Biologie - 5 Micro-organismen (protozoa) Flashcards
Wat voor cellen zijn protozoa?
eukaryote eencelligen zonder celwand
Welke 4 verschillende protozoa heb je?
- trilhaardiertjes
- zweepdiertjes
- wortelpotigen
- sporendiertjes
Kenmerken trilhaardiertjes
ze bezitten trilhaartjes op hun celmembraan
kenmerken zweepdiertjes
ze hebben 1 of meerdere zweepharen
kenmerken wortelpotigen
ze vormen uitstuplingen met hun celmembraan, de zogenaamde schijvoetjes, waarmee ze kunnen kruipen.
wat kunnen sporendiertjes niet dat de andere 3 wel kunnen?
bewegen
Wat hebben sommige protozoa als bescherming?
een uitwendig skelet uit chitine, calciumcarbonaat of siliciumdioxide
In wat voor milieu leven protozoa?
in een waterig milieu en zijn meestal heterotroof
Hoe heet het proces waaraan de meeste protozoa doen om cysten te vormen?
conjugatie
hoe vermeerderen protozoa zich?
kunnen allemaal ongeslachtelijk vermeerderen door celdeling of knopvorming.
Wat is het belang van protozoa? (4)
- rioolwaterzuivering
- belangrijke schakel in de voedselketen
- ziekteverwerkers
!bv plasmodium = malariaparasiet, sporendieren
Wat is tacoplasmose?
infectie bij zwangerevrouwen die voor een miskraam kan leiden of afwijking van de foetus.
heeft protozoa een celwand?
nee