Geschiedenis - 9 + 10 + Renaissance en barok Flashcards

1
Q

Wat bezochten en onderzochten kunstenaars uit de renaissance?

A

antieke overblijfselen (vooral koepels van Romeins bouwwerken spraken tot de verbeelding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat is de letterlijke betekenis van renaissance?

A

wedergeboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar was het werk van antieke auteurs na de val van het Wes-Romeinse rijk bewaard?

A

vaak in het Oost-Romeinse rijk (Constantinopel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat werd een trend in humanistische kringen?

A

om zoveel mogelijk werken uit de klassieke oudheid te verzamelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke plek speelde een belangrijke rol in het ontstaan van de nieuwe cultuurbewegingen/humanisme?

A

Italië, Firenze (toen Hertogdom Firenze omdat het toen een samenvoeging was van verschillende stadsstaten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent mecenas?

A

Een mecenas is een persoon die als beschermheer of -vrouwe optreedt voor kunstenaars, geleerden of sporters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie waren de renaissancepausen?

A

Pausen van de 15de en 16de eeuw gingen mee in het beschermen van kunstenaars om hun glorie en die van de kerk in de verf te zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Via welke wegen waren er veel werken van klassieke auteurs in West-Europa terechtgekomen?

A

Via de Arabieren en de Byzantijnen waren er veel werken in Italië terechtgekomen. Byzantijnen zijn voorzitters van Romeinse rijk en bewaren de boeken. Daarom zijn ze belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom was Petrarca extra blij met de Griekse versie van het werk van Homerus?

A

Omdat deze versie heel dicht bij het origineel kwam, zonder de tussenstappen van de vertalingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is humanisme (definitie)

A

Een culturele stroming van een nieuwe klasse van geletterden die in navolging van antieke schrijvers (die zij nauwkeurig bestudeerden) streefde naar een zelfstandige ontplooiing van de mens op geestelijk en maatschappelijk gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zochten de humanisten inspiratie?

A

bij de auteurs van de Klassieke Oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren belangrijke eigenschappen of krachten van een humanist om een goede humanist te zijn?

A
  • uitmuntend taalkundige zijn en ontwikkelden de humanisten de tekstkritiek om fouten uit de oude werken te verbeteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was humanist zijn als het geen beroep is?

A

Het is een levenshouding.
Ze vormden een kleine, losse groep van geletterde mensen verspreid over heel Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat was er essentieel voor humanisten zelf?

A

Een algemene kritische ingesteldheid

(gingen met elkaar en anderen in debat en probeerden hun inzichten met goede argumenten te onderbouwen.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was het grootste verschil tussen de humanisten en de renaissancekunstenaars?

A

De bewondering voor de oudheid was ook bij de renaissance kunstenaars sterk aanwezig maar zij imiteerden de klassieke voorbeelden niet klakkeloos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk standbeeld toont aan dat renaissancekunstenaars dieper ingingen in de anatomie van het menselijk lichaam om nog betere beelden te bouwen?

A

David van Michelangelo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe zie je dat ook in de architectuur de inspiratie uit de oudheid duidelijk zichtbaar is?

A

Bouwelementen uit de KO zoals rondbogen, zuilen, koepels en frontons, namen een belangrijke plaats in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Van waar haalde renaissanceschilders hun inspiratie van de KO?

A

Ze lazen en bestudeerden auteur uit de oudheid om de klassieke goden en godinnen af te beelden.

De klassieke mythologie was een geliefkoosd onderwerp van de renaissancekunstenaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe waren humanisten en renaissancekunstenaars met elkaar verbonden?

A

Ze gingen allemaal in de eerste plaats uit van het geloof dat de mens centraal stond in de samenleving en zelfstandig kritisch kon nadenken. Dat heet antropocentrisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is antropocentrisme?

A

Wanneer men gelooft dat de mens centraal staat in de samenleving en zelfstandig kritisch kon nadenken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke term beschrijft het geloof dat de mens centraal stond in de samenleving en zelfstandig kritisch kon nadenken?

A

antropocentrisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe kan je zien dat kunstenaars en geleerden uit renaissance een groter zelfbewustzijn toonden?

A

Ze signeerden hun werk of schreven autobiografiën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wie was het beste voorbeeld van de homo universalis en waarom?

A

Leonardo Da Vinci met de Mona Lisa: een nieuwsgierige geest die in heel vele domeinen geïntresseerd was en kennis had opgedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat was het probleem met de kopieën van teksten uit de oudheid?

A

Er zaten veel kopieerfouten in de teksten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe probeerden humanisten de kopieerfouten op te lossen?

A

De humanisten probeerden de oorspronkelijke tekst te herstellen door verschillende versies te vergelijken en taalkundige analyses toe te passen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke houding namen de humanisten aan tegenover theorieën en ideeën van anderen , zelfs van de auteurs uit de oudheid?

A

Ze waren kritisch en onderbouwden daarom ook hun eigen theorieën met argumenten en bewijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van humanisme? (4)

A
  • individualisme en sterk zelfbewustzijn
  • tekstkritiek en algemene kritische ingesteldheid
  • antropocentrisme mens centraal (ipv god centraal)
  • homo universalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat versnelde de verspreiding van het humanisme?

A

de broekdrukkunst en de uitgebreide briefwisselingen tussen de humanisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wie was het centrale figuur toen ook de Nederlanden een belangrijk centrum van het nieuwe ideeëngoed?

A

Desiderius Erasmus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Waar toonde Erasmus zijn kritische ingesteldheid?

A

Onder meer in Lof der zotheid. In dit boek durfde hij te spotten met allerlei groepen in de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waarom bracht Erasmus heel wat aandacht op voor geestelijken in het algemeen en voor de kerkelijke leiders in het bijzonder?

A

Hij was een typische vertegenwoordiger van een christelijk humanisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wie waren de opdrachtgevers van de Vlaamse Primitieven? (2)

A

de Bourgondische hertogen en rijke burgers, die net als de Italiaanse stedelingen of de pausen hun grote rijkdom en macht wilden tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hoe zie je dat Erasmus teruggreep naar de oudheid?

A

Hij was een specialist in de klassieke talen zoals Latijn en Grieks. Hij paste de humanistische zoektocht naar de oorspronkelijke tekst toe op de Bijbel door die in het Grieks uit te geven en zo dichter bij de originele versie te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Hoe zie je dat Erasmus een kritische ingesteldheid had?

A

Hij spotte met machtige groepen (satire) in de samenleving. Hij was vooral kritisch voor de kerk, omdat geestelijken en kerkelijke leiders niet leefden zoals het hoorde of in de Bijbel stond en de kerk te rijk en te machtig was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Waarom kun je Erasmus bestempelen als een christelijke humanist?

A

Omdat hij de humanistische tekstkritiek toepaste op religieuze werken en ijverde voor een kritische hervorming van de kerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Waarom zou je de Vlaamse Primitieven nog tot de middeleeuwse schilderkunst kunnen rekenen?

A

Het gaat bijna om religieuze thema’s en de werken zitten vol godsdienstige symbolen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Welke kenmerken hadden de Vlaamse Primitieven gemeenschappelijk met de renaissance?

A

De schilders signeerde, hun werken ze maakte, veel portretten van de opdrachtgevers, en ze streefden naar een realistische weergave door heel gedetailleerd te werk te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Is er sprake van continuïteit en/of verandering van de Vlaamse Primitieven tov de ME?

A

Er was zowel continuïteit als verandering : er zijn zowel kenmerken van de middeleeuwse kunst (continuïteit) als van de renaissancekunst (verandering) aanwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Zijn de Vlaamse Primitieven geïnspireerd door de renaissance?

A

Nee, het gebruik van olieverf was net een typisch kenmerk van de Vlaamse Primitieven dat door de renaissanceschilders werd overgenomen. Het gaat om 2 culturele vernieuwingsbewegingen die elkaar wederzijds beïnvloed hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat was het drietalencollege en waarom werd het zo genoemd?

A

-Collegium trilingue in Leuven
- = studeren van 3 klassieke talen (om de Bijbel juist te kunnen lezen)
Latijn, Grieks en Hebreeuws

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Petrarca wordt beschouwd als een van de eerste humanisten.
In welke periode leefde hij en hoe zag hij zijn eigen tijd?

A

Hij leefde in de ME.
Hij beschrijft de tijd als laagheid en smerigheid fat is samengevloeid.
Volgens hem is het een donkere periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoe zag Marsilio Ficino zijn eigen eeuw waain de cultuurstromingen van renaissance en humanisme gesitueerd worden?

A

Als een tijd van goud. De tijd heeft een overvloed aan gouden talenten geproduceerd.
Het was een goede tijd waar kunst uit KO herleefde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Welke invloed hadden de visies van Petrarca en Ficino op de term renaissance en op hoe heel wat historici de renaissance en de middeleeuwen achteraf typeerden?

A

Er was vanaf het midden van de 16e eeuw een duidelijk besef dat er een opeenvolging te zien was van glorie, verval en herstel.

Het werd gezien als de wedergeboorte van de hoogstaande cultuur van de oudheid teerwijl de ME word beschouw als een zielige tussenperiode op cultureel vlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Waarom kan de term renaissance niet beperkt worden toe een periode?

A

Omdat ook buiten en voor de 15e en 16e eeuw groepen kunstenaars terug naar de KO grepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat maakt in een prent vaak direct duidelijk dat het om een paus gaat?

A

de tiara

45
Q

Waar vonden mensen een antwoord op de vraag “wat gebeurt er met mij na de dood?”?

A

katholieke kerk: via daar kon je toegang krijgen tot de hemel. (moesten dan wel voorbeeldige christenen zijn die het voorbeeld van JC volgden)

46
Q

Hoe noem je mensen die niet volgens de katholieke kerk leefden en wat deden ze daarmee?

A

ketters (=critici van de kerk)
Ze werden hard aangepakt ook al bleven dezelfde verwijten terugkeren.

47
Q

Wat zijn de belangrijkste ergernissen van heel wat gelovigen? (3)

A
  • rijkdom en hebzucht van de kerk (aflatenhandel, reliekencultus)
  • wereldlijke levensstijl (geen celibatair leven)
  • corruptie en vriendjespolitiek
48
Q

Wat was het vagevuur?

A

Daar moest je een tijd verblijven en boeten voor je zonden voor je naar de hemel kon.

49
Q

Wat kon je tijd in het vagevuur inkorten? (3)

A
  • deelnemen ad sacramenten
  • geestelijken tegen betaling laten bidden voor je ziel of relikwiën (overblijfselen van heiligen uit het verleden) kopen.
  • kopen van aflaten (rechtstreeks iemand tijd inkorten.)
50
Q

Wat zijn relikwieën?

A

overblijfselen van heiligen uit het verleden

51
Q

Wat zijn aflaten?

A

Deze documenten werden door de kerk verkocht en konden rechtstreeks iemands tijd in het vagevuur verminderen.

52
Q

Hoe ontstonden de protestanten?

A

Maarten Luther vond dat de kerk misbruik maakte om er zelf rijk en machtig van te worden.
Hij klaagde sommige praktijken aan. (vond vooral dat aflaten niet konden)
Hij werd door de paus in de kerkban gedaan, wat betekende dat hij niet langer deel uitmaakte van de katholieke kerk.
Luther en zijn aanhangers trokken hun conclusies en vormden een eigen christelijke kerk. Ze kregen in het Duitse rijk de naam protestanten.

53
Q

Hoe geraakte je volgens Luther in de hemel?

A

Gewoon en alleen door het individueel geloof.
Ze vonden de meeste sacramenten overbodig, verwierpen de verering van de heiligen, de aanbidding van relikwieën en de verkoop van aflaten.

54
Q

Wat deden de protestanten met de Bijbel en waarom?

A

Ze vertaalden ze in de volkstaal omdat ze vonden dat het belangrijk was dat elke christen dit kon lezen, terwijl de Bijbel in de christelijke kerk enkel in het Latijn toegelaten was.

55
Q

Hoe ontstonden er verschillende denkrichtingen binnen het protestantisme?

A

de nadruk op het individu

56
Q

Wie legde sterk de nadruk op dat God al vooraf had bepaald wie gered zou worden na zijn of haar dood en wie niet? Hoe heette dat?

A

Johannes Calvijn
predestinatieleer

57
Q

Wat was een typisch kenmerk van het calvinisme?

A

predestinatieleer: God bepaald op vooraf wie gered voor na zijn of haar dood

58
Q

Wat leidde tot een anglicaanse kerk met de koning(in) als hoofd in Engeland?

A

Het conflict van koning Hendrik VIII
-> leek hard op christelijke kerk

59
Q

Wat was een duidelijk gevolg van reformatie?

A

Dat de katholieke eenheid van West-Europa definitief verloren ging

60
Q

Waarom was de katholieke kerk zo belangrijk voor veel mensen in de VMT?

A

De dood was sterk aanwezig in hun leven en de kerk moest via haar bemiddeling de weg naar de heel wijzen of naar een beter leven (na de dood).

61
Q

Wat waren de 3 plaatsen waar je naar toe kon gaan na de dood?

A
  • hemel: goede mensen
  • hel: slechte mensen
  • vagevuur: middenoptie = soort wachtkamer naar hemel
62
Q

Wie was Lucas Cranach?

A

houtsneder
maakte kunstwerken in hout

63
Q

Welke techniek gebruikte Lucas Cranach voor zijn spotprent?

A

Het contrast tussen de levensstijl van Jezus en die van de paus. Hij gebruikte de tiara als symbool voor de paus.

64
Q

Wanneer was er een proces tegen luther?

A

in 1520-1521

65
Q

Wat betekent reformatie?

A

hervorming

66
Q

Wat betekent sola fide

A

alleen het individuele geloof

67
Q

Wie was Calvijn in het protestantse? (3)

A
  • Genève
  • calvinisme
  • predestinatieleer: alles is voorbestemd
  • streng georganiseerde structuur
67
Q

Wat betekent sola gratia?

A

Alleen de goddelijke genade, niemand staat hier boven: gevolg: geen paus en hiërarchie nodig

67
Q

hoe reageerden de kerk vaak in de ME tegen ketterijen?

A

repressief

67
Q

Wat betekent sola scriptura?

A

alleen het gezag van de individueel gelezen Bijbel

67
Q

Wat werd er door de kerk ingeschakeld om de protestanten te bestrijden?

A

de inquisitie

67
Q

Wanneer ontstonden er verschillende protestantse kerken?

A

vanaf 1517

67
Q

Wie was de eerste protestant? (3)

A
  • Maarten Luther
  • Lutheranisme
  • SOLA-leer
67
Q

Wat is de essentie van de inhoud van de Act of Uniformity?

A

(= wet van eenheid)
Alle Engelsen moesten de anglicaanse kerk volgen en hetzelfde gebedenboek hebben.
Was belangrijk voor Elizabeth voor de eenheid van het land.

67
Q

Wat was het Anglicanisme? (4)

A
  • staatsgodsdienst in Engeland onder Hendrik VIII
  • inhoud: Hendrik VIII vanaf 1534 (conflict met paus over huwelijk, wil geen gezag boven zich, sluit daarom aan bij protestanten)
  • structuur: sttatskerk, weinig verschil met katholieken
  • = politieke kwestie (niet in Ierland!)
67
Q

Hoe stond het Concilie van Trente tegenover de sacramenten? Wat zegt dit over de houding van de katholieke kerk tegenover de protestanten?

A

Concilie = kerkelijke vergadering van regionale christelijke leiders (Italië).
Volgens het Concilie van Trente zijn de sacramenten belangrijk. Wie dat niet geloofde, was geen echte christen. Er werden dus geen toevoegingen gedaan tov de inhoudelijke standpunten van de protestanten.

67
Q

Wat is de inquisitie?

A

kerkelijke rechtbank om ketters op te sporen en te berechten vanaf de 16e eeuw

67
Q

Wat was een belangrijke uiting van een Contrareformatie van de kerk?

A

Concilie van Trente, dat plaatsvond van 1545 tot 1563

67
Q

Wat was het Concilie van Trente? (2)

A
  • 1545-1563
  • beklemtoonde de belangrijkste ktaholieke geloofspunten: het gezag van de paus, het belang van de zeven sacramenten, de geldigheid van aflaten
67
Q

Wat was de reactie van de katholieke kerk op het protestantisme?

A

contrareformatie (= tegen de reformatie / hervorming van de christelijke kerk)

67
Q

Wat was de Act of Uniformity en wie vraagde deze aan?

A
  • alle Engelsen moesten voortaan de anglicaanse kerk volgen
  • Elizabeth Tudor van Engeland
67
Q

hoe heette de lijst van verboden boeken dat de christelijke kerk opstelden om de verspreiding van ‘foute’ ideeën tegen te gaan?

A

de index (niet alleen godsdienstige werken maar ook wetenschappelijke

67
Q

Wat hield het proces van confessionalisering in?

A

Dat ze (godsdienstige leiders) duidelijk uitlegden waar hun christelijke variant voor stond.
Ze lijnden hun eigenheid sterk af tegenover andere strekkingen.

67
Q

Wat zijn Jezuiëten?

A

Is een kloosterorde dat werd gebruikt in de contrareformatie van de kerk

68
Q

Hoe werd de inhoud in de catechismus aangerijkt?

A

Via vraag en antwoord en via afbeeldingen

68
Q

In welke taal was de catechismus opgesteld?

A

In het Duits en het Nederlands wat de volkstaal was.

68
Q

Wat is een catechismus?

A

Een boekje waarin de geloofsleer eenvoudig werd uitgelegd aan de hand van korte vragen en antwoorden.

68
Q

Waarom was de barokstijl geschikt voor de christelijke kerk?

A

Ze zetten in op het beeld. Gelovigen moesten op hun gevoel aangesproken worden.

68
Q

Juiste term voor religieuze groepsidentiteit creëren?

A

cofessionalisering

68
Q

Wat betekent confessionalisering? (3)

A

religieuze groepsidentiteit creëren door:
- beklemtonen eigenheid geloofsbeleving
- controle bv catechismus
- veruitwendingen eigenheid kunst bv barok

68
Q

Wat was de bedoeling van de catechismus?

A

De geloofsinhoud duidelijk maken aan de volgelingen van een bepaalde christelijke strekking. Door de catechismus uit het hoofd te laten leren, konden de religieuze leiders de bevolking ook sterker controleren.

69
Q

Wanneer was renaissance?

A

1400 tot 1550

70
Q

Wanneer was barok?

A

1550 tot 1700

71
Q

Wat is de renaissance?

A

de weder gebeurte van de kunst van de KO

72
Q

Wat was de Barok?

A

dramatische kunst die de macht van staat en kerk moest verbeelden

73
Q

5 kenmerken beeldhouwkunst in de renaissance?

A
  • anatomisch juiste weergave
  • gespierde, naakte mensenlichamen
  • mens expliciet centraal stellen
  • natuurlijke houding door contraposthouding (omgekeerde S)
  • thema: religieus en klassieke oudhied
74
Q

4 kenmerken beeldhouwkunst in de barok?

A
  • anatomisch correct
  • schroefbeweging
  • diagonale lijnen
  • veel emotie en drama
75
Q

4 kenmerken bouwkunst in de renaissance?

A
  • architecturale elementen uit KO (puur als versiering:zuilen, frontons, …)
  • koepels: 3-delige opbouw (hoger)
  • symmetrisch evenwichtig
  • horizontale lijnen door gebruik vd friezen en achitectraven = veel harmonie
76
Q

3 kenmerken bouwkunst barok?

A
  • totaalkunstbeeld-, schilder- en bouwkunst vormen 1 geheel en lopen in elkaar over (bv plafondschilderingen
  • druk: horizontale en verticale lijnen
  • veel versiering
77
Q

5 kenmerken schilderkunst renaissance?

A
  • symmetrie / evenwicht en geometrische opbouw
  • realistische weergave: door lijnperspectief: alles vlucht in 1 punt
  • thema’s uit de KO en religieuze thema’s
  • kunstenaars zijn gekend: mens staat immers centraal
  • nieuwe genres: portretkunst en landschapsschilderijen
78
Q

3 kenmerken schilderkunst barok?

A
  • dramatiek: veel beweging en expressie (veel emoties en bewegingen)
  • asymmetrie: geen evenwichtige compositie, veel diagonale lijnen
  • kleurgebruik: licht en donkercontrasten = clair-obscur + felle kleurvlakken
79
Q

Term voor licht- donkercontrasten?

A

clair-obscur

80
Q

2 kenmerken opdrachtgevers barok?

A
  • koningen: om hun presitge en almacht te vergroten = classicerende barok
  • de katholieke kerk: ze wilden christenen overtuigen van hun macht en haar grote gelijk.
    Kunst als propaganda want veel analfabeten = katholieke of contrareformatore barok
81
Q

Hoe heet 3hoekige ding op grieks gebouw uit RE?

A

fronton / trimpaan

82
Q

hoe heten balken op zuilen in grieks gebouw uit RE?

A

onderste is architraaf en daarboven met tekeningen op is fries

83
Q

hoe heet het bovenste deel van een zuil?

A

kapiteel (RE)

84
Q

Hoe heet de toren op gebouw uit RE met koepel?

A

lantaarn

85
Q

Hoe heet de band onder de koepel van RE?

A

trommel

86
Q

Hoe heten de versieringsdraaitjes op delige opbouw gebouw uit Barok?

A

voluten / voluut