Frans voc - Dossier 4 Flashcards

(125 cards)

1
Q

een sfeer

A

une ambiance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het vermaak, het amusement

A

l’amusement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een rommelmarkt, een markt

A

une braderie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het carnaval

A

le carnaval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een carnavalist

A

un carnavalier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een ceremonie, een plechtigheid

A

une cérémonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een stoet

A

un cortège

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een crovee, een vervelend werkje

A

une corvée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een kostuum

A

un costume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een festival

A

un festival

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een kermis

A

une foire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de folklore

A

le folklore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een kerstmarkt

A

un marché de Noël

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een masker

A

un masque

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een erfgoed

A

un patrimoine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een personage

A

un personnage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een processie

A

une procession

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een erkenning

A

une reconnaissance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

een bedanking

A

un remerciement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

een offer

A

un sacrifice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

een trommel

A

un tambour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

een trommelaar

A

un tamboureur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

een spoor

A

une trace

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een traditie

A

une tradition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
aangenaam, gezellig
agréable
26
druk
animé(e)
27
aantrekkelijk (2)
attirant(e) / attrayant(e)
28
carnavalesk, van carnaval
carnvalesque
29
beroemd
célèbre
30
centraal
central(e)
31
passend, geschikt
convenable
32
gezellig
convivial(e)
33
ontspannen
détendu(e)
34
schrikwekkend
effrayant(e)
35
opwindend
excitant(e)
36
familiaal
familial(e)
37
sprookjesachtig
féérique
38
wazig
flou(e)
39
folkloristisch
folklorique
40
ideaal
idéal(e)
41
immaterieel, onstoffelijk
immatériel / imatérielle
42
naïf
naïf / naïve
43
sfeervol
plein(e) d'ambiance
44
vorig, voorafgaand
précédent(e)
45
ontspannend, rustgevend
relaxant(e)
46
dwaas, bespottelijk
ridicule
47
traditioneel
traditionnel / traditionnelle
48
voorbijtrekken
défiler
49
aantrekken
enfiler
50
geboren worden
naitre
51
zich vermommen, zich verkleden
se déguiser
52
zich voegen bij
se joindre
53
elders
ailleurs
54
zeker
certainement
55
essentieel, grondig
fondamentalement
56
noodzakelijkerwijs
focément
57
eerlijk gezegd
franchement
58
onder andere
notamment
59
echt
réellement
60
opgetogen zijn over
être ravi(e) de
61
een liefhebber
un amateur
62
een attractie
une attraction
63
een vakje
une case
64
een kampioenschap
un championnat
65
een wedstrijd
une compétition
66
een evolutie
une évolution
67
een festivalganger
un festivalier
68
een rooster
une grille
69
een kruiswoordraadsel
des mots croisés (m)
70
uitwisbaar
effaçable
71
reusachtig
géant(e)
72
specifiek, bepaald
particulier / particulière
73
oplossen
résoudre
74
op initiatief van
à l'initiative de
75
van grote omvang
de grande ampleur
76
samenbrengen, verzamelen
mettre en commun
77
de traditie verderzetten
renouer avec la tradition
78
ruzies
une bagarre
79
een gewonde
un blessé
80
een sensibiliseringscampagne
une campagne de sensibilisation
81
een chaos
un chaos
82
een vervuiling
une contamination
83
een afval
un déchet
84
een overlijden
un décès
85
een drama
un drame
86
een drug
une drogue
87
een inspanning
un effort
88
een (veiligheids) maatregel
une mesure (de sécurité)
89
een dode
un mort
90
een stormloop
un mouvement de foule
91
geluidshinder
une nuisance sonore
92
een alcoholprobleem
un problème d'alcoolisme
93
een gehoorprobleem
un problème d'audition
94
een vervuiling
une pollution
95
een preventie, een voorkomen
une prévention
96
een bijeenkomst
un rassemblement
97
een veiligheid
une sécurité
98
een locatie
un site
99
een getuigenis
un témoignage
100
een storm
une tempête
101
het vandalisme
le vandalisme
102
oncontroleerbaar
incontrôlable
103
ongerust
inquit, inquiète
104
onrustwekkend, verontrustend ()
inquiétant(e) / préoccupant(e)
105
gewelddadig, hevig
violent(e)
106
achterlaten
abandonner
107
uitrukken
arracher
108
bijwonen
assister à
109
sterven
décéder
110
beperken
limiter
111
bedreigen, dreigen met
menacer de
112
voorkomen
prévenir
113
veroorzaken
provoquer
114
verlaten
quitter
115
verminderen
réduire
116
nadenken
réfléchir à
117
hernemen
reprendre
118
bewust maken
sensibiliser
119
zich beschermen
se protéger
120
vluchten
se réfugier
121
aan de oorsprong liggen van
être à l'origine de
122
in paniek raken
être pris de panique
123
het mogelijke doen
faire son possible
124
maatregelen nemen
prendre des mesures
125