2.1 angst Flashcards

(11 cards)

1
Q

Wat is elektroconvulsie therapie bij depressie en hoe goed werkt het?

A

Het is de effectiefste behandel methode. Onder narcose wordt een epileptische aanval opgewekt door stimulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is chronotherapie bij depressie?

A

Dan wordt het verstroorde dag en nacht ritme in ballans gebracht door waaktherapie, lichttherapie of sociaal ritme therapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt gesproken van abnormale angst?

A

Als angst langdurig aanwezig blijft als de bedreigende situatie al lang voorbij is. Of als de angst relatief gezien te intens is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de kijk op angst in de afgelopen jaren veranderd in de psychiatry?

A

Voorheen was het een signaal voor een onderliggend probleem. Tegenwoordig wordt het veel meer gezien als een op zichzelf staande stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de prevalentie van angst in de algehele bevolking en bij ouderen?

A

Algehele bevolking tussen de 1 en 15 %. Bij ouderen word het geschat op 10% bij ouderen tussen de 55 en 80 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke verschillen zijn er in angst tussen volwassenen en ouderen?

A

Bij ouderen is er sprake van angst voor het ouder worden. Dit uit zich in angst om te vallen, angst voor dementie, etc.
Bij volwassenen is er meer angst voor de toekomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat maakt het moeilijk om angst bij ouderen te diagnosticeren?

A

Het wordt vaak over het hoofd gezien door artsen. Daarnaast komt het veel samen voor met depressie wat de diagnose stellen moeilijker maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welke categorieën worden risico factoren van angst ondergeschreven?

A

Net als bij depressie in biologische, psychologische en sociale factoren. En onderscheid angstsymptomen en angststoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke biologische risicofactoren zijn er voor angst?

A

Cognitieve achteruitgang en hoge bloedruk hebben een relatie met angst symptomen.
Chronische zieken heeft een relatie met angststoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn psychologische risicofactoren van angst?

A

Net als bij depressie is dit afhankelijkheid, neuroticisme en disfunctionele coping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn sociale risicofactoren voor angst?

A

Ingrijpende gebeurtenissen zoals verlies van partner en vroeg traumatische ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly