Systemische therapie; mechanisme, indicatie en evidence

Question 1

neoadjuvant

Answer 1

• Bij resectabele ziekte, respons niet van belang
• Beperkte behandelduur (weken)
• GEEN responsevaluatie (tenzij je denkt dat het niet goed gaat)
• Altijd het definitieve vervolgplan uitvoeren (soms wachten); go for it

Question 2

inductie

Answer 2

• Zo intensief mogelijk; respons is belangrijk!
• Beperkte behandelduur (weken), maar doorgaan als het nuttig is
• ALTIJD responsevaluatie (in de hoop dat het goed werkt)
• Vervolgplan onzeker; ALLEEN bij respons; go for it.

Question 3

adjuvant

Answer 3

• Volgend op een in opzet curatieve primaire behandeling
• Zo intensief mogelijk qua dosisintensiteit; #responsevaluatie
• Behandelduur is sterk variërend en kan zelfs oplopen tot een jaar.

Question 4

soorten systemische therapie

Answer 4

• Cytotoxische chemotherapie (cel-killers)
• Kankercel specifieke therapie: moleculaire middelen
• Hormonale therapie: kanker specifieke behandeling (na bepalen aanwezigheid van receptor)
• Immunotherapie

Question 5

chemotherapie

Answer 5

• vrijwel alle tumortypes
• level 1 evidence
• zeer veel ervaring tav management

Question 6

levels of evidence 1

Answer 6

gebaseerd op 1 SR of tenminste 2 onderzoeken van niveau A2

Question 7

levels of evidence 2

Answer 7

gebaseerd op tenminste 2 onafh onderzoeken niveau B

Question 8

levels of evidence 3

Answer 8

gebaseerd op 1 onderzoek van A2 of B, of onderzoek van C

Question 9

levels of evidence 4

Answer 9

mening van deskundigen

Question 10

alkylerende middelen

Answer 10

• Door alkyleren aan DNA vorming van adducten en remming van transcriptie/replicatie
• Stabiele of meer instabiele DNA ‘’adducts’’; DNA schade en celdood

Question 11

platinaverbindingen

Answer 11

zorgen voor het ontstaan van adducten en crosslinks, waardoor remming van de transcriptie en translatie, wat ook celdood tot gevolg heeft.

Question 12

topoisomerase remmers

Answer 12

grijpen in de S-fase van de celcyclus in en zorgen voor het ontstaan van DNA-breuken in het DNA

I: enkelstrengs breuken
II: dubbelstrengs breuken

Question 13

Middelen combineren

Answer 13

• resistentie voorkomen
• full-dose combineren? additionele of cumulatieve toxiciteit

zoeken naar effectieve en toxische dosis

Question 14

vroege bijwerkingen

Answer 14

• Effect op snel delende weefsels
• Beenmerg, maag-darm slijmvlies, haren
  o Meestal dosis afhankelijk, dosis beperkend
  o Soms levensbedreigend (soms geen klachten)
  o Meestal reversibel

Question 15

late bijwerkingen

Answer 15

• Effect op traag delende weefsels: hart, longen, nieren, zenuwbanen, lever
• Vaak blijvende effecten, soms nog wel (deels) reversibel!
• Soms dodelijk!

Question 16

Mab’s

Answer 16

via infuus; Mab’s gaan altijd aan de buitenkant van de cel op de receptor zitten

Question 17

Nib’s

Answer 17

via pillen; nib’s aan de binnenkant van de cel op de receptor.

Question 18

Wat kunnen mab’s en nib’s ook?

Answer 18

aangrijpen op endotheelcellen waardoor angiogenese kan worden geremd

Question 19

hormoontherapie

Answer 19

werkt vooral bij mammacarcinoom en prostaatcarcinoom; over het algemeen goed verdraagbaar aangezien de receptoren vaak naast op de tumorcellen, enkel op geslachtshormonen aanwezig zijn.

Question 20

immuuntherapie

Answer 20

Het doel is de blokkade door tumorcellen op te heffen en om het immuunsysteem dus te reactiveren. Het wordt ingezet in zowel palliatieve als adjuvante setting. Als het werkt, werkt het vaak ook lang