HC 3 Menstruele Cyclus Flashcards

1
Q

Menstruatie cyclus normaal

A
  • Cyclus: 21-35 dagen
  • Bloedverlies duur: 3-7 dagen
  • Bloedverlies per cyclus: 80 mL
  • Systematiek: patroon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Menstruatie cyclus abnormaal

A
  • Cyclus: oligomenorroe (5 weken - 6 maanden)
  • Bloedverlies duur: Menorragie (> 7 dagen)
  • Bloedverlies per cyclus: Hypermenorroe (100 mL)
  • Systematiek: Metrorragie (onregelmatig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaak bloedverlies

A
  • Baarmoederslijmvlies geeft bloed af van het endometrium
  • Hypothalamus (GnRH) –> hypofyse (FSH en LH) –> eierstok (oestrogeen en progesteron) –> baarmoederslijmvlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cyclische fase

A
  1. Menses: menstruatie
  2. Folliculaire fase: rijping van de eicel (12-14 dagen)
  3. Ovulatie: eisprong
  4. Luteale fase: baarmoederslijmvlies maakt zich klaar (altijd 13-14 dagen)
    - Echo toepassing: folliculaire en luteale fase onderscheiden aan de hand van baarmoederslijmvlies dikte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

GnRH (door hypothalamus)

A

o + secretie hormonen door hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

FSH (door hypofyse)

A

o + groei van follikel in ovaria
o + secretie van oestradiol door ovaria
o + vorming van spermacellen in testes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

LH (door hypofyse)

A

o + ovulatie, vorming en handhaving van gele lichaam
o + secretie van testosteron door testes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Progesteron (door geel lichaam)

A

o + handhaving van en secretie door baarmoederslijmvlies
o + verhoging lichaamstemperatuur
o - FSH en LH-secretie door hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oestrogeen (vrouwelijk geslachtshormonen, door follikel en geel lichaam)

A

o + ontwikkeling van de geslachtsorganen en secundaire geslachtskenmerken
o + groei van het baarmoederslijmvlies
o - FSH-secretie door hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Testosteron (mannelijk geslachtshormoon)

A

o + ontwikkeling van de geslachtorganen en secundaire geslachtskenmerken
o + vorming van spermacellen’
o FSH- en LH secretie door hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

anovulatie

A
  • Uitblijven van de eisprong
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

WHO 1: hypothalamus/hypofyse

A

o Stress, topsport en anorexia
o Cushing: te veel cortisol
o Sheehan: necrose hypofyse
o Remming GnRH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

WHO 2: dysbalans hypofyse-ovarium (meest voorkomend)

A

o PCOS: abnormale ovariam waarbij de eisprong niet kunnen springen
o Overgewicht
o Min of meer normale concentratie van hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

WHO 3: ovariële oorzaak (minst voorkomend)

A

o Verlaagde oestrogeen waardoor de hypofyse veel FSH en LH gaat produceren maar geen effect heeft op de eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Poliep

A

kunnen leiden tot veel bloedverlies
o Benigne zwelling
o Plek: endometrium
o Hysteroscopie: kijken in de baarmoederholte
o Verwijderen is makkelijk en pijnloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Myoom

A
  • grote vleesbal duwt de baarmoeder –> bloedverlies
    o Benigne zwelling
    o Plek: myometrium
    o Submuscosaal: tegen baarmoederwand –> bloedverlies
    o Intramuraal: geen klachten
    o Subserosaal: grote vleesbomen geven veel bloedverlies en mechanische klachten
17
Q

Endometriose/adenomyosis

A

baarmoederslijmvlies achter het spierweefsel –> bloedverlies

18
Q

Maligniteit: kwaadaardige tumor

A
  • Endometriumcarcinoom
  • Cervixcarninoom
  • Incidentele intracavitaire afwijkingen
     Abnormaal uterien bloedverlies leidt tot;
     30-40% intercavitaire afwijkingen
     90% poliepen en submuceuze myomen (< 3cm)
     10% intramurale en submuceuze myomen (> 3cm)
19
Q

Diagnose menstruatie klachten

A
  • Echografie: dikte baarmoederslijmvlies
  • Waterecho (SIS): gel in de baarmoederhals spuiten –> verschil tussen bot en water
  • MRI
20
Q

Behandeling van hevig menstrueel bloedverlies (Niet hormonaal)

A
  • Stolling bevorderend: antifibrinolytica (bijv. tranexaminezuur)
  • Pijnstillend en vaten samenknijpen (minder bloedverlies): prostaglandine remmer
21
Q

Behandeling van hevig menstrueel bloedverlies (hormonaal)

A
  • De pil: onderdrukken eisprong
     Onderdrukking FSH en LH –> follikel wordt geremd/geen ovulatie
     Remming uitrijping endometrium –> slechte condities voor innesteling
     Beïnvloeding cervixslijm –> verminderde doorgankelijkheid van spermatozoa
  • Hormoonspiraal: veiliger dan de pil
22
Q

Behandeling van hevig menstrueel bloedverlies (chirurgisch)

A
  • Hysteroscopisch
  • Embolisatie
  • Myoomenucleatie
  • Uterusextirpatie
  • Endometriumablatie of resectie
     Als de pil of spiraal niet meer werkt
     Wegbranden van de baarmoederholte
     Kinderwens afgesloten
     Baarmoederholte heeft litteken
     Antoconceptie nodig
  • Hysterscopische resectie poliep of myoom
     Kinderwens hoeft niet afgestoten te zijn
  • Embolisatie myomen: katheter via de lies –> afsluiting van de vleesboom vaten –> geen zuurstof –> dood
     Relatieve contra-indicatie bij kinderwens
     In 5 jaar 25% re-interventie