HC 5 Kansrekening

Question 1

• De wet van de grote aantallen

Answer 1

als de steekproef groot is, ligt de proportie in de steekproef dichtbij de kans in de populatie (dus hoe nauwkeuriger –> meer decimalen)

Question 2

Voorwaardelijke kansen

Answer 2

• Voorwaardelijke kans: een proportie in een deelpopulatie
• Statische beschrijving voorbeeld: ‘de kans op down gegeven een positieve combinatie-test’
  o Notatie: P(Down I postieve combinatie-test)
   P: probability
   I: gegeven

Question 3

Sensitiviteit

Answer 3

• de kans dat personen met de ziekte een positieve test zullen hebben (dus terecht positief, anders zijn ze fout negatief)

Question 4

Specificiteit

Answer 4

• de kans dat personen zonder de ziekte een negatieve test zullen hebben (dus terecht negatief, anders zijn ze fout positief)

Question 5

PVW

Answer 5

• PVW geeft weer welk deel van de personen met een positieve ook daadwerkelijk de ziekte heeft

Question 6

NVW

Answer 6

• NVW geeft weer welk deel van de personen met een negatieve test ook daadwerkelijk de ziekte niet heeft

Question 7

Normaalwaarde

Answer 7

• In een normaal verdeelde populatie ligt altijd 95% (0,95) van de populatie tussen
  o µ-1.96sd en µ+1.96sd
  o voor gemak wordt 2 gebruikt i.p.v. 1,96
• buiten de normaalwaarde is het bijzonder laag of hoog

Question 8

Onafhankelijkheid

Answer 8

• A en B zijn statisch onafhankelijk als P(A I B) = P(A)
  o Oftewel: het optreden van B is niet informatief over de kans op het optreden van A
  o Zoals de kans van dobbelsteen gooien: even getallen hebben geen invloed op oneven getallen

Question 9

Kansen vermenigvuldigen

Answer 9

• Als twee gebeurtenissen onafhankelijk zijn mag je de kansen vermenigvuldigen
• Regel: als A en B onafhankelijk zijn geldt P(A en B) = P(A) * P(B)
• Voorbeeld:
  o P(man langer dan 1,80) = 0.5
  o P(twee mannen allebei langer dan 1.80) = 0.5*0.5 = 0.25