2.1 somberheid en depressie Flashcards

(11 cards)

1
Q

Wat is de socio emotionele selectiviteitstheorie?

A

Er is een verandering is doelen tijdens het leven:
Jong is gericht op exploratie en nieuwe informatie
Als de tijd beperkt is wordt er gericht op emotie regulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de Cognitieve affectieve ontwikkelingstheorie

A

Cognitieve en emotionele ontwikkeling zijn twee losse processen dat is fases verloopt. In de volwassenheid vind een integratie plaats van deze processen waardoor ouderen zich beter kunnen aanpassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de theorie van differentiërende emoties?

A

Er zijn primaire emoties die stabiel zijn in de kindertijd. Door ontwikkeling kan er differentiatie ontstaan, waardoor iemand meer complexiteit in emoties begrijpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is ongewenste medicalisering bij een depressie?

A

Dan worden te snel negatieve gevoelens toegeschreven aan een depressie, terwijl iedereen wel eens een tegenslag heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke symptomen komen vaak voor bij depressie?

A

Psychische functioneren, neeslachtigheid
Lichamelijk functioneren, slaap en eetproblemen
Gedrag, terugtrekken uit sociale situaties.
Psychotische symptomen zoals wanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke nieuwe depressieve stoornissen zijn toegevoegd aan de DSM?

A

Persisterende depressie, dysthyme depressie, chronische depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn algemene critieria voor een depressieve stoornis?

A

Er moeten 5 symptomen aanwezig zijn waaronder sombere stemming. Er moet sprake van lijdensdruk of beperking in functioneren. Er mag geen manische episode aan vooraf gegaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt aangeduid als een minor depressie?

A

Dan zijn er 2 tot 4 symptomen aanwezig. Dit wordt veel gebruikt voor onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een persisterende depressieve stoornis?

A

De klachten zijn langer dan 2 jaar aanwezig. Sombere en gewone perioden wisselen elkaar af maar nooit langer dan 2 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de prevalantie van depressie onder ouderen en de algemene bevolking?

A

Bij ouderen komt het 15% voor, onder de algemene bevolking 2%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de reden dat depressie meer voorkomt onder vrouwen dan mannen?

A

Mannen zijn vaker nog getrouwd op latere leeftijd en hebben een hogere SES. Bij vrouwen spelen er biologische factoren mee zoals hormonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly