommoderen. Deze neemt sterk af met de leeftijd. De accommodatie amplitude is omgekeerd evenredig aan de afstand waarop nog scherp kan worden gezien (het nabijheidspunt).
Het is niet altijd nadelig om een refractieve stoornis te hebben. Eén van de besproken stoornissen kan ervoor zorgen dat je minder snel last krijgt van de gevolgen van ouderdomszien (presbyopie). Welke is dat? Onderbouw je antwoord.
Mensen met myopie krijgen vaak pas later (of zelfs helemaal niet) last van presbyopie. Bij myopie is de lens veelal te sterk gekromd bij maximale accommodatie en dat deze maximale accommodatie niet meer bereikt kan worden op hogere leeftijd is dus niet zo erg. Iemand met myopie heeft pas veel later, of nooit, een leesbril (= plusbril) nodig. Het probleem met de gezichtsscherpte veraf blijft natuurlijk gewoon bestaan. Iemand met myopie zet vaak zijn bril af om te lezen, of stapt over op multifocale lensen.
wat is amblyopie?
lui oog
tot welke leeftijd kan je amblyopie behandelen?
door het goede oog af te plakken dit moet voor de leeftijd van 6 jaar
wat zijn de 2 hoofdoorzaken van amblyopie?
- scheelzien 50%
- ongelijke brilsterkte 50%
vaak hebben kinderen beide oorzaken. een zeldzame oorzaak is aangeboren staar (deprivatie amblyopie)
wat is vergentie?
het verleerd zijn van het samensmelten van de twee oogbeelden
wat is anisometropie?
het ene oog heeft meer sterkte nodig dan het andere oog. het beeld van het goede oog is bij een sterke 0 scherp zonder extra te moeten accommoderen, maar het andere oog is dan wazig en wordt amblyoop
wat is de Brückner test?
de pupillen van het oog reflexteren rood vanwege het vaatvlies, de choroidea en donkerrood vanwege het pigment in de fovea. wanneer het ene oog lichter opkleur dan het andere oog, is er een teken voor scheelzien.
wat is het verschil tussen incomitantie en concomitant?
bij concomitant is schilzien in alle blikrichtingen gelijk en bij de andere niet
welke 3 hoofdvormen van concomitant scheelzien zijn er?
- congenitale scheelzienssyndroom
- accommodatief scheelzien
- divergent scheelzien
wat is het congenitale scheelzienssyndroom?
ontstaat het scheelzien vanaf het moment dat kidneren binoculair gaan kijken. dit is rond de 3 maanden na de geboorte. de scheelzienshoek is bij kinderen groot, waardoor ze vrijwel geen diepte kunnen zien. vanaf 3 maanden ontwikkelt zich normaal dieptezien maar door het scheel staan bij deze kinderen niet
hoe ontstaat accommodatief scheelzien?
ontstaat bij kinderen die hypermetroop zijn. normaal gesproken zal iemand die dichtbij kijkt zowel convergeren als accommoderen, deze 2 gaan samen. het kind met een hypermetropie zal extra gaan accommoderen en dus convergent scheel worden.
wat is divergent scheelzien?
dit komt meer bij ouderen voor en dan in landen met veel zonlicht. hierbij gaat een ptn als een paard kijken: rechter oog naar rechts en linker oog naar links.
wat wijst op oogspierverlamming?
bij incomitant scheelzien is er wel sprake van een verschuivende lichtreflex in de pupil als de blikrichting verandert. dit wijst op een oogspierverlamming. de scheelzienshoek neemt toe bij het kijken in de richting van de verlamde spier, meestal de n. abducens. deze zenuw innerveert de m. rectus lateralis.